Opinie in Trouw, Judith Sargentini, 29 november 2017. Geld voor ontwikkeling lijkt vooral te gaan naar grensbewaking in plaats van armoedebestrijding. Laten we het anders doen, zegt Judith Sargentini, Europarlementariër voor GroenLinks.
Deze week komen Europese en Afrikaanse regeringsleiders bijeen in Abidjan, Ivoorkust, om te praten over de relatie tussen beide continenten. Afrika hoopt op echte hulp om de eigen economie in de vaart der volkeren mee te krijgen, Europa hoopt migratie tegen te kunnen gaan. Het toverwoord: de aanpak van ‘root causes of migration’, de redenen waarom mensen vluchten. Een nobel streven, maar het lijkt erop dat we geld voor ontwikkeling vooral steken in grensbewaking in plaats van armoedebestrijding.
De cijfers over 2016 laten zien dat er minder ontwikkelingsbudget gaat naar landen in Afrika bezuiden de Sahara en de minst ontwikkelde landen. Zo heeft ook Nederland in het nieuwe regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ de verhoging van het ontwikkelingsbudget ingezet voor meer opvang van vluchtelingen ‘in de regio’ en aanvullende projecten in Libanon, Jordanië en Irak.
Op bezoek in Dankuku, Gambia, viel het me op dat er nauwelijks jongens en mannen waren. Ik vroeg aan de wel aanwezige vrouwen wie er familie in Europa had. Zeven van de acht vrouwen staken haar hand op. Een van hen vertelde dat haar oudste zoon zojuist in Libië was aangekomen. Taking the back way, de achterdeur nemen, noemen ze dat. Omdat werk ontbreekt voor jongens en mannen is migreren een middel om aan een uitzichtloze situatie te ontsnappen. Blijven is voor losers. Om die mentaliteit te veranderen heeft Gambia banen nodig.
Grensbewaking
Het Afrika-noodfonds kan daarbij helpen. Het werd eind 2015 opgezet om grondoorzaken van migratie aan te pakken en bijna volledig gefinancierd uit de begroting ontwikkelingssamenwerking: geld bedoeld voor armoedebestrijding. Een deel van de projecten is gericht op migratiemanagement, lees: grensbewaking.
Je kunt je afvragen of het trainen en uitrusten van grenswachten de redenen dat mensen huis en haard verlaten wegneemt. Een hek houdt migranten en vluchtelingen niet tegen, maar is een reden voor mensensmokkelaars om meer geld te vragen voor andere, vaak gevaarlijkere routes. We horen steeds meer berichten over groepjes mannen en vrouwen, die in de woestijn van Niger worden achtergelaten omdat de smokkelaar onraad ruikt.
In Libië traint de EU, met geld uit het Afrika-noodfonds, de kustwacht. Ik was onlangs in die regio op bezoek. De Libische kustwacht haalt mensen van boten en uit zee. Dat gaat niet zachtzinnig, zo vertelde een kolonel van die kustwacht, die bij hoge uitzondering bereid was ons te woord te staan. Schieten in de lucht en slaan met tuinslangen zijn methodes die gebruikt worden om mensen ‘rustig’ te houden. Kapiteins die zich daar schuldig aan maken worden gestraft, maar het toont aan van hoe ver de kustwacht komt. Ze hebben, diplomatiek gezegd, een ander idee van crowd control dan wij.
Natuurlijk moet Libië de mensen redden in zijn eigen wateren, maar Europa heeft een ander belang. Een drenkeling die gered wordt door een schip dat vaart onder Europese vlag mag niet teruggebracht worden naar de Libische kust, onze wetten verbieden het hem terug te sturen naar een onveilige plek. Schepen onder Libische vlag vallen onder de Libische wet en dan mag het wel. Het gevolg? Op de kade in Tripoli staat de Department for Combating Illegal Migration, de Libische IND, COA en vreemdelingenpolitie ineen. Die brengt je naar een vreemdelingengevangenis. Het is er onbeschrijflijk smerig, vrouwen worden verkracht, mensen sterven zelfs van de honger, maar in Europa neemt volgens de statistieken de migratie af.
Hebben we daarmee werkelijk wat gedaan aan de grondoorzaken van migratie? Nee, natuurlijk niet. Met projecten zoals het versterken van de Libische kustwacht of het aanleggen van biometrische systemen voor een bevolkingsregister en grensbewaking in de Sahel , maak je migratie moeilijker, maar doe je niets aan het bestrijden van jeugdwerkloosheid.
Anderhalf jaar na de oprichting van het noodfonds is het zaak dat de balans niet doorslaat naar het inzetten van ontwikkelingsgeld voor de eenzijdige migratie-prioriteiten van de EU. We dreigen anders steeds verder af te dwalen van het aanpakken van de oorzaken van migratie: armoede, ongelijkheid, jeugdwerkloosheid, slecht bestuur, droogte enzovoort.
Migratie is van alle tijden. Ontwikkelingsprojecten die zich richten op het aanpakken van de oorzaken van migratie kunnen nooit het enige middel zijn om migratie te reguleren. Als we mensensmokkel en irreguliere migratie willen tegengaan, dan zullen we ook moeten inzetten op legale alternatieven voor de gevaarlijke reis naar Europa. Een ruimhartig hervestigingsbeleid voor vluchtelingen is hier een onderdeel van. Maar ook studentenvisa en het opvangen van tekorten op de Europese arbeidsmarkt.
De EU erkent dit ook. Plannen voor legale migratie en mobiliteit zijn genoemd als een van de prioriteiten van het Afrika-noodfonds, maar vooralsnog niet uitgewerkt. De politieke wil voor legale migratie lijkt te ontbreken.
Gelijkwaardig
Het kan anders. Laat migratie en ontwikkeling hand in hand gaan door van je partnerlanden een gelijkwaardige partner te maken: we helpen met het opbouwen van echte democratieën, eerlijke handel wordt de norm, we investeren grootschalig in Afrikaanse bedrijven die hun jongeren werk geven, we zijn scheutiger met legale toegang tot onze arbeidsmarkt, studenten en ondernemers krijgen visa voor Europa als ze die nodig hebben, en wij besteden onze ontwikkelingsfondsen aan die mensen die het het hardst nodig hebben. Uiteraard zijn deals met dictators uit den boze.
Als we in Abidjan laten zien dat we niet uit zijn op snel en eenzijdig gewin, wordt het terugsturen van die mensen die niet in Europa mogen blijven, ook haalbaar, maar verwacht geen wonderen op de korte termijn. Zo krijgen we echt grip op de ‘root causes of migration’ en kan een volgende vluchtelingencrisis worden voorkomen.