‘EVP wordt gegijzeld door rechts’

Interview in Vlaams blad Samenleving & Politiek, Jaargang 26, 2019, nr. 4 (april), pagina 4 tot 11 Tekst: Anne van Lancker, foto Theo Beck

Judith Sargentini zorgde er eigenhandig voor dat Hongarije op het Europese strafbankje terechtkwam. Ze wordt in dat land, net als Jean-Claude Juncker, beledigend op posters afgebeeld. Straks neemt de Nederlandse politica van GroenLinks na tien jaar afscheid van het Europees Parlement.” Ik ben lange tijd actief geweest in Afrika voor verkiezingsobservaties. Wat nu allemaal in Hongarije gebeurt, dat heb ik nooit eerder gezien.”

verder lezen kun je hier!

The 40 MEPs who mattered in 2014-2019. Who were the key players in Brussels and Strasbourg?

Politico Europe, Ryan Heath, April 11, 2019.

Nr 4, Judith Sargentini.

Judith Sargentini

THE NETHERLANDS

Sargentini is indelibly linked to efforts to stop Hungary sliding into right-wing authoritarianism. The Dutch Green MEP fought against the odds to condemn Hungarian Prime Minister Viktor Orbán for violations of core EU values, convincing a two-thirds majority in Parliament to denounce Orbán’s government in September 2018, on the back of a report bearing her name. Among those forced to concede ground was Manfred Weber, the leader of the biggest political group in the Parliament and now candidate for European Commission president.

Return to the full listing of the 40 MEPs who mattered in 2014-2019.

‘Europa heeft migranten nodig op de arbeidsmarkt’

De Helling, wetenschappelijk tijdschrift GroenLinks. Door Suzanne van den Eynden, 26 maart 2019.

Interview Judith Sargentini en Tineke Strik

Beiden zijn zeer succesvolle politici in relatief onzichtbare instituties, beiden zetten zich met hart en ziel in voor een humaner asiel- en migratiebeleid, en beiden zwaaien de komende maanden af: Judith Sargentini als Europarlementariër en Tineke Strik als fractievoorzitter van GroenLinks in de Eerste Kamer. Alleen wacht Strik direct een nieuw politiek avontuur: ze volgt Sargentini op als nummer twee op de lijst voor het Europees Parlement. In het Amsterdamse filmtheater EYE blikken Strik en Sargentini op verzoek van de Helling terug én vooruit.

De Eerste Kamer lijkt steeds politieker van aard te worden. Jesse Klaver windt er geen doekjes om: GroenLinks is er straks, als de coalitie geen meerderheid meer heeft in de Eerste Kamer, niet om de coalitie aan een meerderheid te helpen; de coalitie is er om óns aan een meerderheid te helpen. Ook de keuze van de ervaren politicus Paul Rosenmöller als fractievoorzitter is in dat opzicht veelzeggend. Tineke, herken jij die verschuiving en hoe kijk je hier tegenaan?
Strik: “Ik heb de Eerste Kamer altijd als politiek ervaren, alleen valt dit minder op wanneer de coalitie een meerderheid heeft. Tijdens het kabinet-Balkenende IV, mijn eerste termijn, steunden de coalitiepartijen de Tweede Kamerbesluiten haast per definitie. Maar toen stapte de PvdA uit het kabinet en ontstond er ineens een heel andere dynamiek. Er was veel meer ruimte om op basis van inhoudelijke argumenten te discussiëren over besluiten en om coalities te vormen. Dat vond ik een stuk aantrekkelijker. Als de coalitie na de komende verkiezingen geen meerderheid meer heeft, verwacht ik dat het Eerste Kamerwerk politiek spannender maar ook inhoudelijk interessanter zal worden. De Tweede Kamer moet rekening houden met de politici aan de overzijde van het Binnenhof.”
Sargentini: “Ik hoop dat de Tweede Kamer zelf ook wat scherper gaat zijn op wetgeving, als het niet meer vanzelfsprekend is dat de coalitie een wet door de Eerste Kamer krijgt.”
Strik: “De Tweede Kamer zal zich beter realiseren dat ze ons nodig heeft. De oppositie heeft dan meer ruimte om amendementen in te dienen die de coalitie zal moeten steunen, wil ze steun van de Eerste Kamer krijgen.”

Gaat meer politieke spanning in de Eerste Kamer niet ten koste van haar primaire taak – het toetsen van wetten?
Strik: “Binnen de fractie hebben we wel besproken of we de uitspraak van Jesse nu de juiste framing vonden van het Eerste Kamerwerk. Maar wat hij bedoelt, is:  We gaan natuurlijk niet instemmen met matige of slechte wetten omdat de coalitie ons in andere voorstellen steunt. We zijn geen gedoogpartij. We zijn er niet op uit om de coalitie pootje te lichten, maar we steunen alleen goede voorstellen.  En om een constructieve samenwerking mogelijk te maken, zal  het kabinet ook echt steun moeten verlenen aan onze eigen voorstellen.  Een kabinet dat in de minderheid is, zal zich meer rekenschap moeten geven van wat andere partijen willen.”

Scheidend Kamervoorzitter Ankie Broekers-Knol (VVD) onthulde onlangs in een interview dat ze wetten heeft laten passeren waar nogal wat op aan te merken was, uit loyaliteit aan de coalitie. Herken je dit?
Strik: “Dat herken ik heel goed. Ik zag soms ook wel de pijn bij senatoren van coalitiepartijen. Ik zou het een blamage vinden als ik zelf in de coalitie zat en we ons daartoe zouden verlagen. Je bent dan je eigen rol als Eerste Kamerfractie volledig aan het verloochenen. Zelf hebben we alleen nooit in die positie gezeten, en je kunt er nooit zeker van zijn of GroenLinks zoiets niet ook kan overkomen.
We hebben overigens wel moeilijke momenten meegemaakt als Eerste Kamerfractie. In aanloop naar het zogeheten Lenteakkoord van 2012 was te voortvarend onderhandeld zonder de Eerste Kamer te consulteren. Daardoor werden wij onder druk gezet om een plotselinge verhoging van de AOW-leeftijd te steunen, die door gebrek aan een overgangsregeling grote gevolgen had voor het inkomen van mensen. De Tweede Kamerfractie was toen te eager om een akkoord te sluiten en heeft ons onvoldoende geconsulteerd. Dat is een leerpunt geweest. Sindsdien gaat het veel beter en hebben we altijd prima samengewerkt met de Tweede Kamerfractie.”

Voor GroenLinks is de Eerste Kamer niet heilig. In het verkiezingsprogramma staat dat ze afgeschaft kan worden zodra er een vervangend orgaan is dat een constitutionele toets uitvoert.
Strik: “Een constitutionele toets is een toets achteraf, over de toepassing van de wet – dus nadat het besluit is genomen. Wat mij betreft, blijft daarnaast nog steeds de Eerste Kamer bestaan die wetsvoorstellen vooraf toetst, overigens wel met het politieke primaat bij de rechtstreeks gekozen Tweede Kamer.
Ik voel wel voor het terugzendrecht zoals de commissie-Remkes onlangs voorstelde, dus dat de Eerste Kamer tegen de Tweede kan zeggen: wat ons betreft mankeert het hier en hier aan, pas als dat is aangepast kunnen we met het voorstel instemmen. In het voorstel van Remkes zou dit terugzendrecht echter ten koste gaan van het vetorecht. Dat is wel een risico, maar ik verwacht dat de Eerste Kamer snel ophoudt met terugzenden – en dus wetsvoorstellen zal afwijzen – als de Tweede Kamer de aanbevelingen niet opvolgt. Dat lijkt me een effectief drukmiddel.”

Judith, over je aanstaande vertrek zei je in een interview in Trouw: Ik heb mooie dingen bereikt, maar vooral op het onderwerp asiel en migratie is de motivatie aan het verdwijnen. Ik verwacht daar geen verbeteringen meer. Dus moet iemand anders het maar proberen.” Voor iemand die zoveel heeft bereikt in het Europees Parlement, vind ik dat een opmerkelijke uitspraak.
Sargentini: “Op andere onderwerpen heb ik wat bereikt ja, maar op migratie en asiel ben ik al jaren alleen maar bezig te voorkomen dat het beleid erger wordt. Want het wórdt erger. Wat ik aan resultaten boek, is zo marginaal. Toch nog maar nét weten te regelen dat er aparte aandacht komt voor vluchtelingenkinderen, om maar wat te noemen. Dat is voor mij niet voldoende, en ik merkte dat ik steeds vaker ging denken: dit hebben we al geprobeerd, dit werkt toch niet, hier heb ik al tig schriftelijke vragen over ingediend. En als je dat gaat denken, is het misschien tijd voor een andere, frissere blik. Ik heb expres mijn vertrek aangekondigd vóór de stemming over mijn rapport over de rechtsstaat in Hongarije. Toen ging de kandidaatstelling open, en ik denk niet dat Tineke zich kandidaat had gesteld als ik door was gegaan.”
Strik: “Dat was inderdaad niet bij me opgekomen.”
Sargentini: “Ik ben overigens ontzettend blij dat ik die Hongarije-stemming heb gehaald. Het is heel bijzonder om te zien hoe mensen mij ineens anders gingen bejegenen toen ik het parlement had overtuigd om de procedure in werking te zetten die kan leiden tot sancties tegen de regering-Orbán wegens ondermijning van de rechtsstaat. Ineens word ik gezien als een soort elder statesman, zowel binnen als buiten het parlement. Dat is natuurlijk erg leuk, en het motiveert zeker, maar het heeft bij mij niet gezorgd voor nieuwe energie om me nog eens vijf jaar lang in te zetten voor onderwerpen waarop ik geen verbetering zie. Bovendien zegt niemand nu tegen me: nou, jij zwaait geen dag te vroeg af. Een Duitse Europarlementariër van de CDU zit vanaf 1980 in het Europarlement, en wordt nu waarschijnlijk niet opnieuw voorgedragen. Hij is daar heel kwaad en verdrietig over. Een dergelijk lot moet je jezelf besparen.”

Is een doorbraak zoals je met je Hongarije-rapport voor elkaar hebt gekregen, niet denkbaar op migratie?
Sargentini: “Absoluut niet. Grondrechten van Europeanen, waar het Hongarije-onderzoek over ging, gaan de meeste Europarlementariërs meer aan het hart dan rechten van vreemdelingen. De verontwaardiging over het feit dat de mensenrechten in landen als Polen en Hongarije onder druk staan, is veel groter dan die over het lot van vluchtelingen, ook bij premiers en ministers van Binnenlandse Zaken. Waarschijnlijk omdat Polen en Hongaren meer voelen als ‘onze’ mensen, , hoewel dat ook wel eens vergeten wordt. Soms hoor ik suggesties als: dan stappen Polen en Hongarije toch uit de EU, en gaan we door met landen die zich wél aan de Europese waarden willen houden? Dat zou dus betekenen dat je tegen de Polen en Hongaren zegt: zoek het maar uit met je verschrikkelijke regering, onze zorg is het niet. Maar in het algemeen voelen ze meer als ‘eigen’ dan vluchtelingen.”

Wanneer begon het sentiment in de EU ten aanzien van vluchtelingen en migranten te verslechteren?
Sargentini: “In 2010 brak de Arabische lente uit en het antwoord van de Europese Unie op de komst van veel Tunesische jonge mannen naar Italië was: dichtgooien die grenzen. We zagen mensen die zich bevrijdden van langdurige dictaturen in Egypte, Tunesië en Libië, en het enige waar wij nog over konden praten was: hoe houden we die migranten buiten? Ik was totaal verbijsterd door deze reactie. En nog schokkender vond ik dat Europa die dictaturen in Noord-Afrika nota bene altijd de hand boven het hoofd heeft gehouden. Mubarak en Ben Ali konden rekenen op de steun van Frankrijk, Khadaffi had dealtjes met Italië. Ik was geschokt over de hypocrisie hiervan. Nadat in Egypte bij de eerste vrije verkiezingen Morsi werd gekozen – een Moslimbroeder, uiteraard niet mijn vriend – werd deze al snel door middel van een coup afgezet. En de meeste Europese regeringsleiders vonden dat prima en hielpen vervolgens president Sisi in het zadel: een Mubarak 2.0.”

Tineke, wat dacht jij toen je de uitspraak van Judith in Trouw las?
Strik (lacht): “Even dacht ik wel: waarom zou iemand nu nog gaan stemmen voor het Europees Parlement? Maar ik snap Judith ook hoor. Ik zie ook dat het met migratie de verkeerde kant op gaat. Eerst was nog het idee om het migratiebeleid te europeaniseren en daarbij het VN-vluchtelingenverdrag ruimhartig na te leven. Maar nu is het buiten de deur houden van mensen de enige prioriteit. En ik snap dat Judith het zat is om alleen maar bezig te zijn met het beperken van de schade voor vluchtelingen. Tegelijkertijd moet dat ook gebeuren. Wel  ben ik van plan om net als Judith ook andere onderwerpen op te pakken, niet alléén asiel en migratie.”
Sargentini: “Dat zou ik je ook zeker aanraden. Twee keer heb ik de wet witwassen behandeld, twee keer samen met een Letse christendemocraat die mijn co-rapporteur was. Toen hij in 2013 met mij werd opgezadeld, dacht hij volgens mij even: o mijn god, wat moet ik met haar? Maar we hebben elkaar leren kennen en heel goed samengewerkt. Deze week werd hij benoemd tot premier van Letland, en wat presenteerde hij als zijn eerste agendapunt: de bestrijding van witwassen!”
Strik: “Geweldig.”
Sargentini: “Dat is ook het ontzettend leuke aan het Europees Parlement: al die mensen die daar aanspoelen, een tijdje blijven en dan weer wegdrijven naar een andere interessante plek in Europa. Het is eigenlijk een soort Erasmus-uitwisselingsprogramma, maar dan voor politici. Eurosceptici komen binnen en verlaten het parlement een stuk minder sceptisch. En je leert zoveel mensen kennen die je daarna nog eens kunt bellen, omdat je ooit met ze hebt samengewerkt.”

Tineke, jij hebt in de Raad van Europa meerderheden achter rapporten over migratie kunnen krijgen. Waardoor lukte het daar beter om resultaten te boeken op migratie?
Tineke: “Het is makkelijker om in de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa voor een rapport te stemmen dan binnen het Europees Parlement. Omdat er geen wetgeving uit voortvloeit is het vrijblijvender, het komt er vooral op aan wat landen er vervolgens mee doen in hun eigen parlement.
Een belangrijk rapport van mijn hand ging over een boot met 73 vluchtelingen uit Libië die twee weken op de Middellandse Zee heeft rondgedobberd. Schepen van lidstaten kwamen langs maar vertrokken weer. Van die groep zijn 62 mensen omgekomen van de honger en dorst, de rest werd totaal uitgeput teruggedreven naar de Libische kust en moest maandenlang herstellen. Ik heb toen onderzocht hoe het kwam dat geen enkel land die mensen oppikte. Conclusie was dat daar een groot eigenbelang bij zat: zodra je mensen redt van zee, ben je ook verantwoordelijk voor ze. En daar wilden lidstaten zich niet aan branden. Ik heb toen bij het Europees Parlement gepleit voor een Europees pact waarin die verantwoordelijkheid voor vluchtelingen op zee gezamenlijk werd geregeld, maar daar is toen niets mee gedaan. Vijf jaar en veel verdronken migranten later reageerde de Raad vooral met  Europese maatregelen die erop zijn gericht te voorkomen dat mensen naar Europa zouden komen. Met nauwelijks aandacht voor de verantwoordelijkheid die ook de EU zelf moet nemen. Dat was een enorme gemiste kans voor de EU.”
Sargentini: “Die beslissing was puur politiek, want de Europese Commissie, die die wetgeving uitvaardigt, bestaat voornamelijk uit christendemocratische commissarissen die niet de politieke wil  hebben om zich voor een humaner beleid in te zetten en zich daarin ook zeker niet gesteund voelden door de lidstaten. En laten we ook het Europees Parlement, dat bij de Commissie kan aandringen op wetgeving, vooral niet als progressieve kracht zien. De meerderheid is rechts, op dit moment.
Eén van mijn laatste acties, dat niet onder de categorie van ‘erger voorkomen’  valt, wordt overigens het amenderen van de Terugkeerrichtlijn voor vluchtelingen, waarover ik rapporteur ben. Daar maak je geen vrienden mee, maar ik durf het wel aan – beter ik dan dat een extreemrechtse parlementariër zich dit toe-eigent. De Commissie heeft een voorstel gedaan dat rammelt aan alle kanten. Vluchtelingen hebben in dit voorstel nauwelijks nog tijd om in beroep te gaan; ze hebben hun aanvraag voor een verblijfsvergunning nog niet ingediend of ze moeten alweer actief  meewerken aan hun terugkeer; als een vluchteling niet zijn best heeft gedaan om een paspoort te krijgen in het land waaruit hij gevlucht is, mag hij gevangen worden gezet; enzovoorts. Het is mesjogge.”

Hoe moet die Terugkeerrichtlijn er volgens jou uitzien?
Sargentini: “Ik wil laten zien dat terugkeer bij asiel en migratie hoort, maar dat dit wel op een menswaardige manier moet gebeuren. Daarom zet ik in op vrijwillige terugkeer van afgewezen asielzoekers en vreemdelingen zonder papieren.”
Strik: “Nederland heeft aangedrongen op die terugkeerrichtlijn en wil juist meer gronden voor detentie van vluchtelingen.”
Sargentini: “Die haal ik er allemaal uit.”
Strik: “Heel goed.”
Sargentini: “Er is geen enkel bewijs voor de veronderstelling dat mensen vanuit detentie makkelijker uit te zetten zijn. Als je mensen na twee of drie maanden nog steeds niet hebt kunnen uitzetten, kun je vergeten dat ze ooit nog vanuit gevangenschap weggaan. Vrijwillige terugkeer is zeker niet vrijblijvend, daarna volgt gedwongen terugkeer. Maar op vrijwillige terugkeer is veel meer kans als vluchtelingen in hun land van herkomst een re-integratietraject krijgen aangeboden zodat ze echt een nieuw leven kunnen opbouwen. Vreemdelingendetentie klinkt heel logisch: je kunt mensen niet uitzetten als je niet weet waar ze zijn, dus zet je ze gevangen, dan weet je waar ze zijn. Bovendien schrikt het vluchtelingen af. Maar terugkeer moet het eindproces zijn van een evenwichtig asiel- en migratiebeleid, inclusief legale toegang voor arbeidsmigranten. Van dat evenwichtige beleid is nu geen sprake. En dan zouden we ineens terugkeer moeten afdwingen? Voorop staat natuurlijk dat mensen die niets strafbaars hebben gedaan, niet moeten worden opgesloten. Maar daarnaast is het vrijwel onmogelijk iemand uit te zetten als hij of zij echt niet meewerkt.”
Strik: “Die focus op het tegenhouden van vluchtelingen leidt er weliswaar toe dat zij niet in Europa zijn, maar wel ergens anders – in transitlanden zoals Niger waar migranten in een uitzichtloze situatie leven. Een van mijn rapporten voor de Raad van Europa ging over migratiedeals en de gevolgen hiervan. Wat er door toedoen van ons migratiebeleid met mensen gebeurt, is ook onze verantwoordelijkheid.”
Sargentini: “Voor de korte termijn klinkt het misschien als een mooie oplossing dat mensen niet naar Europa komen, maar wat zijn de gevolgen over vijftien jaar als mensen zonder uitzicht op een toekomst in transitlanden bivakkeren?”
Strik: “Uiteindelijk krijg je de gevolgen weer op je brood. Daarnaast vraag ik me wat we nou waard zijn als EU als we onze fundamentele waarden zomaar verpatsen. Hoe kunnen wij Hongarije ervan beschuldigen de rechtsstatelijke beginselen te schenden als wij dat zelf ook doen?” 
Sargentini: “Die analyse deel ik. Maar wil ik meerderheden kunnen organiseren in het Europees Parlement, dan moet ik vooral laten zien dat migratiedeals gericht op het tegenhouden van vluchtelingen, averechts werken. In ruil voor financiële steun houden transitlanden nu vluchtelingen tegen. Er is niets op tegen om de economie van Niger of Senegal op te poetsen. Armoedebestrijding is het doel van ontwikkelingssamenwerking, maar denk niet dat economische groei tot minder migratie leidt:  hoe beter het gaat met een land, hoe méér mensen kunnen migreren.”

Judith, jij sprak net al over arbeidsmigratie als onderdeel van het migratiebeleid. GroenLinks wil arbeidsmigratie bevorderen, maar hoe regelen we dat zodanig dat we aansluiten bij de noden op de Europese arbeidsmarkt?
Sargentini: “Arbeidsmigratie moet per definitie aansluiten op de noden op de Europese arbeidsmarkt. Anders is het geen arbeidsmigratie.”
Strik: “De polarisatie in het migratiedebat belemmert de discussie over het feit dat we nu eenmaal meer mensen nodig hebben op de Europese arbeidsmarkt. Door het gesprek daarover uit de weg te gaan, stellen we onze economische toekomst in de waagschaal.”
Sargentini: “Een deel van de huidige vluchtelingenproblematiek wordt veroorzaakt door het feit dat we geen arbeidsmigratiebeleid hebben. Voor mensen die graag een kans zouden willen krijgen om in Europa te werken is er alleen de asielroute. Zolang we dit niet onder ogen willen zien, blijft het migratiedebat vastlopen op stellingen als ‘de mensen op vluchtelingenboten zijn gelukszoekers en geen echte vluchtelingen’. Juist doordat we geen andere toegangscriteria hebben georganiseerd, is het ondoenlijk om een onderscheid te maken tussen de verschillende mensen die naar Europa komen.
In Hongarije gingen mensen vorig jaar massaal de straat op uit protest tegen de ‘slavenwet’. Volgens die wet mogen werkgevers van werknemers verlangen dat zij 400 uur per jaar overwerken, om daar pas jaren later voor betaald te krijgen. Die wet is er gekomen omdat er een enorm tekort is aan arbeidskrachten. Hongaren trekken weg, niemand uit andere Europese landen wil in Hongarije werken, en Hongarije laat geen migranten toe.”

Hoeveel mensen moeten we dan toelaten? En hoe bepalen we dat aantal?
Sargentini: “We moeten niet in quota denken, maar in contracten met werkgevers. Als je een contract hebt bij een werkgever in de EU, mag je hier komen, of de EU kan mensen helpen een contract te krijgen.”
Strik: “Dat kunnen we allemaal regelen voordat mensen naar de EU komen. De vraag is of we dit voor de EU als geheel moeten regelen of per land. Lidstaten vinden het ook prettig om zelf controle te hebben over migratie.”
Sargentini: “Nu mogen werkgevers in de EU mensen buiten de EU werven als niemand in de gehele EU de betreffende vacature kan vervullen. Dat is natuurlijk een onmogelijke eis. Arbeidsmigratie mag nooit een manier worden om mensen binnen de EU eerder af te schrijven, maar het mag wel iets makkelijker worden voor een werkgever om te laten zien dat hij echt geprobeerd heeft EU-werknemers te vinden.”

Wat is er nodig om het huidige sentiment op het gebied van migratie te keren?
Sargentini: “Lef bij de middenpartijen. Radicaal rechts krijgt momenteel zo veel voor elkaar omdat de centrumdemocraten geen tegengas durven geven. Als staatssecretaris Harbers, nadat Nederland zes vluchtelingen van Malta heeft overgenomen, zegt dat bootvluchtelingen in de toekomst veel langer zullen ronddobberen omdat Nederland niet meer mee gaat helpen, zijn we een heel eind van huis.”
Strik: “Ik zie toch wel een lichtpuntje, namelijk arbeidsmigratie – hoe gek het ook klinkt. Door de vergrijzing hebben we nu eenmaal meer mensen nodig. Door de terughoudendheid van regeringen krijgen bedrijven nu geen kans om buiten de EU hun vacatures te vervullen. Europa ontkomt er op een gegeven moment niet aan dit onder ogen te zien. Landen als Zweden en Duitsland lopen daar nu in voorop.”

Judith, heb je nog een gouden tip voor Tineke wanneer ze straks in het Europees Parlement zit?
Strik: “Ja, kom op Judith!”
Sargentini: “Probeer de coördinator van je fractie te worden binnen een commissie. Je bent het meest effectief als parlementariër wanneer je zaken kunt agenderen en namens anderen kunt onderhandelen. En zet vanaf dag één de telefoonnummers van al je collega-parlementariërs in je telefoon. Veel zaken kunnen door je medewerkers worden afgehandeld, maar voor die ene kwestie die nú meteen moet worden opgepakt, moet je andere parlementariërs even kunnen appen. Ik heb dat pas laat ontdekt, want ik was niet zo van al dat telefoonverkeer. Maar zonder die contacten had ik het Hongarije-rapport niet voor elkaar gekregen. Daarvoor heb ik werkelijk ieder denkbaar contact aangeboord. Dat ging zo van: “Weet je nog, wij waren destijds samen op reis in Tsjaad… mag ik eens komen praten over Hongarije?”

CV Judith Sargentini

Geboren
13 maart 1974 in Amsterdam
Opleiding
Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam
Werk
Diverse functies bij NGO’s, oa , lobbyist bij het Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika (NiZA) en Africaconsultant bij de Europese alliantie van ontwikkelingssamenwerkingsorganisties Eurostep. Van 2002 tot 2009 raadslid en daarna fractievoorzitter voor GroenLinks in Amsterdam. Sinds 2009 lid van het Europees Parlement.

CV Tineke Strik

Geboren
28 september 1961 in Alphen (Gld)
Opleiding
Sociaal-cultureel werk bij de Sociale Academie in Eindhoven en internationaal publiek recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen (destijds Katholieke Universiteit Nijmegen). In 2011 promoveerde zij aan deze zelfde universiteit op een proefschrift over de totstandkoming en de nationale effecten van Europees asiel- en migratiebeleid.
Werk
Oa Tweede Kamerfractie GroenLinks en het Ministerie van Justitie. Van 2002 tot 2006 wethouder in Wageningen. Sinds 2007 lid van Eerste Kamer voor GroenLinks en woordvoerster Justitie, Asiel en Migratie, Europese Zaken en Buitenlandse Zaken. Daarnaast universitair hoofddocent migratierecht aan de Radboud Universiteit. Strik is de nummer 2 op de kandidatenlijst voor de verkiezingen van het Europees Parlement op 23 mei.

 Dit artikel staat in het lentenummer van tijdschrift de Helling. Altijd de nieuwste artikelen lezen? Sluit een abonnement af.

Jinek: Europarlementariërs Judith Sargentini en Kati Piri over hun werk voor de Unie

late night talkshow Jinek, 28 februari 2019

Kati Piri en Judith Sargentini

Judith Sargentini en Kati Piri zijn beiden lid van het Europees Parlement. Piri is al jaren een kritische volger van Turkije. Als rapporteur bezoekt ze regelmatig, onder goede beveiliging, het land. Sargentini rapporteerde over de ontluisterende staat van de democratie in Hongarije en wordt sindsdien door het Oost-Europese land gezien als een ‘staatsvijand’. De twee Europarlementariërs vertellen over hun werk en wat ze in Europa hebben bereikt.

“Ik ga niet naar Hongarije, want ik voel me niet veilig”, vertelt Judith Sargentini

Judith Sargentini en Kati Piri zijn beiden lid van het Europees Parlement. Piri is al jaren een kritische volger van Turkije. De twee Europarlementariërs vertellen over hun werk en wat ze in Europa hebben bereikt.

EU leaders must do more to save rule of law in Hungary, says MEP

The Guardian, 30 January 2019, Jennifer Rankin in Brussels

Judith Sargentini of Dutch Greens says situation has got worse since her report last year

The Hungarian prime minister, Viktor Orbán

The Hungarian prime minister, Viktor Orbán, has dismissed criticism by EU leaders. Photograph: Bernadett Szabó/Reuters

European Union leaders are failing to act despite the “worsening” outlook for the rule of law in Hungary, according to a leading MEP.

Judith Sargentini, a Dutch MEP whose report triggered the EU’s most serious disciplinary procedure against Hungary last September, called on the Council of EU member states to start “a real process” that would examine the rule of law in that country.

“Since the vote on my report in September things in Hungary actually only got worse,” said the Green MEP.

Since MEPs voted to trigger action from EU member states, she said the Central European University had moved to Vienna and the government had created a new court that will be subject to ministerial control.

She also listed the decision to award refugee status to a former Macedonian prime minister convicted of corruption, the “slave law” on overtime, which has brought Hungarians on to the streets, as well as the merger of 450 media outlets without authorities being able to make usual checks.

The MEP called on Romania, which is chairing the EU rotating presidency, to produce a timetable for examining the rule of law in Hungary, as she accused Budapest of stalling the process. “Hungarian citizens have the right for protection and have the right to know what you are planning to do.”

Frans Timmermans, the vice-president of the European commission, said he regretted that Sargentini had not been given a chance to present her analysis of threats to the rule of law in Hungary to EU ministers.

The European parliament voted to trigger the EU’s most serious disciplinary procedure against Hungary last September, a move that was supported by some MEPs in the centre-right European People’s party, the group that houses the ruling Fidesz party.

Although EU law requires member states to act, the procedure has languished and little progress is expected before European elections in May.

Hungary’s government refused to take part in the latest debate in Brussels, saying that the European institutions had been hijacked by “the political left and political liberals” for a political rally. Viktor Orbán’s spokesman, Zoltán Kovács, claimed that the rule of law procedure was a “political plot” linked to the philanthropist George Soros, the Hungarian-born billionaire philanthropist who is subject to relentless attack by the Hungarian government.

The government also singled out Timmermans, describing the Dutch EU commissioner as “an arm of these leftist liberal Soros-related organisations”.

Timmermans, who is seeking to become the next commission president, rejected attempts to portray him as pursuing his own agenda. “In my work on the rule of law I have the full support of the president of the commission and all of the other members,” he told journalists. “I would be more worried if Viktor Orbán started praising me frankly,” in remarks that highlight the depth of tensions between Brussels and Budapest.

During the debate on Wednesday evening Hungary’s government received support from conservative MPs, including members of the group created by David Cameron, once he took the Tories out of the moderate centre-right European People’s party. One Polish MEP, who sits with the British Conservatives, said the “European establishment” had been attacking “people you want to get rid of” ever since the moves to isolate the far-right Austrian leader Jörg Haider.

Responding to such points, Timmermans said democracy was always invoked as justification for not complying with EU legislation. Hungary had made the “wonderful” and “sovereign choice” to become a member of the EU. “If you choose to become member of a treaty-based organisation, like the European Union, you by that choice say you will follow the rules of that treaty.”

The debate came one day after new research from Transparency International showed that Hungary was deemed to have become more corrupt since Orbán returned to office in 2010. According to Transparency international’s latest corruption perceptions index, Hungary has fallen nine points in the rankings since 2012 to a level that suggests “serious problems with corruption”.

Kovács dismissed suggestions that Hungary had questions to answer about alleged misuse of EU funds by Orbán’s friends and families. Kovács said it was “a very nice political agenda” for critics, but insisted Hungary obeyed all EU rules.

Judith Sargentini is het onderwerp van een Hongaarse haatcampagne

Trouw Kerstspecial, interview door Christoph Schmidt, 23 december 2018

Judith Sargentini Beeld Martijn Gijsbertsen

Met haar rapport over de afglijdende rechtsstaat in Hongarije werd Judith Sargentini dit jaar een bekende Europarlementariër, in binnen- en buitenland.

Of ze in Hongarije nog over straat kan zonder meteen herkend te worden, vroeg laatst iemand aan Judith Sargentini, op vriendelijk-jolige toon. “Dat is eigenlijk helemaal niet grappig”, antwoordde ze. Met de haatcampagne die de Hongaarse regering tegen haar voert, en waarin haar gezicht met grote regelmaat is te zien, in een soort heksachtige bewerking bovendien, kijkt ze wel uit om voet op Hongaarse bodem te zetten. Je weet nooit welke geïndoctrineerde gek je tegenkomt. Op Twitter krijgt ze seksistische bagger over zich heen en wordt ze zelfs met de dood bedreigd.

Er zijn ook leukere kanten aan die ‘roem’, ervoer ze in een Amsterdams zwembad. “Sta ik daar druppend langs de kant, met mijn badmuts en zwembrilletje op, komt er een Hongaarse mevrouw naar me toe om te zeggen: ‘Dankuwel, mevrouw Sargentini’”.

In september nam het Europees Parlement met een twee derde meerderheid haar rapport aan over de afglijdende rechtsstaat in een EU-land, een unicum in de geschiedenis van dat parlement.

Daarmee werd 2018 het jaar dat de GroenLinkser in binnen- en buitenland een bekende Europarlementariër werd, maar ook het jaar dat ze haar vertrek uit dat parlement aankondigde, na de verkiezingen van volgend jaar. “Ik vind die debatten zonder resultaat niet leuk meer, vooral over asiel en migratie”, lichtte ze een paar dagen voor die cruciale Hongarije-stemming in Straatsburg haar besluit toe in deze krant.

We zijn drie maanden verder, wat is er in de tussentijd met dat Hongarije-rapport gebeurd?

“Ik heb het gepresenteerd tijdens een informele ministersbijeenkomst, op een maandagochtend om acht uur. Ik zat daar met slechts vijf ministers in het lulligste zaaltje dat je je kunt voorstellen. Dit is blijkbaar de manier waarop het parlement wordt bejegend door de lidstaten. De Europese Centrale Bank en de Europese Commissie worden altijd met alle egards ontvangen, maar wij mogen niet eens zo’n belangrijk rapport over artikel 7 uit het EU-verdrag komen voorstellen.
“Minister Stef Blok was er wel, dat was fijn. Nederland neemt het echt serieus, ze hebben met Eurocommissaris Timmermans (die streng is tegen Polen, red.) en mij ook een morele verplichting.
“Maar verder wist ik niet eens wie er precies zaten. We kregen geen lijstje met namen, het moest allemaal zo informeel mogelijk, kennelijk om te voorkomen dat het parlement hieraan allerlei rechten ging ontlenen. Er zat ongetwijfeld ook een Hongaarse diplomaat bij, maar die deed zijn mond niet open. We mochten ook niet met zoveel mensen komen, want dat paste niet in het zaaltje. Maandagochtend, acht uur ’s ochtends in dat gigantische raadsgebouw… Dan zijn er zaaltjes zat hè? Zááltjes zat. Het was een aanfluiting. Intussen verslechtert de situatie in Hongarije gewoon verder.

“Dit zou dus overnieuw moeten, maar de vraag is hoe hard onze parlementsvoorzitter Antonio Tajani gaat duwen. Die heeft mij ook nauwelijks in bescherming genomen tegen de Hongaarse haatcampagne. Hij heeft er een keer iets over gezegd, in een adem met een Italiaanse die door extreem-rechtse demonstranten in Italië is aangevallen. Ik, en met mij het hele parlement, word aangevallen door een regering van EU-lidstaat, en word in hetzelfde alineaatje opgesomd als iemand die door een stelletje neonazi’s is aangevallen.
“Tajani (van Forza Italia, die samen met Orbáns Fidesz-partij in de Europese Volkspartij zit, red.) heeft voorafgaand aan de stemming over mijn Hongarije-rapport afgeraden om ervoor te stemmen. Hij zei iets als ‘dit doen we toch ook niet tegen Roemenië of Slowakije?’ Dat zegt hij omdat daar sociaal-democraten in de regering zitten.
“Dat kun je als parlementsvoorzitter niet maken. Zoiets zou Martin Schulz (Tajani’s voorganger, red.) nooit hebben gedaan. Die was met mij meegegaan naar die ministersbijeenkomst op maandagochtend. Goed, daar had hij mij waarschijnlijk wegge-elleboogd, maar Schulz zou deze strijd heel anders gestreden hebben.”

Wordt het niet een heel frustrerend einde zo, met uw rapport?

“Dat zou kunnen, behalve dat er Europese verkiezingen aankomen. Dit is een politiek proces dat ook zal meespelen in de campagnes. De christen-democraten in West-Europa gaan hier last mee krijgen.”

Toen u uw vertrek aankondigde, zei u dat u zich een tijdje wilde bezinnen op de toekomst. Nu weet ik niet hoe u in elkaar zit, maar ik kan me zo voorstellen dat die bezinning al begint op de dag dat je zo’n besluit neemt, en dat u op uw laatste dag volgend jaar zomer al bent uitbezonnen.

“En dat je dan klaar bent? Eerlijk gezegd, ik ben net weer beter van twee weken ziek zijn, en heb al die tijd min of meer doorgewerkt. Bij die Hongarije-presentatie voor de ministers op die maandagmorgen was ik strontziek. Ik zat dik onder de paracetamol en vervolgens heb ik ook nog een hele Straatsburg-week doorgewerkt. Terwijl zo’n zware verkoudheid echt niet twee weken hoeft te duren. Dus ik denk dat ik wel even tijd nodig heb.
“Ik snap wat je bedoelt, maar ben echt van plan om eventjes geen dingen aan te nemen. Lange wandelingen maken, met mijn moeder op vakantie, dat soort dingen. Ik zie mezelf niet in september 2019 een nieuwe baan aanvaarden.”

De groene partijen in Europa hebben de wind in de rug…

“Terwijl we twee jaar geleden nog dachten: o mijn God.”

Maar u maakt dat bij de verkiezingen van volgend jaar allemaal niet meer mee.

“Regelmatig denk ik: o ja, dat ga ik wel missen. Maar niet genoeg om terug te komen op mijn besluit. Toen ik rondliep op het congres van de Europese Groenen (eind november in Berlijn, red.) merkte ik dat sommige dingen gewoon niet meer voldoende enthousiasmeren. Als je dat gaat denken, moet je echt wat anders gaan doen.”

Als je kijkt naar de onderwerpen waar u de afgelopen jaren mee bezig bent geweest – Hongarije, witwasrichtlijn, conflictmineralen – dan lijken dat geen echte GroenLinks-speerpunten, in de categorie klimaat bijvoorbeeld.

“Dat is altijd zo geweest. Ik heb nooit klimaat- of milieudossiers gedaan, ook niet in de Amsterdamse gemeenteraad. Altijd onderwijs, justitie, veiligheid, sociale zaken, armoede, diversiteit, dat soort dingen. De afdeling ‘rood’.”

Nooit de behoefte gehad om iets met klimaat en milieu te doen?

“Wel in mijn privéleven, daar hou ik me er keurig aan.”

Bij ons in de krant stond ooit dat u een emmer in uw douche heeft staan, en dat u daarmee de wc doorspoelt.

“Inderdaad, ik heb een emmer in de douche staan. Het duurt bij mij heel lang voordat het water warm wordt. Dan kun je al dat water wel door het putje dingesen, maar dat vind ik zonde. Dus staat er een emmer in de douche en daarmee spoel ik de wc door.”

Was er niet een keer iemand die adviseerde om te plassen tijdens het douchen, om water te sparen?

“Dat was een GroenLinks-wethouder ergens in het noorden. Dat vond niet iedereen een even fris idee. Ik doe die emmer. Ik zie in de krant vaak van die lijstjes staan met snelle milieuvriendelijke oplossingen. Alles wat daarop staat, doe ik al. ‘Doe je wasdroger weg’. Nooit gehad, wij hebben gewoon een rekje. ‘Doe je auto weg’. Nooit gehad. ‘Isoleer je huis’. Ons huis is van 2003. ‘Eet geen vlees’. Doe ik al sinds mijn 13de niet.
“Ik reis natuurlijk wel veel. Daar is mijn voetafdruk stevig, laten we er niet omheen draaien. Ik compenseer dat wel, maar compenseren is een soort van katholieke aflaat.”

U komt uit een links nest. Nu willen pubers zich nog wel eens afzetten tegen hun ouders. Nooit die behoefte gehad?

“Nee, nooit. Mijn ouders waren ook niet politiek actief hè, ze waren maatschappelijk actief. Ik ben warm en maatschappelijk bewust opgevoed en het is nooit in me opgekomen dat je anders zou moeten leven.”

Hoe vierden jullie vroeger Kerstmis thuis?

“Mijn ouders zijn katholiek opgevoed en zijn van hun geloof gevallen in de jaren zeventig. Maar daar bleven natuurlijk culturele dingen van hangen. Wij vierden het vooral op kerstavond, dat was een soort ceremonie die voor mijn ouders misschien in de plaats kwam van de verplichte nachtmis. Mijn moeder bakte een cake of een tulband, en mijn vader pakte zijn blokfluit uit de kast en daar speelde hij kerstdeuntjes op. En dan draaiden we zo’n plaat van Herman van Veen met kerstliederen.
“We hadden een boom met gekleurde lichtjes, die hadden we nog van oma gekregen. Die heb ik nooit gekend want ze overleed vlak voor ik geboren werd. Gekleurde lichtjes, want dat vonden de kinderen zo leuk. Nou, zo dus. Er lag wel een pakje onder de boom maar we vierden Sinterklaas, dus daar lag dan een pak nieuwe viltstiften of zo.
“We hadden een kerststalletje, en daar gooiden we dan Vim overheen bij wijze van sneeuw (voor de jongere lezertjes: Vim is een oud merk schuurpoeder, later werd dat Jif, en nog weer later Cif, red.). Wist ik veel, als kind, dat het in Bethlehem niet sneeuwde. En dan zong mijn moeder ‘En het sneeuwde, en het vimde, en het was er zo koud’.”

En dit jaar?

“Dit jaar zijn we voor het eerst weer eens thuis. Mijn vriend en ik gingen de laatste jaren eigenlijk altijd een week weg, naar de randen van Europa, naar de zon. Met dit werk is weg zijn eigenlijk de makkelijkste manier om te ontspannen. Thuis krijg je toch weer verplichtingen. Dus dan zaten we meestal met z’n tweeën in een huisje en dan kookte ik spaghetti.”

Wat wordt in het nieuwe jaar uw laatste klus voor het Europees Parlement?

“Ik heb nog even een nieuw dossier erbij gepakt; ben namelijk rapporteur over de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers. Die richtlijn moet worden herzien, tenminste dat willen de lidstaten graag. Vervolgens heeft de Europese Commissie een labbekakkerig stukje wetgeving afgeleverd waarvan niemand kan inzien wat de consequenties zijn.
“Nu is het terugsturen van afgewezen asielzoekers niet het meest favoriete onderwerp bij de Groenen. Genoeg collega’s hebben gezegd: dit is een lose-lose-situation. Als je goed functionerende wetgeving maakt, worden er meer mensen uitgezet dan nu. Dat vindt niet iedereen in onze achterban een goed idee. Maar ik dacht: ik ga toch weg, ik durf dat wel aan. Ik vind ook dat asielbeleid niet zonder terugkeerbeleid kan. Laat mij er dan maar eentje schrijven waarvan ik denk dat hij deugt. Ik wil graag een mooi stuk wetgeving achterlaten waarin je met respect voor alle internationale regels tot een humaan terugkeerbeleid kunt komen. Dus dat ga ik nog even doen.”

Judith Sargentini

Judith Sargentini (Amsterdam, 1974) is een verre nazaat van Giovanni Domenico Sargentini, een Italiaanse gipsgieter uit Bozzano die zich in de tweede helft van de negentiende eeuw vestigde in de Jordaan. Ze studeerde geschiedenis en specialiseerde zich in democratie en totalitaire regimes. In 1999 werd Sargentini voor GroenLinks duoraadslid in de Amsterdam, vanaf 2006 was ze fractievoorzitter. In die tijd was ze ook actief voor het Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika. Vervolgens werd ze tot twee keer toe gekozen in het Europees Parlement: in 2009 en 2014. Ze speelde een grote rol in de totstandkoming van wetgeving over onder meer conflictmineralen en het tegengaan van witwaspraktijken. Grote bekendheid kreeg ze dit jaar met haar rapport over de rechtsstaat in Hongarije. Sargentini woont in Amsterdam met haar vriend.

Portret Judith Sargentini: Het spoor van haar ouders

Nederlands Dagblad, 24 november 2018, Ruurd Ubels

beeld Guus Dubbelman

Judith Sargentini hoopt dat de regeringsleiders van de EU doorbijten als ze de Hongaarse regering aanpakken. Ze vermaakte zich als kind prima bij demonstraties tegen kerncentrales en kruisraketten. Ze gaat zich bezinnen op haar toekomst en gaat daarom ook maar eens met haar moeder op vakantie.

In de bar van het ledenrestaurant in het Europees Parlement in Straatsburg komt de stem van Judith Sargentini slechts moeizaam op gang. Ze hoest, klinkt wat schor. ‘Ik ben te ver gegaan’, antwoordt ze op de vraag hoe dat kan.

Een dag voor het interview was ze al om acht uur ’s morgens in Brussel bij de Raad van de Europese Unie, waarin ministers van de 28 EU-lidstaten zitting hebben. Sargentini gaf er een toelichting op haar Hongarije-rapport. In september nam het Europees Parlement het rapport met tweederdemeerderheid aan. Er staat in dat de Hongaarse regering van premier Viktor Orbán de democratie en de rechtsstaat ernstig aantast. Nu moeten de 28 EU-lidstaten besluiten over een zogenoemde artikel 7-procedure, die ertoe kan leiden dat Hongarije zijn stemrecht in de Europese Unie verliest.

Sargentini merkt dat haar rapport de EU-regeringsleiders hoofdpijn bezorgt. ‘Als de politieke wil er niet is om door te pakken, gaan ze zich achter procedures verschuilen – dat zie je nu gebeuren. Maar ze hebben de problemen zelf in de hand gewerkt, want al sinds het aantreden van premier Orbán, in 2010, kijken ze weg. Dan gaat het vanzelf van kwaad tot erger.’

schrik

De brede steun voor Sargentini in het Europarlement leverde haar een bijnaam op: de schrik van Orbán. De wraak van de premier is bitter: in krantenadvertenties en regeringsvideo’s wordt Sargentini consequent afgeschilderd als die communistische vrouw die niets anders wil dan de Hongaren hun soevereiniteit afpakken.

Bepaald niet afgeremd door deze campagne gaan sommige journalisten en types op sociale media nog verder: geregeld klinkt de aansporing om Sargentini fysiek aan te vallen. Daarom werd ze al eens beveiligd in het Europarlement. Vanwege haar voornaam, Judith, weet ze ook wat het is door antisemieten te worden uitgescholden.

‘Dit heb ik niet gezocht’, zegt de GroenLinksparlementariër met gevoel voor understatement. Ja, het is eervol dat Nederlandse media veel aandacht aan haar rapport besteden. En ja, de brede steun in het Europarlement is een ‘enorme opsteker’ voor Hongaren die bezorgd zijn over hun land. ‘Maar de Hongaarse regering doet alsof er sprake is van één vrouw, terwijl ik toch echt twee derde van het parlement vertegenwoordig. De regering-Orbán speelt op de vrouw en probeert de uitspraak van het parlement heel klein te maken. Onzin natuurlijk.’

Hoe zwaar is het om zo persoonlijk te worden aangevallen? ‘Het is heel vervelend.’ Dan met Amsterdamse tongval: ‘Ik ga dus effe niet naar Hongarije.’

Nou ja, misschien nog wel een keer als parlementariër, omdat ze dan beveiligd kan worden. ‘Maar een weekje zwemmen in het Balatonmeer zit er nu niet in. Jammer, want Hongarije is een mooi land en ook als historicus kom ik er graag. Mijn gezicht is inmiddels zo bekend, dat ik zelfs in Brusselse supermarkten door Hongaren wordt herkend.’

Dat is meer dan vervelend.

‘Ja. Feitelijk word ik door de regering van een EU-lidstaat beperkt in mijn bewegingsvrijheid. Bovendien wordt op deze manier het Europarlement als instituut geïntimideerd. Stel dat er nog eens tegen een lidstaat opgetreden moet worden, dan zullen sommige parlementariërs wel twee keer nadenken voordat ze in actie komen.’

Ligt u wakker van de persoonlijke aanvallen?

‘Nee, ik slaap best goed. Oproepen op sociale media om mij wat aan te doen, zie ik niet meer, want veel van die internetgekkies negeer ik. De Nederlandse regering weet van mijn veiligheidssituatie. Na de Europese verkiezingen, in mei, ben ik echter weer ambteloos burger, want ik stel me niet herkiesbaar. Hoe gaat het dan met mijn veiligheid?’

Is dit het waard?

‘Ja. En ik krijg ook veel steun, hoor. Onlangs werd ik in Brussel aangesproken door een opgetogen Hongaar die een selfie met mij wilde maken. Kort daarop zei een Hongaarse vrouw in het Amsterdamse Sportfondsenbad tegen mij: ‘‘Mijn vriend heeft twee dagen geleden in Brussel een selfie met u gemaakt. Mag ik u ook hartelijk bedanken?’’ Een Hongaarse caissière bij een Hema in Utrecht deed onlangs hetzelfde.’

Italië

De Nederlandse Europarlementariër met de Italiaanse achternaam (gipsgieter Giovanni Demenico Sargentini vestigde zich in de tweede helft van de negentiende eeuw vanuit Italië in de Amsterdamse Jordaan) is van huis uit historicus. Ze studeerde in de jaren negentig, toen in Europa (Joegoslavië) een verschrikkelijke oorlog woedde. Dat maakte die studie extra actueel.

Geschiedenis vond Sargentini het leukste vak op school. Antropologie, sociologie en politicologie overwoog ze ook, maar omdat de Universiteit van Amsterdam hiervoor wiskunde in het vakkenpakket vroeg, vielen deze af. Aan het einde van haar studie specialiseerde Sargentini zich in democratie en totalitaire regimes – Viktor Orbán had dus kunnen weten wie tegenover hem stond.

‘Ik schreef een kleine scriptie over het tot stand komen van democratieën in Europa tussen de beide wereldoorlogen’, vertelt Sargentini, terwijl ze een tabletje slikt tegen de keelpijn. Voor een uitgebreidere scriptie dook ze in de opmerkelijke politieke levensloop van Gerrit van Burink, een journalist en onderwijzer die honderd jaar geleden actief was in de communistische partij van Nederlands-Indië, raadslid werd in Rotterdam en uiteindelijk in oktober 1940 lid werd van de NSB.

Na haar studie werd Sargentini duoraadslid voor Groenlinks in Amsterdam en ging ze werken voor het Nederlands instituut voor Zuidelijk Afrika, een linkse ontwikkelingsorganisatie die nu als ActionAid door het leven gaat.

De conclusie dringt zich op dat linkse betrokkenheid u met de paplepel is ingegoten. Waren studie en beroepskeuze vruchten van uw opvoeding?

‘Ja, dat denk ik wel. Hoewel mijn ouders nooit lid zijn geweest van een politieke partij, leefde mijn vader wel heel bewust. Zijn vader was in Amsterdam brouwer bij Amstel Bier en zijn moeder was al heel vroeg erg ziek, zodat mijn vader enig kind bleef. Hij schoolde zichzelf, werd onderwijzer aan een lagere school in Amsterdam en uiteindelijk directeur. Hij was een principiële man; wij hadden geen auto en deden alles met het openbaar vervoer. Mijn vader kende de boekjes met de bustijden en de treinenloop zo’n beetje uit zijn hoofd. Al die boekjes stonden ook bij ons thuis op een plank. Hij wist soms precies hoe we moesten reizen, zonder in de trein of bus te hoeven staan.’

Geen auto. Was dat vanwege zorg voor de schepping?

‘Nou, schepping … Dat was geen woord dat bij ons thuis in Buitenveldert veel werd gebruikt. Wij waren wel actief bij het Nivon, een natuurbeweging met socialistische wortels. In die linkse traditie waren mijn ouders helemaal niet opgegroeid, maar daar vonden ze in de jaren zeventig – toen de bewustwording over natuur en milieu groeide – wel hun thuis.’

demonstraties

Bij deze maatschappelijke betrokkenheid hoorde dat de Sargentini’s – Judith heeft nog een broer – in de jaren tachtig meeliepen met demonstraties. Tegen kernenergie, tegen kruisraketten, tegen bezuinigingen op het onderwijs – de appel is niet ver van de boom gevallen.

De kleine Judith vond die demonstraties ‘hartstikke leuk’. En als Sargentini er nu aan terugdenkt, vindt ze het ook niet meer dan normaal dat haar ouders hun kinderen meenamen. ‘Wanneer je een overtuiging hebt, dan voed je je kinderen daarin toch op? Ouders die echt staan voor iets, willen hun waarden doorgeven.’

Bovendien is het niet gek om je kinderen mee te nemen, wanneer je iets gaat ondernemen. ‘Ik herinner mij die demonstraties als gezellige wandelingen met heel enthousiaste mensen. Een festiviteit! Mijn ouders wisten trouwens ook álles leuk te maken; mijn vader was niet voor niets onderwijzer. Zo heb ik elk bosmuseum in Nederland wel een keer gezien en dat vond ik helemaal niet erg.’

Zoals kinderen van kerkelijke ouders op vakantie alle kathedralen moeten bekijken …

‘O, maar dat deden wij ook. Kerken bezochten we ook rond Kerstmis; dan gingen we kijken naar kerststallen. Die hadden wij thuis ook. Zo had mijn vader een kerststal van Dick Bruna gefiguurzaagd en maakten mijn broertje en ik van Playmobil onze eigen stalletjes. Vim (een schoonmaakpoeder, red.) werd onze sneeuw, want uiteraard had het in Bethlehem gesneeuwd. We hadden ook figuren van de drie koningen en die werden elke dag een stukje dichter bij de stal gezet. Op 6 januari waren ze dan binnen.’

Hoorde bij die aandacht voor kerststallen ook kerkbezoek?

‘Nee, mijn ouders zijn gaandeweg van hun geloof gevallen. Toen mijn vader mij na mijn geboorte ging inschrijven bij de gemeente Amsterdam, zei de gemeenteambtenaar: ‘‘Ik zie dat u en uw vrouw als rooms-katholiek zijn ingeschreven. Wilt u dat voor uw dochter ook?’’ Toen zei mijn vader: ‘‘Nee, dank u wel.’’ Waarop de ambtenaar zei: “We kunnen u uitschrijven, hoor.’’ Dat werd meteen geregeld. Mijn moeder heeft dat later ook gedaan.’

katholieke enclave

In huize-Sargentini werd de Volkskrant gelezen, een van oudsher roomse krant, die – zoals Sargentini het noemt – ‘met mijn ouders is meegeëmancipeerd’. De Sargentini’s waren ‘katholiek in Amsterdam’. Wat dat betekende? ‘Wij waren katholiek vanwege het Italiaanse bloed in de familie en daarmee voegden we ons in de oude katholieke enclave van Amsterdam. De oma van mijn moeders kant kwam uit Beverwijk, dat ook zo’n enclave kende. Ik ben dus opgevoed door Amsterdamse katholieken. Die weten heel slecht wat er in de Bijbel staat, maar ze zijn wel van: kom binnen, schuif maar aan tafel; er zit geen deksel op de koektrommel.’

Sargentini snapt dat sommige politici lid zijn van een christelijke partij, maar ze gelooft niet ‘dat het veel uitmaakt’ door welk religieus boek iemand zich laat inspireren. ‘In Amsterdam heb ik als gemeenteraadslid prima samengewerkt met de protestantse diaconie, die vanuit een christelijke grondslag veel deed voor de opvang van ongedocumenteerden. Dat is een progressieve vorm van christendom die heel dicht bij mijn humanisme ligt. Als het streng in de leer wordt, haak ik af.’

Wat is dat, streng in de leer?

‘Laat ik even teruggaan naar Viktor Orbán: als christelijke politicus perkt hij het individu en individuele vrijheden te veel in. Daar kan ik niets mee. Nee, hij is geen positieve reclamezuil voor het christendom, maar er zijn veel mensen die geen reclame zijn voor hun religie of overtuiging. Neem van mij aan: er zijn ook een heleboel vervelende atheïsten.’

’s avonds doorwerken

‘Ik heb me over de kop gewerkt.’

Sargentini zegt het als ze uitlegt waarom ze slecht bij stem is. In een recent interview zei ze zich niet goed te kunnen voorstellen dat sommige mensen ’s avonds naar de film gaan. Zelf werkt ze ’s avond door, zeker als ze in Brussel of Straatsburg is. Eten kan ook heel goed uit de koelkast.

Waarom zij zo hard werkt? Zonder veel nadenken volgt het antwoord meteen: ‘Omdat er nog zo veel te doen is.’

En dan is er nog die andere valkuil: ‘Ik ben nu negen jaar Europarlementariër. Ik beheers het vak en hoe beter dat gaat, des te meer je in een uur kunt en des te meer anderen van je vragen. Dan groeit het werk. En omdat ik door ervaring steeds efficiënter word, neem ik nog wat werk aan. Totdat er opeens niks meer bij kan.’

Is dit een reden dat u zich niet beschikbaar stelt voor nog eens vijf jaar Europarlement?

‘Als Europarlementariër heb je elke vijf jaar automatisch een herijkingspunt en ik zie mezelf dit niet nog eens vijf jaar doen. Ik merk ook dat het moeilijker wordt mijzelf te motiveren. Als ik in dit vak een sabbatical van een jaar had kunnen nemen, had ik dat gedaan. Wat ik doe, vind ik namelijk erg leuk en ik kan het ook goed. Rationeel ben ik er al een tijdje dat ik stop, emotioneel heeft het wat langer geduurd. Ik heb een jaar gedubd, want het is heel tof werk, waarin je bovendien invloedrijk bent. ’

Wat nu?

‘Ik ga doen waarvoor ik in alle drukte geen tijd heb: bezinnen. Daar hoort bij dat ik met mijn moeder op vakantie ga en een lange wandeling maak. En misschien ergens stage lopen. Ik zou best bij een niet-gouvernementele organisatie aan de gang willen gaan, want maatschappelijke betrokkenheid is een rode draad in mijn leven. Ik ben opgevoed met het idee dat je wel nuttig moet zijn. Dat zit er diep in. Als kind van een onderwijzer heb ik ook meegekregen dat je altijd moet kijken hoe het met de groep gaat. En ik wil weer eens een tijdje op de fiets naar mijn werk kunnen gaan. Ja, daar zie ik naar uit.’

Waar bent u trots op? Is de steun voor uw Hongarije-rapport de kers op de taart?

‘Natuurlijk ben ik blij dat het Europees Parlement dat rapport heeft aangenomen, maar ik ben er ook trots op dat door mijn inspanningen een Europese richtlijn tegen het witwassen van crimineel geld is aangenomen. Er was veel tegenwerking – ook van regeringen in EU-lidstaten – en het is me tóch gelukt. Heel tevreden kijk ik eveneens terug op wetgeving tegen handel in conflictmineralen; de grondstoffen waarmee oorlogen worden gefinancierd. Ik heb deze drie successen stuk voor stuk voor de poorten van de hel weggesleept en elke keer zeiden mensen: ‘‘Dat gaat die Sargentini nóóit lukken.’’ Maar ik redde het wél.’

Politiek inzicht, dat hielp. Maar er was meer. Sargentini zegt het nog één keer: ‘Gewoon hard werken.’ ◆ einde aan politieke loopbaan

Judith Sargentini werd op 13 maart 1974 geboren in Amsterdam. Ze groeide op in de wijk Buitenveldert.

Na de Montessorischool studeerde Sargentini geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.

Na haar afstuderen in 1999 werd Sargentini duoraadslid voor GroenLinks in Amsterdam. In 2006 werd ze fractievoorzitter.

In 2009 werd Sargentini voor GroenLinks gekozen in het Europees Parlement en in 2014 volgde een herverkiezing. Afgelopen najaar maakte Sargentini bekend zich bij de verkiezingen van komend voorjaar niet herkiesbaar te stellen.

Sargentini woont samen met haar vriend in Amsterdam. Ze hebben geen kinderen.

‘Buiten de stad vinden ze me een viswijf’

PAROOL-interview door Marcel Wiegman, 20 oktober 2018.

GroenLinkser Judith Sargentini (44) triomfeerde tegen Viktor Orbán, de sterke man van Hongarije, en werd volksvijand nummer één van de Oost-Europeanen. Na 10 jaar in de Amsterdamse gemeenteraad en 10 jaar in het Europarlement is het even genoeg. ‘Eerst maar eens een stukje wandelen.’

Judith Sargentini Beeld Hanna Snijder

Op haar telefoon laat Judith Sargentini een foto zien van een demonstrant in Boedapest. Köszönjük Sargentini staat er op het grote rode bord dat hij in de lucht steekt – bedankt Sargentini. Dat maakt veel goed.

Ze tuurt bedroefd naar het schermpje. “Naar Hongarije hoef ik de komende jaren niet op vakantie,” zegt ze zacht.

Tien jaar lang vertegenwoordigde Sargentini haar partij GroenLinks in de Amsterdamse gemeenteraad, maar haar grote triomf viert ze in Europa.

In het Europarlement werd ze vorige maand toegejuicht, nadat ze twee derde van haar collega’s had weten te scharen achter een strafprocedure tegen de autoritaire Hongaarse premier Viktor Orbán.

Ongekend, zelfs de christendemocraten, die met Orbáns Fideszpartij in één fractie zitten, steunden Sargentini. De beschuldigingen liegen er dan ook niet om: de Hongaarse regering lapt de democratie en de rechtsstaat aan haar laars.

Corruptie heerst, de persvrijheid en de onafhankelijke rechter staan onder druk, terwijl Orbán zich bezondigt aan het organiseren van xenofobe en antisemitische campagnes.

Voor het eerst trekt het Europarlement een streep in het zand.

Maar er is een keerzijde: op de Hongaarse televisie verschijnt nog dagelijks haar beeltenis als erkend vijand van het Hongaarse volk, samen met die van de Joodse Amerikaans-Hongaarse filantroop George Soros en die van Guy Verhofstadt.

“Ongegeneerde Postbus-51-spotjes,” zegt Sargentini. “Onafhankelijke journalisten in Hongarije hebben uitgezocht dat de regering van Orbán er 18 miljoen euro voor heeft uitgetrokken. In werkelijkheid is het alvast een Fideszcampagne voor de Europese verkiezingen van volgend jaar.”

Kranten in Hongarije publiceren het ene na het andere verhaal over de Amsterdamse parlementariër, soms wel vijftien artikelen per dag. Gefundenes Fressen: dat ze zou worden betaald door miljardair Soros – haar verslag over de toestand in Hongarije wordt inmiddels het Soros/Sargentini-rapport genoemd.

Dat ze slechts uit is op wraak omdat het land geen migranten wil toelaten. Dat ze haar studie niet eens heeft afgemaakt.

Met een sip gezicht: “Potverdrie, dat heb ik wél. Ik ben een keurige historicus.”

Voelt u zich bedreigd?
“Het zijn de voorlichters van de regering die dit soort leugens verzinnen. Die houden het nog een beetje netjes, maar uiteindelijk kom je terecht bij het trollenleger en dan komt er van alles.”

“Pas had iemand bedacht dat Judith een Joodse naam is. Dus dan ben je opeens een Joodse hoer die door haar knieën geschoten moet worden. In het parlement liep er beveiliging mee, zolang er journalisten uit Hongarije in het pand waren. Geen Europees land zo agressief als Hongarije.”

Heeft u Orbán nog gesproken?
“Hij had zichzelf uitgenodigd in het parlement, maar kwam pas binnen met zijn gevolg toen we al begonnen waren. Het was een spel. Het was intimidatie. Ik dacht: dat kan ik ook.”

“Na afloop stond er een heel rijtje extreemrechtse parlementariërs klaar voor een selfiemomentje met Orbán. Ik heb me naar voren gedrongen om hem zichtbaar de hand te schudden.”

Ik zie dat u daarvan geniet.
“Het ging met trillende benen, maar als hij zich had afgewend, had ik ook gewonnen.”

Philippe Lamberts, duo-voorzitter van De Groenen in het parlement, zei: vroeger was Orbán mijn held.
“Vroeger was Orbán een veelbelovende, jonge, actieve, liberale leider die het opnam tegen de communisten. Zijn opleiding is door Soros betaald, heel grappig. Ik heb Soros trouwens nooit ontmoet hè. Voordat iemand daar weer over…”

Hoe heeft Orbán zo kunnen ontsporen?
“Ik denk dat het hem vooral om de centen gaat, maar ik wil het niet persoonlijk maken. Het gaat over een regering die zich niet aan democratische standaarden houdt.”

Sargentini is een telg uit een oude Amsterdamse familie. Zesde generatie. Journalist Dick Schaap schreef vijftien jaar geleden de familiekroniek Figuristi Sargentini, waarin hij de weg terugvond naar Giovanni Domenico Sargentini, een Italiaanse gipsgieter uit Bozzano, die zich in de tweede helft van de negentiende eeuw vestigde in de Jordaan.

Judith Sargentini Beeld Hanna Snijder

“Domenico had twee zonen,” zegt ze. “Petrus en Johannes. Toen zijn vrouw overleed, nam Petrus de benen naar Leeuwarden en gingen zijn kinderen naar het weeshuis. Dat is mijn kant van de familie: de zwarte schapen.”

“Eén van de kinderen van Petrus is Dirk, de vader van mijn opa. Aan de andere kant, de kant van Johannes, zit het succes. Dat zijn die loodgieters die je door de stad ziet rijden. Daar zit bijvoorbeeld ook de stadsbouwmeester tussen die de Sandbergvleugel van het Stedelijk Museum heeft ontworpen.”

Giovanni Domenico integreerde zo goed, schreef Schaap, dat bij zijn naasten het vermoeden rees dat hij iets te verbergen had.
“Dat boek was een eyeopener. Ik had me mijn afkomst nooit zo gerealiseerd, ook al omdat ik eruitzie zoals ik eruitzie. Mijn opa, die brouwmeester was bij de Amstel Brouwerij, kon je nog wel voor Italiaan verslijten, maar mijn vader had dezelfde blonde krullen als ik.”

“Mijn moeder vertelde wel dat ze in de jaren zeventig briefjes schreef om aan een woning te komen en zich in allerlei bochten wrong om de huisbaas te overtuigen dat hij echt te maken had met een familie van gezonde witte Nederlanders. Haar ouders hadden een kruidenierswinkel in de Surinamepleinbuurt.”

Hadden Italianen zo’n slechte naam?
“Blijkbaar. Toen ik nog in de Amsterdamse gemeenteraad zat, werd ik aangesproken door Gonny van Oudenallen van Mokum Mobiel, die het had over messentrekkende Italianen.”

“Ik snapte helemaal niet dat dat over mij ging, maar Thijs Reuten van de PvdA, wiens vader Italiaans is en die er nog heel dicht op zijn afkomst staat, ontplofte bijkans. Hahaha.”

“Nou ja, zo nu en dan is het best handig. Als je voor het eerst met mij afspreekt mis je me omdat je naar een ander type zoekt, maar als je het eenmaal doorhebt, vergeet je dat meisje met die niet-sporende achternaam niet meer.”

Voelt u uw lange Amsterdamse familiegeschiedenis?
“Je kunt aan me horen dat ik Amsterdams ben. Buiten de stad vinden de mensen dat geen beschaafd accent. Die vinden mij een viswijf. Ik heb een stevig geluid. Laten we wel wezen: ik ben een kleine vrouw met een schelle stem.”

In het debat sta je dan bij voorbaat met 0-1 achter.
“Zeker als ik me kwaad maak.”

Heeft u daar weleens wat aan proberen te doen?
“Qua stemtraining? Ik heb allerlei trainingen gedaan, maar die niet. Er zijn grenzen. Mensen moeten er maar aan wennen dat vrouwen gewoon een hoger stemgeluid hebben en dat emotie op een andere manier doorkomt dan bij mannen.”

U stond in de Amsterdamse Stopera niet bepaald bekend om uw subtiliteit.
“Ja zeg, ik was 25 toen ik daar begon. Ik ben nu 44, ik heb in de tussentijd echt wel geleerd dat je niet overal meteen bovenop moet springen. Achter de schermen ben ik altijd enorm effectief geweest.”

U bent van de school: ik zal het u nog één keer uitleggen, ook als iemand het gewoon oneens is met u.
“En?”

Heeft u dat van uw vader, onderwijzer en oud-directeur van de Theo Thijssenschool?
“Eerder van mijn moeder. Die heeft het hart op de tong.”

In 2015 kreeg u het nogal voor de kiezen vanwege een tweet waarin u stelde dat het hysterisch was om te veronderstellen dat IS-strijders op vluchtelingenbootjes naar Europa komen.
“Ik had het woord hysterisch niet moeten gebruiken.”

Maar verder staat u er nog wel achter?
“De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding zei zelf: jongens het is niet zo.”

Later bleek het wel zo te zijn.
“Maar toen niet. Waar het mij om ging, was dat werd gesuggereerd dat die boten vol zaten met terroristen. De manier waarop ik het opschreef, was alleen niet handig.”

“Blijkbaar had ik mezelf niet scherp genoeg in de hand en wilde ik een keer iemand lik op stuk geven: hou eens op met je vreemdelingenhaat.”

U bent in Europa vicevoorzitter van de commissie voor terrorismebestrijding.
“Dat ben ik pas sinds vorig jaar. Maar kijk: van Mohammed Bouyeri, die Theo van Gogh vermoordde, tot aan de aanslagplegers op het Joods Historisch Museum in Brussel en die op de boulevard van Nice, het waren allemaal daders met een Europees paspoort of een langdurige verblijfsvergunning.”

“Je kunt schijnveiligheid organiseren door al je tijd en geld te besteden aan het plaatsen van hekken langs de grens, maar beter is het om ons de vraag te stellen: hoe komt het dat mensen die hier zijn geboren of al heel lang wonen tot zulke actie overgaan?”

“Als het gaat om asiel en migratie moeten we ook eens ophouden het probleem te versimpelen tot een gat in de grens. Daar gaat het helemaal niet om. Die mensen komen om een reden.”

“Verschrikkelijk frustrerend, maar als Europarlementariër kan ik alleen nog proberen de pijnlijkste stukjes van het vluchtelingenbeleid een heel klein beetje te verzachten.”

Op televisie was te zien hoe u na het Hongarijedebat wat ongemakkelijk een staande ovatie van het parlement in ontvangst nam.
“Je kunt toch moeilijk je armen in de lucht steken.”

Vond u het moeilijk uzelf in de plooi te houden?
“Veel mensen vonden dat ik mezelf niet in de plooi heb gehouden. Ik heb alleen even mijn hoofd in mijn handen gelegd, maar ik heb me onvoldoende gerealiseerd dat die camera voortdurend op mijn smoel stond.”

“Sommigen vonden het niet netjes dat het parlement zich zo liet gaan. Ik vond het juist goed voor al die Hongaren die blij zijn met wat is gebeurd.”

Hongarije en Polen, waartegen ook een procedure loopt, hebben aangekondigd dat ze elkaar straks in de Europese Raad met een veto steunen om strafmaatregelen tegen te houden.
“Dat weten we al heel lang.”

Maakt u dat niet cynisch?
“Moet ik nu zeggen: het heeft toch geen zin?”

U heeft aangekondigd na deze periode te vertrekken.
“Maar dat is niet omdat ik niets zou hebben bereikt, want ik weet namelijk heel goed wat ik wél heb bereikt. Ik heb heel aardige wetgeving over conflictmineralen voor elkaar gekregen, mineralen die worden gebruikt om oorlogen mee te financieren. En daarna heel mooie wetgeving tegen witwassen.”

“Mijn punt is: ik heb straks tien jaar in het Europarlement gezeten en daarvoor tien jaar in de gemeenteraad. Je moet wel een beetje fris blijven. Het gebeurt me iets te vaak dat ik denk: hebben we al geprobeerd, werkt niet. Ik kan het op routine nog heel lang volhouden, maar verzin ik dan nog iets nieuws? Neem ik nog een initiatief?”

Ziet u het vaak: politici die te lang blijven?
“Er zijn er veel die zich het schompes werken, maar ik denk in Brussel ook wel bij sommige politici: het is maar goed dat je ver van huis bent, want dan hoeft niet iedereen te zien hoe je de kantjes ervanaf loopt.”

“Ik zag het mezelf gewoon niet nog eens vijf jaar doen. Het is nogal een ritme. Ik ben al negen jaar door de week van huis weg en vaak ook in het weekend.”

“In Brussel leid ik een erg simpel bestaan: ik werk tot laat door, dan haal ik wat Tupperware uit de vriezer en ga ik op tijd naar bed.”

Dat klinkt wel heel treurig.
“Nee hoor, zo hou ik mezelf gezond. Het is heel aantrekkelijk om elke avond met anderen in een restaurant te zitten met een wijntje en een trijntje, maar als ik dat doe, kom ik op donderdagavond thuis bij mijn vriend en zeg ik het hele weekend geen boe of bah meer. Dat is niet leuk.”

Werkt u niet gewoon te hard?
“Het is nog maar tot juli.”

Heeft u er veel voor moeten laten?
“Ik zie mensen te weinig, maar ze pikken veel van me. Dat is fijn.”

U heeft geen kinderen.
“Daar heb ik nooit zo’n behoefte aan gehad. Maar dat het hard werken is, dat klopt wel. Misschien is dat ook wel een reden om te denken: nu even wat anders, nu iets meer voor mezelf gaan leven.”

Verlangt u weleens terug naar de Amsterdamse gemeenteraad?
“Ik denk er altijd aan als ik door de stad fiets. Dan zie ik die lelijke bult op de opera en denk: trekkenwand! De decorwanden hangen daarin. Dat moest moderner. We hebben daar als gemeente allejezus veel geld in gestopt.”

“Wist je dat er in Amsterdam nog steeds Sargentinibanen zijn? Ja, man. Toen in Den Haag de gesubsidieerde Melkert­banen werden opgeheven, hebben wij er hier tachtig gered in de culturele en welzijnssector.”

“Pas toen ik weg was, kwam ik erachter dat de sociale dienst die tot Sargentinibanen heeft gedoopt. Ik kom soms nog mensen tegen die zeggen: mevrouw Sargentini, ik heb uw baan.”

Uw broer vertelde dat uw ouders u al naar demonstraties meenamen toen hij vijf was en u zeven.
“Vredesdemonstraties op Woensdrecht, de grote antikernwapendemonstratie van 1981 op het Museumplein in Amsterdam. We zijn er maar even geweest, want mijn moeder was een weekendje weg met vriendinnen en mijn vader wilde nog naar het natuurvriendenhuis in Wijk aan Zee. Die ging niet het hele weekend thuis zitten met ons als mijn moeder op stap was.”

Nee, hij sleepte u mee naar linkse demonstraties.
“Nou en? Een kind gaat toch gewoon mee naar waar hij mee naartoe wordt genomen? Wat is daar mis mee? Ik had hele leuke ouders die overal een avontuur van maakten.”

“In de jaren tachtig demonstreerden we voor beter onderwijs. Als andere kinderen een dagje vrij hadden omdat er werd gestaakt, stond ik op het Malieveld voor een demonstratie van de onderwijsbond.”

Boos?
“Helemaal niet. Ik moest op zondag ook mee met mijn moeder naar de handbalclub. Dat vond ik een stuk vervelender. Het had niet zo’n ideologische lading. Zij gingen erheen en wat doe je dan met de kinderen? Die neem je mee. Zo werkte dat.”

“Wij waren ook niet hardcore. Wij gingen naar demonstraties waar zo’n beetje heel Nederland heen ging als je een warm kloppend links hart had. Heel gezellig. Ik zat zelf bij de Nivon. Leuk: weekendjes weg, kampvuurtjes stoken en debatteren. Zo rolde ik in de politiek.”

Hoe kwam uw vader zo links?
“Geen idee, ik kan het hem niet meer vragen, want hij is twee jaar geleden overleden. Van zijn vader had hij het niet. Hij was bewust, lid van Natuurmonumenten, Greenpeace, Wees Wijs met de Waddenzee. Wij hadden thuis geen auto. Wij gingen met rugzakjes op in het openbaar vervoer.”

“Als we naar familie gingen op Ooltgensplaat op Goeree-Overflakkee, gingen we vanuit Buitenveldert, waar wij woonden, eerst naar CS, dan namen we de trein naar Rotterdam en daar de metro naar Zuidplein om vervolgens een bus te pakken naar de plaats van bestemming.”

“Is dat zielig? Bij andere mensen kregen de kinderen ook vaker priklimonade. Daar kom je als kind best overheen, hahaha. Andere kinderen gingen op vakantie met de klapcaravan, wij vlogen naar Noorwegen.”

“Wij deden spannende dingen, zaten in het buitenland in de trein of strandden ergens in the middle of nowhere en moesten dan met het hele gezin liften omdat de bus toch niet kwam.”

Wat gaat de toekomst brengen als u straks het parlement verlaat?
“Dat weet ik niet. Eerst maar eens een stuk wandelen.”

Alleen niet in Hongarije.
“Nee, dat nog even niet.”

Beeld Hanna Snijder

Judith Sargentini
13 maart 1974, Amsterdam

1978-1986 Twaalfde Montessorischool, Amsterdam
1986-1992 Spinozalyceum (gymnasium), Amsterdam
1992-1999 Studie geschiedenis Universiteit van Amsterdam
1991-1992 Bestuurslid Dwars (jongeren­organisatie GroenLinks) en daarvoor actief bij de PSJG (jongerenorganisatie PSP)
1995-1996 Secretaris van de Landelijke Studenten Vakbond
1999-2009 (Duo-)gemeenteraadslid Amsterdam (vanaf 2006 fractievoorzitter) voor GroenLinks
2000-2007 Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika
2007-2009 Consultant voor Eurostep
2009-heden Lid van het Europees Parlement (2009-2013 voorzitter GroenLinksfractie)
2018 Rapporteur over Hongarije voor het Europees Parlement

Judith Sargentini woont samen in Amsterdam-Centrum

Een nog jonge Judith Sargentini Beeld –

Judith Sargentini en Hongarije – Zondag met Lubach (S09)

vpro zondag met lubach Gepubliceerd op 14 okt. 2018

Deel deze video met al je Hongaarse vrienden en vijanden: https://youtu.be/dlEQDvGMuEU Judith Sargentini is in Hongarije een van de bekendste Nederlanders. Ze is daar vooral bekend als staatsvijand omdat ze een kritisch rapport heeft geschreven over Hongarije. Zo beweert ze dat de Hongaarse regering de rechtsstaat afbreekt. De Hongaarse premier, Viktor Orbán, is woedend over haar onderzoek. Arjen Lubach remixt de actuele week in dertig minuten, laat ondergesneeuwde verhalen smelten en maakt brekend nieuws weer heel. Vanuit theater Bellevue in Amsterdam: Zondag met Lubach, zo goed als nieuws. #ZML Deze video komt uit uitzending 5 van seizoen 9 van Zondag met Lubach. #ZondagMetLubach is wekelijks te zien om 22.10 uur op #NPO3. https://www.vpro.nl/zondag-met-lubach…http://www.vpro.nl/zmlhttp://www.npo3.nl/zondagmetlubach