Bureau de Helling, Erica Meijers, 25 december 2015
Interview met Judith Sargentini

Het hangt samen met haar Amsterdams-katholieke achtergrond dat Europarlementariër voor GroenLinks Judith Sargentini graag voor pragmatische oplossingen kiest. Ze staat bekend als een vrouw met een stevige mening, maar die is, zeker wat betreft religie, niet gebaseerd op rechtlijnige principes. Emancipatie is het sleutelwoord.
Wat heb je van huis uit meegekregen als het gaat om levensbeschouwing of religie? 
Ik heet niet voor niets Sargentini; mijn vader heeft Italiaanse 
voorouders, al is dat lang geleden. De ouders van mijn moeder kwamen uit
 Beverwijk, een katholieke enclave in Noord-Holland. Ik ben wat je 
noemt, ‘Amsterdams katholiek’ opgevoed. Dat houdt in dat we niet naar de
 kerk gingen en er verder ook weinig aan deden. Toen ik geboren werd, 
ging mijn vader mij aangeven bij de burgerlijke stand. De ambtenaar zei:
 jullie zijn beide katholiek, zie ik. Zal ik uw dochter als katholiek 
inschrijven? Mijn vader zei: Nou, nee bespaart u mij dat!  Mijn ouders 
hebben zich vervolgens beide uit de kerk laten uitschrijven. Maar in de 
vakanties gingen we wel kerk-in en kerk-uit. We hadden ook een 
kerststalletje, dus er zat nog wel een laagje katholieke cultuur 
overheen.
Mijn vader is onderwijzer en geheelonthouder. Ik zou hem een humanist 
noemen, al doet hij dat zelf niet. We waren als gezin lid van het Nivon,
 de vereniging van natuurvrienden. Daarbij gaat het niet alleen om 
liefde voor de natuur, maar ook om de zorg voor elkaar en een bepaalde 
ondernemende geest. Mijn ouders hebben altijd veel vrijwilligerswerk 
gedaan, dus links-socialistische waarden heb ik ook wel meegenomen.
Heeft je achtergrond consequenties als het gaat om je opstelling in politieke kwesties rondom religie? 
Ik denk dat het er bij mij voor gezorgd heeft dat ik graag naar 
pragmatische oplossingen kijk. In de gemeenteraad in Amsterdam ging het 
eens over schoolzwemmen. Een aantal islamitische scholen wilden graag 
dat hun jongens en meisjes gescheiden zouden zwemmen. Dat is duurder en 
dat was een punt, maar er waren ook collega’s die principieel tegen 
gescheiden schoolzwemmen waren. Dat werd op het scherpst van de snede 
uitgevochten, terwijl ik dacht: ‘waar gaat dit om?’ We willen dat 
kinderen niet verzuipen. Ze moeten dus leren zwemmen. Dat is misschien 
wel vrijzinnig Amsterdams katholiek: laten we het een beetje plooien 
jongens. Wat heb je er aan als je uit naam van de emancipatie een 
principieel debat voert en tegelijkertijd de meiden de kans ontneemt om 
te leren zwemmen? Die verdrinken dan in de zomer in de Sloterplas.
Laten we nog even stilstaan bij het onderwijs. Steeds weer speelt
 in het debat de spanning tussen de vrijheid van onderwijs, de vrijheid 
van religie en het ideaal van emancipatie en gelijke kansen.
Ik ben heel erg strikt met openbaar onderwijs opgevoed. Ik heb geen 
moeite met bijzondere scholen wanneer die naast openbaar geld niet ook 
nog kerkelijk geld ontvangen. Als je het financieel gelijk trekt en 
ervoor zorgt dat het curriculum ook op orde is, vind ik het prima. Maar 
je moet ook zeggen: gelijke monniken gelijke kappen. Want katholieke en 
protestantse scholen werden als de normaalste zaak van de wereld gezien,
 en daarnaast waren ook Jenaplanscholen, vrije scholen enzovoort 
geaccepteerd. Zelf heb ik op de openbare montessori school gezeten. Maar
 toen moslims ontdekten dat ze ook eigen scholen konden oprichten, was 
de boot aan. Dat vind ik onterecht, al word ik niet blij van een 
islamitische school met veel te jonge meisjes die al een hoofddoekje 
dragen.
We hebben relletjes gehad over meisjes in nikaab die de pabo deden en 
stage wilden lopen in de kinderopvang. Dat hoort bij de opleiding. Maar 
ik denk dat de kans vrij klein is dat je de pabo doorloopt en dan zelf 
een eigen klas gaat runnen in nikaab. Als je eenmaal zover bent dat je 
voor de klas gaat staan, denk ik dat je in je eigen leven ook een 
volgende stap hebt gemaakt en dus geen nikaab of boerka meer zal dragen.
 Dat is dan mijn westerse interpretatie van emancipatie, maar ik denk 
het toch. Een goede onderwijzer heeft een redelijke flexibele geest, 
want die moet met veel kinderen met diverse achtergronden omgaan. En de 
pabo is toch een emancipatoire opleiding: hij is goed toegankelijk voor 
jongeren uit de lagere klassen. Mijn vader is ook als arbeidersjongen 
naar de kweekschool gegaan. Dat was een emancipatieslag. Daarom denk ik 
dat we zeker meer hoofddoeken gaan krijgen op scholen, zeker op de 
openbare. En dan denk ik dat die hoofddoek steeds frivoler wordt.
Hoever mag de inmenging van de staat in het onderwijs gaan? Er is
 een openbaar belang, maar we zeggen ook: je moet je als overheid zo min
 mogelijk met de opvoeding bemoeien. Dat is het domein van de ouders.
Dat is de Nederlandse insteek. In Frankrijk denken ze daar misschien wel
 anders over.  In Nederland is na de schoolstrijd in de 19e en 20e eeuw 
en na de emancipatie een precair evenwicht ontstaan. Artikel 23 is daar 
het resultaat van. Ik vind dat wel mooi, want je kunt gewoon niet altijd
 heldere, principiële keuzes maken. Polderen en soms ook pappen en nat 
houden. Ook daar heb ik wellicht het laissez-faire katholicisme van mijn
 ouders overgenomen. Levensbeschouwing en religie spelen nu eenmaal een 
rol, dus dat kun je beter in goede banen leiden. Maar ik denk dat de 
wens van ouders om hun kinderen op een zeer geprononceerde religieuze 
school te doen, uitsterft.  
Ik hoor in jouw visie op emancipatie de traditioneel linkse 
secularisatie these doorklinken: religie sterft uiteindelijk uit dankzij
 modernisering. Klopt dat? 
Ja, dat denk ik wel. Religie hoeft van mij niet uit te sterven, als het 
een vorm krijgt die in onze samenleving past. Een bijvoorbeeld daarvan 
vind ik de protestantse diaconie in Amsterdam en het Wereldhuis. Zij 
vangen mensen zonder papieren en daklozen op, overigens vlak naast de 
chique Hermitage. Vrouwen hebben daar een belangrijke positie, ook in 
het pastoraat, en homo’s krijgen een plek. Er is een uitstraling van 
leven en laten leven. Ik denk dat bij een voortgaande emancipatie steeds
 meer mensen zo’n vorm van religie vinden. Prima als er nog mensen zijn 
die dat anders willen en doen, zolang ze mij dan ook maar mijn leven 
laten leiden. 
Tijd voor een definitie. Wat versta je onder religie?
Het is een hoger idee over een groter goed – waarvan ik denk dat het er 
niet is – waar je inspiratie uit haalt voor je levensroute. Maar ik zou 
het makkelijk kunnen vervangen door humanisme of door een set van 
afspraken die mensen onder elkaar gemaakt hebben om het samenleven in 
banen te leiden.
Dan is religie voor jou dus vooral een idee, en niet zozeer een praktijk met rituelen en gewoontes? 
Inderdaad. Die rituele kant heeft toch iets te maken met het zoeken naar
 vastigheid in een samenleving waarin je je bedreigd voelt. Daarover heb
 ik inderdaad de ouderwetse socialistische gedachte, dat die praktijk 
voor veel mensen zal slijten naarmate ze er sociaaleconomisch beter 
voorstaan.  Individuele vormen van religie zie ik niet zo snel 
uitsterven, maar wel de vormen die gebaseerd zijn op regels over wat je 
wel of niet mag eten en of je iets op je hoofd moet dragen of niet. Ik 
denk en ik wil ook dat die zullen vervlakken.
Zou je willen dat religie puur een innerlijke aangelegenheid wordt, zonder zichtbare uitingsvormen? 
Jij stelt het heel scherp. Terwijl ik er ook geen moeite mee heb als 
mensen met een keppeltje, een kruisje of een hoofdoek rondlopen. Ik 
waardeer wel de moderne Iraanse vorm het meest, waarbij nog veel haar 
zichtbaar is. Hoe minder je van een vrouw ziet, hoe storender ik het 
vind. Maar ik vind niet dat je het moeten verbieden. Daarmee gaan de 
gedachtes van die vrouw namelijk toch niet weg. Waar het me eigenlijk om
 gaat is: hoe krijg je iemand uit de groepsdruk, zodat hij of zij zijn 
eigen vrije keuzes kan maken. 
Het gaat je uiteindelijk om de vrijheid van het individu.
Ja. Ik kom heel veel in Afrika en ik ken de ’ik ben omdat wij zijn’ 
gedachte natuurlijk. Toch kan ik daar niet helemaal in meegaan, want 
voor degene die onderin de gemeenschap zit, pakt dat vaak niet goed uit.
Hoe kijk je naar het publieke debat over religie?
In Nederland zijn we gewend aan fundamentalistische christenen. We 
vinden ze misschien gestoord, maar we zien ze als een ongevaarlijk soort
 prehistorisch overblijfsel. Maar islamitische jongens met baarden zien 
we wel als een probleem. Dus gaat het uiteindelijk toch om de islam. Dan
 kunnen we opeens geen onderscheid meer maken tussen orthodox-religieus 
of fundamentalistisch enerzijds en gevaarlijk en gewelddadig anderzijds.
 Als we een jongen zien met een lange baard en een djellaba denken we 
meteen: die zal dan ook wel op jihad gaan.  
Sluit die ‘wij’ ook de groene partijen in? 
De reacties in de groene groep in het Europese parlement op de aanslag 
bij Charlie Hebdo in januari 2015 deden mij denken aan de reacties in 
Nederland na de moord op Van Gogh in 2004. Ten eerste wilde men 
extremisten keihard aanpakken en ten tweede op zoek gaan naar oorzaken. 
Toen we sprekers zochten voor een conferentie over radicalisering, 
kwamen mijn collega’s met ‘leuke lieve moslims’ die uitleggen dat hun 
islam heus wel deugt. Dat stelde me enorm teleur. We hebben de 
conferentie afgeblazen, want als wij het debat gaan versimpelen tot ‘er 
zijn heus wel aardige moslims die heel frivool in hun religie staan’ – 
in feite de overgrote meerderheid – dan doen we mee met het spel ‘islam 
is gevaarlijk’. 
Dat geldt voor het publieke debat als geheel: we reageren op 
extremistisch geweld met een discussie over de Europese islam en over 
hoofddoekjes. En daardoor zetten we mensen in een hoek. Dat vind ik erg 
triest.  De vraag zou moeten zijn: wat maakt dat mensen radicaliseren? 
En dan gaat het om echt serieuze onderwerpen, zoals de relatie tussen 
extremisme, armoede en ontwikkeling.
Vind je dat de groene partijen zich niet verder bezig moeten 
houden met religie, behalve wanneer er sprake is van radicalisering en 
extremisme? En moeten we ons dan voornamelijk richten op 
sociaaleconomische aspecten?
Ja, maar we moeten religie wel accepteren als de motivatie van veel 
mensen om het juiste te doen. Ik ben niet geïnteresseerd in het 
rechtstreeks veranderen van religie, want dat gebeurt wel vanzelf of 
niet, maar we moeten het wel over de uitwassen hebben. Zaken als 
kruisbeelden in scholen of wel of geen moskeeën bouwen interesseren mij 
niet zo. De overheid heeft  natuurlijk in de openbare ruimte vele 
manieren om een religie te helpen of tegen te werken. Wat mij betreft 
houden we er rekening mee dat religie voor mensen van belang is om hun 
leven in te richten.
Heb je, om een zinvol debat over radicalisering te voeren, niet  meer kennis van religieuze achtergronden nodig? Zie je op dit terrein  huiswerk voor de groene partijen?  
 Mijn conclusie is dat een heleboel groene politici in het dagelijks  leven toch in een zeer Europees- christelijke omgeving functioneren. Er  zijn genoeg politici, ook groene, die christelijk zijn en dat ook in hun  werk laten merken. Daar heeft niemand moeite mee. Maar het wachten is  op de eerste moslima met een hoofdoek in het Europese Parlement. Wat dat  betreft is een gemeenteraad van een grote stad een betere plek voor dit  soort discussies, want daar heb je heel direct te maken met een  interculturele context.
 Het is de vraag of het in zo’n omgeving als het Europese Parlement helpt  om mensen bij te spijkeren over de fundamenten van de islam. Ik weet  het niet. Zou het helpen om mensen bij te spijkeren over de christelijke  tien geboden om te begrijpen waarom mensen naar een zwarte-kousen-kerk  gaan? Van kennis van kerkgeschiedenis zie ik als historica natuurlijk  wel het belang, maar toch is mij opgevallen dat extremisten vaak op  elkaar lijken. Ik moet zelf ook altijd op een spiekbriefje kijken om de  soennieten en de sjiieten uit elkaar te houden, maar toch kan ik best  begrijpen waarom jonge mannen radicaliseren. Waar veel jonge mannen  zijn, in slechte economische omstandigheden, zonder perspectief, gaat  het fout.
 Misschien is het wel zo dat we wel denken dat we heel seculier zijn,  maar dat we allemaal ons christelijke rugzakje mee sjouwen en eigenlijk  gewoon geen feeling meer hebben met religie. Maar heb je dat wel, dan begrijp je misschien nog steeds niet waarom die jongens gaan vechten.
 Hoe we verder moeten met dit debat weet ik niet goed. In elk geval  kunnen we op aanslagen als die in Parijs niet reageren met een debat  over de Europese islam, al helemaal niet als dat in de praktijk een  debat is over hoofddoeken. Dat is geen effectief middel om  radicalisering tegen te gaan.
 Blijf in elk geval niet op je eigen eilandje zitten waar je precies weet wat recht is en wat krom. 

Green Values, Religion and Secularism
Conversations with European Politicians and Activists
In this publication, Green politicians from different European contexts reflect on the way their own religious or secular values influence their political attitude; the role of religion in the public forum; conflicts between fundamental rights, such as the freedom of religion and the principle of sexual and gender equality; the role of Islam in Europe and the question whether religion is a source of inspiration or an obstacle for Green politics.
 
			