Tussen grensbewaking en toekomstdromen

Blog #1 voor OneWorld, 25 februari 2018.

Pakt de EU met het huidige beleid de grondoorzaken van migratie daadwerkelijk aan? In haar eerste blog voor Movement houdt Europarlementariër Judith Sargentini ons met een kritische blik op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van migratiebeleid.

In november 2017 was ik voor de EU-Afrika top in Abidjan, de hoofdstad van Ivoorkust. Een top als deze, met regeringsleiders van beide continenten, herijkt de relatie voor de komende jaren. Afrikaanse en Europese regeringsleiders bespreken tijdens deze top de samenwerking tussen de Afrikaanse Unie en de Europese Unie. Officieel was het thema: investeren in de jeugd en een toekomstperspectief bieden voor jongeren. Maar waar het echt om draaide was migratie, het onderwerp dat de relatie tussen de EU en Afrika de laatste jaren beheerst.

Europese regeringsleiders kwamen eigenlijk vooral praten over het tegenhouden van migranten, de Afrikaanse regeringsleiders over de ontwikkeling van hun landen. Die twee belangen lijken te botsen, maar zijn wel met elkaar te verenigen: jonge vrouwen en mannen die erop vertrouwen dat ze in eigen land een toekomst kunnen opbouwen, zijn minder geneigd te vertrekken. Maar hoe kun je een leven opbouwen als je niet naar school kan? Als je nooit weet of je morgen ergens geld kunt verdienen? Wanneer je geen gezin durft te stichten omdat je het niet kunt onderhouden? Als je wel een opleiding hebt, maar geen steekpenningen om aan een baan te komen? Kansenarmoede is een van de oorzaken van migratie. En root causes of migration is nou net het nieuwe buzzword in het Europese migratiebeleid. Het aanpakken van de grondoorzaken dus. Behalve over armoede en ongelijkheid, hebben we het dan over conflicten, corruptie en falende rechtsstaten die mensen dwingen hun heil elders te zoeken.

Terwijl de Europese en Afrikaanse leiders op de AU-EU top druk onderhandelden hoe ze de korte- en langetermijnbelangen met elkaar in overeenstemming konden brengen, landde een vliegtuig op Abidjan International. Het was de allereerste chartervlucht van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), vol met Ivorianen die uit de vreemdelingengevangenissen van Libië kwamen. Op hen wachtten geen diplomatieke konvooien en prettige hotellobby’s. Vaak wachtte er helemaal niemand op hen. De eerste week na hun aankomst in Ivoorkust worden ze opgevangen door de IOM, daarna moeten ze het zelf zien te rooien. Deze re-integratie van de Ivorianen wordt gefinancierd door het Noodfonds voor Afrika van de EU.

De berichten over geweld en mishandeling in detentiekampen en mensen die als slaaf worden verhandeld in Libië hebben uitgebreid in de kranten gestaan. Deze mensen hadden dat meegemaakt. Een paar dagen na hun terugkomst sprak ik een aantal van hen. Ze waren er slecht aan toe, opgelucht – natuurlijk – dat ze veilig waren, maar ook verslagen omdat ze terug bij af zijn. Een jonge vrouw vertelt dat ze met haar peutertje een half jaar in detentie heeft gezeten in Libië. Haar man heeft eerder de oversteek naar Italië gemaakt en wacht daar op hen. Ze is uitgeput en weet niet hoe het nu verder moet.

Tussen de terugkeerders zaten ook jonge mensen met een academische opleiding die een tijd in Tunesië hadden gewerkt. In Europa leeft nog wel eens het beeld dat elke dag genoeg te eten en een plek om te slapen voldoende is om migratie te stoppen, maar de stedelijke jeugd in Afrika volgt het nieuws en weet wat er in de wereld te koop is. Zij hebben dezelfde toekomstdromen als wij: over persoonlijke ontwikkeling, een beetje comfort en een perspectief. Om dat te bereiken zijn ze bereid door de hel te gaan.

Lidstaten en de Europese Unie verscherpen ondertussen de grensbewaking en noemen een gat in de grens een grondoorzaak van migratie. En dus trainen we de Libische kustwacht en douaniers in landen als Tsjaad en Niger om migranten tegen te houden. Alleen: daarmee zorg je misschien dat mensen niet in Europa aankomen, maar niet dat ze niet vertrekken.

Het echt aanpakken van de grondoorzaken van migratie vergt naast ontwikkelingsbeleid ook aanpassingen in ons Europees beleid, en het levert niet van vandaag op morgen resultaat. Je hebt niet zomaar een functionerende rechtsstaat opgetuigd en je bevolking zoveel vertrouwen in de toekomst gegeven, dat ze de vaak ingesleten migratiegewoonten opgeven.

Afrikaanse en Europese leiders staan voor de taak deze jonge Afrikanen kansen te bieden. En dat vergt daadwerkelijke duurzame ontwikkeling. Duurzaam is het volgens mij alleen als een samenleving eerlijker wordt, minder corrupt en veerkrachtiger. Wanneer die gelijke rechten voor mannen en vrouwen biedt en gelijke kansen voor burgers, ook zonder kruiwagen of steekpenning. Duurzame ontwikkeling vereist ook dat noord en zuid gelijke kansen krijgen: door eerlijkere handels- en investeringsverdragen, door te stoppen met foute belastingconstructies, door Europese bedrijven verantwoordelijk te houden voor misstanden in de productieketen, óók als die buiten de EU plaatsvinden. Op deze gebieden is nog veel werk te verzetten, maar daarover later meer. Als we dat allemaal zouden doen, en we houden dictators en corrupte regimes niet de hand boven het hoofd, nemen de toekomstkansen in Afrikaanse landen echt toe.