Europarlementariër Sargentini: ‘Europese middenpartijen hebben extreem-rechts salonfähig gemaakt’

Volkskrant interview door Wim Bossema. 20 mei 2019

Ze werd in het najaar een van de bekendste gezichten van het Europees Parlement: Judith Sargentini van GroenLinks. Haar portret prijkte op reclameborden en in tv-spotjes van de Hongaarse regering als toonbeeld van de vijandige Europese Unie.

Judith Sargentini, Europarlementarier voor GroenLinks, in 2018. Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Ze had zich de toorn van de Hongaarse premier Viktor Orbán op de hals gehaald met een zeer kritisch rapport over de ondermijning van de rechtsstaat in zijn land, aangenomen door het Europarlement. Sargentini ­besloot te stoppen op het hoogtepunt en staat niet op een verkiesbare plaats bij de verkiezingen van donderdag.

Hoe staat het Europees Parlement ervoor bij uw vertrek?

‘Best in goede staat, vind ik. Dat hang ik op aan de stemming over ons onderzoeksrapport over Hongarije in september, dat de instemming kreeg van tweederde van de parlementsleden, ook van rechtse. Dat betekent toch dat zij de democratie hoog in het vaandel houden, dat zij over politieke spelletjes heen kunnen springen. In het zittende parlement zijn de meeste leden pro-Europees, dat zal na de verkiezingen anders zijn.’

Inderdaad, ondanks uw succes staan rechts-nationalistische partijen als de Fidesz van Orbán, Salvini’s Lega in Italië en zelfs de nieuwe Brexit Party van Nigel Farage in de peilingen op winst. Wat betekent dat voor het parlement?

‘Ik vind dat heel zorgelijk. Extreem-rechtse regeringsleiders als Salvini en Orbán hebben de Europese Raad al min of meer stilgelegd, omdat die niet meer tot conclusies of oplossingen kan komen, bijvoorbeeld over migratie en de rechtsstatelijkheid. Ze zullen blij zijn als het Europees Parlement in net zo’n impasse geraakt. Er zijn meer landen, zoals Roemenië, Polen en Oostenrijk, die ­debat daarover niet meer zo nodig vinden. Ik ben nu in Riga op bezoek bij de Groene Partij van Letland; er gaat hier veel goed, maar ook dit land blokkeerde een serieus debat over de rechtsstaat.’

Hoe verklaart u de populariteit van nationalistisch rechts?

‘Ik wil een appèl doen op de centrumpartijen om duidelijker stelling te nemen. Die hebben de taal van nationalistisch rechts, zoals jij dat noemt, salonfähig gemaakt door die deels over te nemen. De christendemocratische fractie, de EVP, heeft lang gedacht dat de nationalisten met pappen en nathouden wel rustig konden worden gehouden, dat het zo’n vaart niet zou lopen. Daar hebben we allemaal in ­Europa de prijs voor moeten betalen.

Het heeft wel acht jaar geduurd voor Manfred Weber, de CSU-voorzitter van de EVP, zich wilde uitspreken over onze bevindingen van de situatie in Hongarije. Dat ze nu te elfder ure Fidesz als EVP-lid hebben geschorst, wist niet uit het geheugen dat ze tot voor kort volhielden dat het allemaal niet zo erg was. Anderhalve maand voor de verkiezingen nogal halfslachtig helderheid scheppen, neemt niet weg dat ze die partij de afgelopen jaren acceptabel vonden.’

De centrumpartijen lijken nu toch meer stelling te nemen? Premier Rutte viel vorige week opeens hard de anti-Europese houding van FvD-leider Thierry Baudet aan.

‘Oké, maar daarmee maakt hij niet ongedaan wat hij eerder zei, in de sfeer van ‘als het je hier niet bevalt, dan ga je maar weg’. Op die manier heeft hij toch het taalgebruik naar de extremen laten opschuiven. Hij had het ook kunnen hebben over hoe goed de Marokkaanse Nederlanders het doen vijftig jaar na het eerste gastarbeiderscontract. Een dag of tien voor de verkiezingen kun je niet ongedaan maken dat je eerder heel onvriendelijk over nieuwkomers hebt gesproken. Dat zet geen zoden aan de dijk.’

Waar komen de kiezers van die partijen vandaan, denkt u?

‘Niet van mijn electoraat in ieder geval. Ik denk van de middenpartijen, de christendemocraten, liberalen, sociaaldemocraten. Die hebben zich niet genoeg rekenschap gegeven van de economische moeilijkheden van veel burgers. En ze hebben het gemakkelijker gemaakt voor kiezers om op extreem-rechtse partijen te stemmen door hun taalgebruik over te nemen. In Beieren dacht de oppermachtige CSU de kiezers bij de AfD weg te kunnen houden door dezelfde taal te bezigen. Een grote vergissing, bleek bij de verkiezingen van oktober: kiezers gaan dan liever voor het echte werk. Ondertussen is het taalgebruik genormaliseerd; dat draai je niet zomaar terug.’

U bent er niet bij in het nieuwe Europarlement, maar hoe moet dat met een veel grotere anti-Europese sectie?

‘Ik hoop dat de collegae die blijven of erbij komen zich realiseren dat er een tandje bij moet worden gezet. Ik begrijp dat de EVP heeft gezegd geen deals te zullen sluiten met extreem-rechtse partijen. Ik zou zeggen: houd ze eraan.’

En wat gaat u doen?

‘Ik weet het nog niet. Na twintig jaar als volksvertegenwoordiger van de gemeenteraad tot het Europarlement is het mooi geweest. Ik ben nu nog druk in de campagne voor de Europese verkiezingen. Maar ik ben niet zo’n spreker voor bijeenkomsten en debatten, niet zo van de ­beste stuurlui staan aan wal. Ik wil iets praktisch doen.’