TROUW, 25 augustus 2022: Artsen zonder Grenzen naar Ter Apel. ‘Dit is geen vluchtelingencrisis, het is een beleidscrisis’

Artsen zonder Grenzen (AzG) verleent vanaf donderdag medische en psychologische zorg aan asielzoekers buiten de poort van het aanmeldcentrum in Ter Apel. Het is de eerste keer dat AzG medische hulp biedt in Nederland.

“Ik hoop echt dat we maar zes weken hoeven te blijven,” zegt AzG-directeur Judith Sargentini. Ze zit in een huisje in Drenthe en gaat zo meteen naar Ter Apel, waar haar organisatie een hospitaal op wielen zal opzetten, met een verpleegkundige, een arts, een psychosociaal medewerker en een vertaler. “Ik had nooit verwacht dat we in Nederland hulp zouden moeten leveren.”

Wat gaat Artsen Zonder Grenzen precies doen?

“We zullen vijf dagen per week aanwezig zijn, waaronder één weekenddag, omdat het Coa dan minder medewerkers heeft. De mensen die we ter plekke kunnen helpen, helpen we daar. Maar we kunnen ook mensen die ernstig ziek zijn doorverwijzen naar het ziekenhuis, of minder ernstig zieken naar de gewone gezondheidszorg.

“Iemand die daar staat, op het veld, zonder de taal te spreken, zonder toegang te hebben tot een overheidsmedewerker, heeft vaak geen idee hoe hij of zij naar het ziekenhuis moet komen. Ons werk gaat vaak om het kunnen bereiken van mensen. Daarnaast zullen we ook psychische ondersteuning bieden. Ook werken we samen met plaatselijke gemeenten, het Coa en het Rode Kruis.”

De situatie in Ter Apel is al een tijdje penibel. Waarom kiest Artsen zonder Grenzen dit moment om dokters te sturen? En hoe lang verwacht u te blijven?

“Daar heb ik geen goed antwoord op. Waarom gaan we nu, en niet een paar weken geleden? Het is de laatste tijd echt erger geworden. Maar ik denk dat we lang dachten, en vooral hoopten, dat de Nederlandse overheid eigen medische zorg zou aanbieden in Ter Apel. Maar de overheid heeft het tot nu toe laten afweten. Ik hoop dat de overheid die zorg zo snel mogelijk wél zelf zal aanbieden, zodat wij maar 4 of maximaal 6 weken hoeven te blijven.”

U zegt dat de situatie in Ter Apel te vergelijken is met die van de vluchtelingenopvang op het Griekse eiland Lesbos. Wat zijn de grootste overeenkomsten?

“Mensen die zonder faciliteiten of hulp worden overgelaten aan de elementen. Vannacht hebben er weer honderden in de buitenlucht geslapen. Ook ouders met kinderen. Ook gehandicapten. Daarbij is er niet genoeg te eten en zijn er geen douches. Door het gebrek aan hygiëne hebben sommige mensen huidziekten gekregen.”

“Net als in de overvolle kampen op Lesbos worden hier mensen na een zware vluchtreis aan hun lot overgelaten. Vluchtelingen die gewond en getraumatiseerd zijn geraakt en op zoek zijn naar veiligheid stranden nu voor deze poort. Maar de meest schrijnende overeenkomst met Griekenland is dat ook hier de overheid het laat afweten.”

Bent u daar verbaasd over?

“Dat is een gewetensvraag. Mijn vertrouwen in de Nederlandse overheid is eigenlijk heel groot. Maar iedereen had dit kunnen zien aankomen. Dit is geen vluchtelingencrisis, het is een beleidscrisis. Er is jaren bezuinigd op de opvang van vluchtelingen. In het coalitieakkoord van 2021 staat dat er 200 miljoen euro geïnvesteerd zou worden in het Coa en de IND. Dat geld is er nog niet, terwijl het zo hard nodig is. Laat ik het zo zeggen: ik wil hier verbaasd over zijn.”

Bent u boos?

“Ja ik ben boos. Ik had nooit verwacht zulk groot leed te zien in Nederland. Leed dat zo gemakkelijk te vermijden was. De gemeenten horen opvang te verlenen. En ik heb eigenlijk maar een boodschap: laat onze activiteit tijdelijk zijn.”