Judith Sargentini of Dutch Greens says situation has got worse since her report last year
The Hungarian prime minister, Viktor Orbán, has dismissed criticism by EU leaders. Photograph: Bernadett Szabó/Reuters
European Union leaders are failing to act despite the “worsening” outlook for the rule of law in Hungary, according to a leading MEP.
Judith Sargentini, a Dutch MEP whose report triggered the EU’s most serious disciplinary procedure against Hungary
last September, called on the Council of EU member states to start “a
real process” that would examine the rule of law in that country.
“Since the vote on my report in September things in Hungary actually only got worse,” said the Green MEP.
Since MEPs voted to trigger action from EU member states, she said
the Central European University had moved to Vienna and the government
had created a new court that will be subject to ministerial control.
The MEP called on Romania, which is chairing the EU rotating
presidency, to produce a timetable for examining the rule of law in Hungary,
as she accused Budapest of stalling the process. “Hungarian citizens
have the right for protection and have the right to know what you are
planning to do.”
Frans Timmermans, the vice-president of the European commission, said
he regretted that Sargentini had not been given a chance to present her
analysis of threats to the rule of law in Hungary to EU ministers.
The European parliament voted to trigger the EU’s most serious disciplinary procedure against Hungary last September, a move that was supported by some MEPs in the centre-right European People’s party, the group that houses the ruling Fidesz party.
Although EU law requires member states to act, the procedure has
languished and little progress is expected before European elections in
May.
Hungary’s government refused to take part in the latest debate in
Brussels, saying that the European institutions had been hijacked by
“the political left and political liberals” for a political rally.
Viktor Orbán’s spokesman, Zoltán Kovács, claimed that the rule of law
procedure was a “political plot” linked to the philanthropist George
Soros, the Hungarian-born billionaire philanthropist who is subject to relentless attack by the Hungarian government.
The government also singled out Timmermans, describing the Dutch EU
commissioner as “an arm of these leftist liberal Soros-related
organisations”.
Timmermans, who is seeking to become the next commission president,
rejected attempts to portray him as pursuing his own agenda. “In my work
on the rule of law I have the full support of the president of the
commission and all of the other members,” he told journalists. “I would
be more worried if Viktor Orbán started praising me frankly,” in remarks that highlight the depth of tensions between Brussels and Budapest.
During the debate on Wednesday evening Hungary’s government received
support from conservative MPs, including members of the group created by
David Cameron, once he took the Tories out of the moderate centre-right
European People’s party. One Polish MEP, who sits with the British
Conservatives, said the “European establishment” had been attacking
“people you want to get rid of” ever since the moves to isolate the far-right Austrian leader Jörg Haider.
Responding to such points, Timmermans said democracy was always
invoked as justification for not complying with EU legislation. Hungary
had made the “wonderful” and “sovereign choice” to become a member of
the EU. “If you choose to become member of a treaty-based organisation,
like the European Union, you by that choice say you will follow the
rules of that treaty.”
The debate came one day after new research from Transparency
International showed that Hungary was deemed to have become more corrupt
since Orbán returned to office in 2010. According to Transparency
international’s latest corruption perceptions index, Hungary has fallen
nine points in the rankings since 2012 to a level that suggests “serious
problems with corruption”.
Kovács dismissed suggestions that Hungary had questions to answer
about alleged misuse of EU funds by Orbán’s friends and families. Kovács
said it was “a very nice political agenda” for critics, but insisted
Hungary obeyed all EU rules.
Met haar rapport over de afglijdende rechtsstaat in Hongarije werd Judith Sargentini dit jaar een bekende Europarlementariër, in binnen- en buitenland.
Of
ze in Hongarije nog over straat kan zonder meteen herkend te worden,
vroeg laatst iemand aan Judith Sargentini, op vriendelijk-jolige toon.
“Dat is eigenlijk helemaal niet grappig”, antwoordde ze. Met de
haatcampagne die de Hongaarse regering tegen haar voert, en waarin haar
gezicht met grote regelmaat is te zien, in een soort heksachtige
bewerking bovendien, kijkt ze wel uit om voet op Hongaarse bodem te
zetten. Je weet nooit welke geïndoctrineerde gek je tegenkomt. Op
Twitter krijgt ze seksistische bagger over zich heen en wordt ze zelfs
met de dood bedreigd.
Er
zijn ook leukere kanten aan die ‘roem’, ervoer ze in een Amsterdams
zwembad. “Sta ik daar druppend langs de kant, met mijn badmuts en
zwembrilletje op, komt er een Hongaarse mevrouw naar me toe om te
zeggen: ‘Dankuwel, mevrouw Sargentini’”.
In
september nam het Europees Parlement met een twee derde meerderheid
haar rapport aan over de afglijdende rechtsstaat in een EU-land, een
unicum in de geschiedenis van dat parlement.
Daarmee
werd 2018 het jaar dat de GroenLinkser in binnen- en buitenland een
bekende Europarlementariër werd, maar ook het jaar dat ze haar vertrek
uit dat parlement aankondigde, na de verkiezingen van volgend jaar. “Ik
vind die debatten zonder resultaat niet leuk meer, vooral over asiel en
migratie”, lichtte ze een paar dagen voor die cruciale
Hongarije-stemming in Straatsburg haar besluit toe in deze krant.
We zijn drie maanden verder, wat is er in de tussentijd met dat Hongarije-rapport gebeurd?
“Ik
heb het gepresenteerd tijdens een informele ministersbijeenkomst, op
een maandagochtend om acht uur. Ik zat daar met slechts vijf ministers
in het lulligste zaaltje dat je je kunt voorstellen. Dit is blijkbaar de
manier waarop het parlement wordt bejegend door de lidstaten. De
Europese Centrale Bank en de Europese Commissie worden altijd met alle
egards ontvangen, maar wij mogen niet eens zo’n belangrijk rapport over
artikel 7 uit het EU-verdrag komen voorstellen. “Minister
Stef Blok was er wel, dat was fijn. Nederland neemt het echt serieus,
ze hebben met Eurocommissaris Timmermans (die streng is tegen Polen,
red.) en mij ook een morele verplichting. “Maar
verder wist ik niet eens wie er precies zaten. We kregen geen lijstje
met namen, het moest allemaal zo informeel mogelijk, kennelijk om te
voorkomen dat het parlement hieraan allerlei rechten ging ontlenen. Er
zat ongetwijfeld ook een Hongaarse diplomaat bij, maar die deed zijn
mond niet open. We mochten ook niet met zoveel mensen komen, want dat
paste niet in het zaaltje. Maandagochtend, acht uur ’s ochtends in dat
gigantische raadsgebouw… Dan zijn er zaaltjes zat hè? Zááltjes zat. Het
was een aanfluiting. Intussen verslechtert de situatie in Hongarije
gewoon verder.
“Dit
zou dus overnieuw moeten, maar de vraag is hoe hard onze
parlementsvoorzitter Antonio Tajani gaat duwen. Die heeft mij ook
nauwelijks in bescherming genomen tegen de Hongaarse haatcampagne. Hij
heeft er een keer iets over gezegd, in een adem met een Italiaanse die
door extreem-rechtse demonstranten in Italië is aangevallen. Ik, en met
mij het hele parlement, word aangevallen door een regering van
EU-lidstaat, en word in hetzelfde alineaatje opgesomd als iemand die
door een stelletje neonazi’s is aangevallen. “Tajani
(van Forza Italia, die samen met Orbáns Fidesz-partij in de Europese
Volkspartij zit, red.) heeft voorafgaand aan de stemming over mijn
Hongarije-rapport afgeraden om ervoor te stemmen. Hij zei iets als ‘dit
doen we toch ook niet tegen Roemenië of Slowakije?’ Dat zegt hij omdat
daar sociaal-democraten in de regering zitten. “Dat
kun je als parlementsvoorzitter niet maken. Zoiets zou Martin Schulz
(Tajani’s voorganger, red.) nooit hebben gedaan. Die was met mij
meegegaan naar die ministersbijeenkomst op maandagochtend. Goed, daar
had hij mij waarschijnlijk wegge-elleboogd, maar Schulz zou deze strijd
heel anders gestreden hebben.”
Wordt het niet een heel frustrerend einde zo, met uw rapport?
“Dat
zou kunnen, behalve dat er Europese verkiezingen aankomen. Dit is een
politiek proces dat ook zal meespelen in de campagnes. De
christen-democraten in West-Europa gaan hier last mee krijgen.”
Toen
u uw vertrek aankondigde, zei u dat u zich een tijdje wilde bezinnen op
de toekomst. Nu weet ik niet hoe u in elkaar zit, maar ik kan me zo
voorstellen dat die bezinning al begint op de dag dat je zo’n besluit
neemt, en dat u op uw laatste dag volgend jaar zomer al bent
uitbezonnen.
“En
dat je dan klaar bent? Eerlijk gezegd, ik ben net weer beter van twee
weken ziek zijn, en heb al die tijd min of meer doorgewerkt. Bij die
Hongarije-presentatie voor de ministers op die maandagmorgen was ik
strontziek. Ik zat dik onder de paracetamol en vervolgens heb ik ook nog
een hele Straatsburg-week doorgewerkt. Terwijl zo’n zware verkoudheid
echt niet twee weken hoeft te duren. Dus ik denk dat ik wel even tijd
nodig heb. “Ik snap wat je bedoelt, maar ben echt
van plan om eventjes geen dingen aan te nemen. Lange wandelingen maken,
met mijn moeder op vakantie, dat soort dingen. Ik zie mezelf niet in
september 2019 een nieuwe baan aanvaarden.”
De groene partijen in Europa hebben de wind in de rug…
“Terwijl we twee jaar geleden nog dachten: o mijn God.”
Maar u maakt dat bij de verkiezingen van volgend jaar allemaal niet meer mee.
“Regelmatig
denk ik: o ja, dat ga ik wel missen. Maar niet genoeg om terug te komen
op mijn besluit. Toen ik rondliep op het congres van de Europese
Groenen (eind november in Berlijn, red.) merkte ik dat sommige dingen
gewoon niet meer voldoende enthousiasmeren. Als je dat gaat denken, moet
je echt wat anders gaan doen.”
Als
je kijkt naar de onderwerpen waar u de afgelopen jaren mee bezig bent
geweest – Hongarije, witwasrichtlijn, conflictmineralen – dan lijken dat
geen echte GroenLinks-speerpunten, in de categorie klimaat
bijvoorbeeld.
“Dat
is altijd zo geweest. Ik heb nooit klimaat- of milieudossiers gedaan,
ook niet in de Amsterdamse gemeenteraad. Altijd onderwijs, justitie,
veiligheid, sociale zaken, armoede, diversiteit, dat soort dingen. De
afdeling ‘rood’.”
Nooit de behoefte gehad om iets met klimaat en milieu te doen?
“Wel in mijn privéleven, daar hou ik me er keurig aan.”
Bij ons in de krant stond ooit dat u een emmer in uw douche heeft staan, en dat u daarmee de wc doorspoelt.
“Inderdaad,
ik heb een emmer in de douche staan. Het duurt bij mij heel lang
voordat het water warm wordt. Dan kun je al dat water wel door het putje
dingesen, maar dat vind ik zonde. Dus staat er een emmer in de douche
en daarmee spoel ik de wc door.”
Was er niet een keer iemand die adviseerde om te plassen tijdens het douchen, om water te sparen?
“Dat
was een GroenLinks-wethouder ergens in het noorden. Dat vond niet
iedereen een even fris idee. Ik doe die emmer. Ik zie in de krant vaak
van die lijstjes staan met snelle milieuvriendelijke oplossingen. Alles
wat daarop staat, doe ik al. ‘Doe je wasdroger weg’. Nooit gehad, wij
hebben gewoon een rekje. ‘Doe je auto weg’. Nooit gehad. ‘Isoleer je
huis’. Ons huis is van 2003. ‘Eet geen vlees’. Doe ik al sinds mijn 13de
niet. “Ik reis natuurlijk wel veel. Daar is mijn
voetafdruk stevig, laten we er niet omheen draaien. Ik compenseer dat
wel, maar compenseren is een soort van katholieke aflaat.”
U komt uit een links nest. Nu willen pubers zich nog wel eens afzetten tegen hun ouders. Nooit die behoefte gehad?
“Nee,
nooit. Mijn ouders waren ook niet politiek actief hè, ze waren
maatschappelijk actief. Ik ben warm en maatschappelijk bewust opgevoed
en het is nooit in me opgekomen dat je anders zou moeten leven.”
Hoe vierden jullie vroeger Kerstmis thuis?
“Mijn
ouders zijn katholiek opgevoed en zijn van hun geloof gevallen in de
jaren zeventig. Maar daar bleven natuurlijk culturele dingen van hangen.
Wij vierden het vooral op kerstavond, dat was een soort ceremonie die
voor mijn ouders misschien in de plaats kwam van de verplichte nachtmis.
Mijn moeder bakte een cake of een tulband, en mijn vader pakte zijn
blokfluit uit de kast en daar speelde hij kerstdeuntjes op. En dan
draaiden we zo’n plaat van Herman van Veen met kerstliederen. “We
hadden een boom met gekleurde lichtjes, die hadden we nog van oma
gekregen. Die heb ik nooit gekend want ze overleed vlak voor ik geboren
werd. Gekleurde lichtjes, want dat vonden de kinderen zo leuk. Nou, zo
dus. Er lag wel een pakje onder de boom maar we vierden Sinterklaas, dus
daar lag dan een pak nieuwe viltstiften of zo. “We
hadden een kerststalletje, en daar gooiden we dan Vim overheen bij
wijze van sneeuw (voor de jongere lezertjes: Vim is een oud merk
schuurpoeder, later werd dat Jif, en nog weer later Cif, red.). Wist ik
veel, als kind, dat het in Bethlehem niet sneeuwde. En dan zong mijn
moeder ‘En het sneeuwde, en het vimde, en het was er zo koud’.”
En dit jaar?
“Dit
jaar zijn we voor het eerst weer eens thuis. Mijn vriend en ik gingen
de laatste jaren eigenlijk altijd een week weg, naar de randen van
Europa, naar de zon. Met dit werk is weg zijn eigenlijk de makkelijkste
manier om te ontspannen. Thuis krijg je toch weer verplichtingen. Dus
dan zaten we meestal met z’n tweeën in een huisje en dan kookte ik
spaghetti.”
Wat wordt in het nieuwe jaar uw laatste klus voor het Europees Parlement?
“Ik
heb nog even een nieuw dossier erbij gepakt; ben namelijk rapporteur
over de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers. Die richtlijn moet
worden herzien, tenminste dat willen de lidstaten graag. Vervolgens
heeft de Europese Commissie een labbekakkerig stukje wetgeving
afgeleverd waarvan niemand kan inzien wat de consequenties zijn. “Nu
is het terugsturen van afgewezen asielzoekers niet het meest favoriete
onderwerp bij de Groenen. Genoeg collega’s hebben gezegd: dit is een
lose-lose-situation. Als je goed functionerende wetgeving maakt, worden
er meer mensen uitgezet dan nu. Dat vindt niet iedereen in onze
achterban een goed idee. Maar ik dacht: ik ga toch weg, ik durf dat wel
aan. Ik vind ook dat asielbeleid niet zonder terugkeerbeleid kan. Laat
mij er dan maar eentje schrijven waarvan ik denk dat hij deugt. Ik wil
graag een mooi stuk wetgeving achterlaten waarin je met respect voor
alle internationale regels tot een humaan terugkeerbeleid kunt komen.
Dus dat ga ik nog even doen.”
Judith Sargentini
Judith
Sargentini (Amsterdam, 1974) is een verre nazaat van Giovanni Domenico
Sargentini, een Italiaanse gipsgieter uit Bozzano die zich in de tweede
helft van de negentiende eeuw vestigde in de Jordaan. Ze studeerde
geschiedenis en specialiseerde zich in democratie en totalitaire
regimes. In 1999 werd Sargentini voor GroenLinks duoraadslid in de
Amsterdam, vanaf 2006 was ze fractievoorzitter. In die tijd was ze ook
actief voor het Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika. Vervolgens
werd ze tot twee keer toe gekozen in het Europees Parlement: in 2009 en
2014. Ze speelde een grote rol in de totstandkoming van wetgeving over
onder meer conflictmineralen en het tegengaan van witwaspraktijken.
Grote bekendheid kreeg ze dit jaar met haar rapport over de rechtsstaat
in Hongarije. Sargentini woont in Amsterdam met haar vriend.
Judith Sargentini hoopt dat de regeringsleiders van de EU
doorbijten als ze de Hongaarse regering aanpakken. Ze vermaakte zich als
kind prima bij demonstraties tegen kerncentrales en kruisraketten. Ze
gaat zich bezinnen op haar toekomst en gaat daarom ook maar eens met
haar moeder op vakantie.
In de bar van het ledenrestaurant in
het Europees Parlement in Straatsburg komt de stem van Judith
Sargentini slechts moeizaam op gang. Ze hoest, klinkt wat schor. ‘Ik ben
te ver gegaan’, antwoordt ze op de vraag hoe dat kan.
Een dag voor het interview was ze al
om acht uur ’s morgens in Brussel bij de Raad van de Europese Unie,
waarin ministers van de 28 EU-lidstaten zitting hebben. Sargentini gaf
er een toelichting op haar Hongarije-rapport. In september nam het
Europees Parlement het rapport met tweederdemeerderheid aan. Er staat in
dat de Hongaarse regering van premier Viktor Orbán de democratie en de
rechtsstaat ernstig aantast. Nu moeten de 28 EU-lidstaten besluiten over
een zogenoemde artikel 7-procedure, die ertoe kan leiden dat Hongarije
zijn stemrecht in de Europese Unie verliest.
Sargentini merkt dat haar rapport de
EU-regeringsleiders hoofdpijn bezorgt. ‘Als de politieke wil er niet is
om door te pakken, gaan ze zich achter procedures verschuilen – dat zie
je nu gebeuren. Maar ze hebben de problemen zelf in de hand gewerkt,
want al sinds het aantreden van premier Orbán, in 2010, kijken ze weg.
Dan gaat het vanzelf van kwaad tot erger.’
schrik
De brede steun voor Sargentini in het
Europarlement leverde haar een bijnaam op: de schrik van Orbán. De wraak
van de premier is bitter: in krantenadvertenties en regeringsvideo’s
wordt Sargentini consequent afgeschilderd als die communistische vrouw
die niets anders wil dan de Hongaren hun soevereiniteit afpakken.
Bepaald niet afgeremd door deze
campagne gaan sommige journalisten en types op sociale media nog verder:
geregeld klinkt de aansporing om Sargentini fysiek aan te vallen.
Daarom werd ze al eens beveiligd in het Europarlement. Vanwege haar
voornaam, Judith, weet ze ook wat het is door antisemieten te worden
uitgescholden.
‘Dit heb ik niet gezocht’, zegt de GroenLinksparlementariër met gevoel voor understatement. Ja, het is eervol dat Nederlandse media veel aandacht aan haar rapport besteden. En ja, de brede steun in het Europarlement is een ‘enorme opsteker’ voor Hongaren die bezorgd zijn over hun land. ‘Maar de Hongaarse regering doet alsof er sprake is van één vrouw, terwijl ik toch echt twee derde van het parlement vertegenwoordig. De regering-Orbán speelt op de vrouw en probeert de uitspraak van het parlement heel klein te maken. Onzin natuurlijk.’
Hoe zwaar is het om zo persoonlijk te
worden aangevallen? ‘Het is heel vervelend.’ Dan met Amsterdamse
tongval: ‘Ik ga dus effe niet naar Hongarije.’
Nou ja, misschien nog wel een keer als
parlementariër, omdat ze dan beveiligd kan worden. ‘Maar een weekje
zwemmen in het Balatonmeer zit er nu niet in. Jammer, want Hongarije is
een mooi land en ook als historicus kom ik er graag. Mijn gezicht is
inmiddels zo bekend, dat ik zelfs in Brusselse supermarkten door
Hongaren wordt herkend.’
Dat is meer dan vervelend.
‘Ja. Feitelijk word ik door de
regering van een EU-lidstaat beperkt in mijn bewegingsvrijheid.
Bovendien wordt op deze manier het Europarlement als instituut
geïntimideerd. Stel dat er nog eens tegen een lidstaat opgetreden moet
worden, dan zullen sommige parlementariërs wel twee keer nadenken
voordat ze in actie komen.’
Ligt u wakker van de persoonlijke aanvallen?
‘Nee, ik slaap best goed. Oproepen op
sociale media om mij wat aan te doen, zie ik niet meer, want veel van
die internetgekkies negeer ik. De Nederlandse regering weet van mijn
veiligheidssituatie. Na de Europese verkiezingen, in mei, ben ik echter
weer ambteloos burger, want ik stel me niet herkiesbaar. Hoe gaat het
dan met mijn veiligheid?’
Is dit het waard?
‘Ja. En ik krijg ook veel steun, hoor.
Onlangs werd ik in Brussel aangesproken door een opgetogen Hongaar die
een selfie met mij wilde maken. Kort daarop zei een Hongaarse vrouw in
het Amsterdamse Sportfondsenbad tegen mij: ‘‘Mijn vriend heeft twee
dagen geleden in Brussel een selfie met u gemaakt. Mag ik u ook
hartelijk bedanken?’’ Een Hongaarse caissière bij een Hema in Utrecht
deed onlangs hetzelfde.’
Italië
De Nederlandse Europarlementariër met
de Italiaanse achternaam (gipsgieter Giovanni Demenico Sargentini
vestigde zich in de tweede helft van de negentiende eeuw vanuit Italië
in de Amsterdamse Jordaan) is van huis uit historicus. Ze studeerde in
de jaren negentig, toen in Europa (Joegoslavië) een verschrikkelijke
oorlog woedde. Dat maakte die studie extra actueel.
Geschiedenis vond Sargentini het
leukste vak op school. Antropologie, sociologie en politicologie
overwoog ze ook, maar omdat de Universiteit van Amsterdam hiervoor
wiskunde in het vakkenpakket vroeg, vielen deze af. Aan het einde van
haar studie specialiseerde Sargentini zich in democratie en totalitaire
regimes – Viktor Orbán had dus kunnen weten wie tegenover hem stond.
‘Ik schreef een kleine scriptie over
het tot stand komen van democratieën in Europa tussen de beide
wereldoorlogen’, vertelt Sargentini, terwijl ze een tabletje slikt tegen
de keelpijn. Voor een uitgebreidere scriptie dook ze in de opmerkelijke
politieke levensloop van Gerrit van Burink, een journalist en
onderwijzer die honderd jaar geleden actief was in de communistische
partij van Nederlands-Indië, raadslid werd in Rotterdam en uiteindelijk
in oktober 1940 lid werd van de NSB.
Na haar studie werd Sargentini
duoraadslid voor Groenlinks in Amsterdam en ging ze werken voor het
Nederlands instituut voor Zuidelijk Afrika, een linkse
ontwikkelingsorganisatie die nu als ActionAid door het leven gaat.
De conclusie dringt zich op dat
linkse betrokkenheid u met de paplepel is ingegoten. Waren studie en
beroepskeuze vruchten van uw opvoeding?
‘Ja, dat denk ik wel. Hoewel mijn
ouders nooit lid zijn geweest van een politieke partij, leefde mijn
vader wel heel bewust. Zijn vader was in Amsterdam brouwer bij Amstel
Bier en zijn moeder was al heel vroeg erg ziek, zodat mijn vader enig
kind bleef. Hij schoolde zichzelf, werd onderwijzer aan een lagere
school in Amsterdam en uiteindelijk directeur. Hij was een principiële
man; wij hadden geen auto en deden alles met het openbaar vervoer. Mijn
vader kende de boekjes met de bustijden en de treinenloop zo’n beetje
uit zijn hoofd. Al die boekjes stonden ook bij ons thuis op een plank.
Hij wist soms precies hoe we moesten reizen, zonder in de trein of bus
te hoeven staan.’
Geen auto. Was dat vanwege zorg voor de schepping?
‘Nou, schepping … Dat was geen woord
dat bij ons thuis in Buitenveldert veel werd gebruikt. Wij waren wel
actief bij het Nivon, een natuurbeweging met socialistische wortels. In
die linkse traditie waren mijn ouders helemaal niet opgegroeid, maar
daar vonden ze in de jaren zeventig – toen de bewustwording over natuur
en milieu groeide – wel hun thuis.’
demonstraties
Bij deze maatschappelijke
betrokkenheid hoorde dat de Sargentini’s – Judith heeft nog een broer –
in de jaren tachtig meeliepen met demonstraties. Tegen kernenergie,
tegen kruisraketten, tegen bezuinigingen op het onderwijs – de appel is
niet ver van de boom gevallen.
De kleine Judith vond die
demonstraties ‘hartstikke leuk’. En als Sargentini er nu aan terugdenkt,
vindt ze het ook niet meer dan normaal dat haar ouders hun kinderen
meenamen. ‘Wanneer je een overtuiging hebt, dan voed je je kinderen
daarin toch op? Ouders die echt staan voor iets, willen hun waarden
doorgeven.’
Bovendien is het niet gek om je
kinderen mee te nemen, wanneer je iets gaat ondernemen. ‘Ik herinner mij
die demonstraties als gezellige wandelingen met heel enthousiaste
mensen. Een festiviteit! Mijn ouders wisten trouwens ook álles leuk te
maken; mijn vader was niet voor niets onderwijzer. Zo heb ik elk
bosmuseum in Nederland wel een keer gezien en dat vond ik helemaal niet
erg.’
Zoals kinderen van kerkelijke ouders op vakantie alle kathedralen moeten bekijken …
‘O, maar dat deden wij ook. Kerken
bezochten we ook rond Kerstmis; dan gingen we kijken naar kerststallen.
Die hadden wij thuis ook. Zo had mijn vader een kerststal van Dick Bruna
gefiguurzaagd en maakten mijn broertje en ik van Playmobil onze eigen
stalletjes. Vim (een schoonmaakpoeder, red.) werd onze sneeuw, want
uiteraard had het in Bethlehem gesneeuwd. We hadden ook figuren van de
drie koningen en die werden elke dag een stukje dichter bij de stal
gezet. Op 6 januari waren ze dan binnen.’
Hoorde bij die aandacht voor kerststallen ook kerkbezoek?
‘Nee, mijn ouders zijn gaandeweg van
hun geloof gevallen. Toen mijn vader mij na mijn geboorte ging
inschrijven bij de gemeente Amsterdam, zei de gemeenteambtenaar: ‘‘Ik
zie dat u en uw vrouw als rooms-katholiek zijn ingeschreven. Wilt u dat
voor uw dochter ook?’’ Toen zei mijn vader: ‘‘Nee, dank u wel.’’ Waarop
de ambtenaar zei: “We kunnen u uitschrijven, hoor.’’ Dat werd meteen
geregeld. Mijn moeder heeft dat later ook gedaan.’
katholieke enclave
In huize-Sargentini werd de Volkskrant
gelezen, een van oudsher roomse krant, die – zoals Sargentini het noemt
– ‘met mijn ouders is meegeëmancipeerd’. De Sargentini’s waren
‘katholiek in Amsterdam’. Wat dat betekende? ‘Wij waren katholiek
vanwege het Italiaanse bloed in de familie en daarmee voegden we ons in
de oude katholieke enclave van Amsterdam. De oma van mijn moeders kant
kwam uit Beverwijk, dat ook zo’n enclave kende. Ik ben dus opgevoed door
Amsterdamse katholieken. Die weten heel slecht wat er in de Bijbel
staat, maar ze zijn wel van: kom binnen, schuif maar aan tafel; er zit
geen deksel op de koektrommel.’
Sargentini snapt dat sommige politici
lid zijn van een christelijke partij, maar ze gelooft niet ‘dat het veel
uitmaakt’ door welk religieus boek iemand zich laat inspireren. ‘In
Amsterdam heb ik als gemeenteraadslid prima samengewerkt met de
protestantse diaconie, die vanuit een christelijke grondslag veel deed
voor de opvang van ongedocumenteerden. Dat is een progressieve vorm van
christendom die heel dicht bij mijn humanisme ligt. Als het streng in de
leer wordt, haak ik af.’
Wat is dat, streng in de leer?
‘Laat ik even teruggaan naar Viktor
Orbán: als christelijke politicus perkt hij het individu en individuele
vrijheden te veel in. Daar kan ik niets mee. Nee, hij is geen positieve
reclamezuil voor het christendom, maar er zijn veel mensen die geen
reclame zijn voor hun religie of overtuiging. Neem van mij aan: er zijn
ook een heleboel vervelende atheïsten.’
’s avonds doorwerken
‘Ik heb me over de kop gewerkt.’
Sargentini zegt het als ze uitlegt
waarom ze slecht bij stem is. In een recent interview zei ze zich niet
goed te kunnen voorstellen dat sommige mensen ’s avonds naar de film
gaan. Zelf werkt ze ’s avond door, zeker als ze in Brussel of
Straatsburg is. Eten kan ook heel goed uit de koelkast.
Waarom zij zo hard werkt? Zonder veel nadenken volgt het antwoord meteen: ‘Omdat er nog zo veel te doen is.’
En dan is er nog die andere valkuil:
‘Ik ben nu negen jaar Europarlementariër. Ik beheers het vak en hoe
beter dat gaat, des te meer je in een uur kunt en des te meer anderen
van je vragen. Dan groeit het werk. En omdat ik door ervaring steeds
efficiënter word, neem ik nog wat werk aan. Totdat er opeens niks meer
bij kan.’
Is dit een reden dat u zich niet beschikbaar stelt voor nog eens vijf jaar Europarlement?
‘Als Europarlementariër heb je elke
vijf jaar automatisch een herijkingspunt en ik zie mezelf dit niet nog
eens vijf jaar doen. Ik merk ook dat het moeilijker wordt mijzelf te
motiveren. Als ik in dit vak een sabbatical van een jaar had kunnen
nemen, had ik dat gedaan. Wat ik doe, vind ik namelijk erg leuk en ik
kan het ook goed. Rationeel ben ik er al een tijdje dat ik stop,
emotioneel heeft het wat langer geduurd. Ik heb een jaar gedubd, want
het is heel tof werk, waarin je bovendien invloedrijk bent. ’
Wat nu?
‘Ik ga doen waarvoor ik in alle drukte
geen tijd heb: bezinnen. Daar hoort bij dat ik met mijn moeder op
vakantie ga en een lange wandeling maak. En misschien ergens stage
lopen. Ik zou best bij een niet-gouvernementele organisatie aan de gang
willen gaan, want maatschappelijke betrokkenheid is een rode draad in
mijn leven. Ik ben opgevoed met het idee dat je wel nuttig moet zijn.
Dat zit er diep in. Als kind van een onderwijzer heb ik ook meegekregen
dat je altijd moet kijken hoe het met de groep gaat. En ik wil weer eens
een tijdje op de fiets naar mijn werk kunnen gaan. Ja, daar zie ik naar
uit.’
Waar bent u trots op? Is de steun voor uw Hongarije-rapport de kers op de taart?
‘Natuurlijk ben ik blij dat het
Europees Parlement dat rapport heeft aangenomen, maar ik ben er ook
trots op dat door mijn inspanningen een Europese richtlijn tegen het
witwassen van crimineel geld is aangenomen. Er was veel tegenwerking –
ook van regeringen in EU-lidstaten – en het is me tóch gelukt. Heel
tevreden kijk ik eveneens terug op wetgeving tegen handel in
conflictmineralen; de grondstoffen waarmee oorlogen worden gefinancierd.
Ik heb deze drie successen stuk voor stuk voor de poorten van de hel
weggesleept en elke keer zeiden mensen: ‘‘Dat gaat die Sargentini nóóit
lukken.’’ Maar ik redde het wél.’
Politiek inzicht, dat hielp. Maar er was meer. Sargentini zegt het nog één keer: ‘Gewoon hard werken.’ ◆
einde aan politieke loopbaan
Judith Sargentini werd op 13 maart 1974 geboren in Amsterdam. Ze groeide op in de wijk Buitenveldert.
Na de Montessorischool studeerde Sargentini geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.
Na haar afstuderen in 1999 werd Sargentini duoraadslid voor GroenLinks in Amsterdam. In 2006 werd ze fractievoorzitter.
In 2009 werd Sargentini voor GroenLinks gekozen in het Europees
Parlement en in 2014 volgde een herverkiezing. Afgelopen najaar maakte
Sargentini bekend zich bij de verkiezingen van komend voorjaar niet
herkiesbaar te stellen.
Sargentini woont samen met haar vriend in Amsterdam. Ze hebben geen kinderen.
GroenLinkser Judith Sargentini (44) triomfeerde tegen Viktor Orbán, de sterke man van Hongarije, en werd volksvijand nummer één van de Oost-Europeanen. Na 10 jaar in de Amsterdamse gemeenteraad en 10 jaar in het Europarlement is het even genoeg. ‘Eerst maar eens een stukje wandelen.’
Judith Sargentini Beeld Hanna Snijder
Op
haar telefoon laat Judith Sargentini een foto zien van een demonstrant
in Boedapest. Köszönjük Sargentini staat er op het grote rode bord dat
hij in de lucht steekt – bedankt Sargentini. Dat maakt veel goed.
Ze tuurt bedroefd naar het schermpje. “Naar Hongarije hoef ik de komende jaren niet op vakantie,” zegt ze zacht.
Tien
jaar lang vertegenwoordigde Sargentini haar partij GroenLinks in de
Amsterdamse gemeenteraad, maar haar grote triomf viert ze in Europa.
In
het Europarlement werd ze vorige maand toegejuicht, nadat ze twee derde
van haar collega’s had weten te scharen achter een strafprocedure tegen
de autoritaire Hongaarse premier Viktor Orbán.
Ongekend, zelfs
de christendemocraten, die met Orbáns Fideszpartij in één fractie
zitten, steunden Sargentini. De beschuldigingen liegen er dan ook niet
om: de Hongaarse regering lapt de democratie en de rechtsstaat aan haar
laars.
Corruptie heerst, de persvrijheid en de onafhankelijke
rechter staan onder druk, terwijl Orbán zich bezondigt aan het
organiseren van xenofobe en antisemitische campagnes.
Voor het eerst trekt het Europarlement een streep in het zand.
Maar
er is een keerzijde: op de Hongaarse televisie verschijnt nog dagelijks
haar beeltenis als erkend vijand van het Hongaarse volk, samen met die
van de Joodse Amerikaans-Hongaarse filantroop George Soros en die van
Guy Verhofstadt.
“Ongegeneerde
Postbus-51-spotjes,” zegt Sargentini. “Onafhankelijke journalisten in
Hongarije hebben uitgezocht dat de regering van Orbán er 18 miljoen euro
voor heeft uitgetrokken. In werkelijkheid is het alvast een
Fideszcampagne voor de Europese verkiezingen van volgend jaar.”
Kranten
in Hongarije publiceren het ene na het andere verhaal over de
Amsterdamse parlementariër, soms wel vijftien artikelen per dag.
Gefundenes Fressen: dat ze zou worden betaald door miljardair Soros –
haar verslag over de toestand in Hongarije wordt inmiddels het
Soros/Sargentini-rapport genoemd.
Dat ze slechts uit is op wraak omdat het land geen migranten wil toelaten. Dat ze haar studie niet eens heeft afgemaakt.
Met een sip gezicht: “Potverdrie, dat heb ik wél. Ik ben een keurige historicus.”
Voelt u zich bedreigd? “Het
zijn de voorlichters van de regering die dit soort leugens verzinnen.
Die houden het nog een beetje netjes, maar uiteindelijk kom je terecht
bij het trollenleger en dan komt er van alles.”
“Pas had iemand
bedacht dat Judith een Joodse naam is. Dus dan ben je opeens een Joodse
hoer die door haar knieën geschoten moet worden. In het parlement liep
er beveiliging mee, zolang er journalisten uit Hongarije in het pand
waren. Geen Europees land zo agressief als Hongarije.”
Heeft u Orbán nog gesproken? “Hij
had zichzelf uitgenodigd in het parlement, maar kwam pas binnen met
zijn gevolg toen we al begonnen waren. Het was een spel. Het was
intimidatie. Ik dacht: dat kan ik ook.”
“Na afloop stond er een
heel rijtje extreemrechtse parlementariërs klaar voor een selfiemomentje
met Orbán. Ik heb me naar voren gedrongen om hem zichtbaar de hand te
schudden.”
Ik zie dat u daarvan geniet. “Het ging met trillende benen, maar als hij zich had afgewend, had ik ook gewonnen.”
Philippe Lamberts, duo-voorzitter van De Groenen in het parlement, zei: vroeger was Orbán mijn held. “Vroeger
was Orbán een veelbelovende, jonge, actieve, liberale leider die het
opnam tegen de communisten. Zijn opleiding is door Soros betaald, heel
grappig. Ik heb Soros trouwens nooit ontmoet hè. Voordat iemand daar
weer over…”
Hoe heeft Orbán zo kunnen ontsporen? “Ik
denk dat het hem vooral om de centen gaat, maar ik wil het niet
persoonlijk maken. Het gaat over een regering die zich niet aan
democratische standaarden houdt.”
Sargentini is een telg uit een
oude Amsterdamse familie. Zesde generatie. Journalist Dick Schaap
schreef vijftien jaar geleden de familiekroniek Figuristi Sargentini,
waarin hij de weg terugvond naar Giovanni Domenico Sargentini, een
Italiaanse gipsgieter uit Bozzano, die zich in de tweede helft van de
negentiende eeuw vestigde in de Jordaan.
Judith Sargentini Beeld Hanna Snijder
“Domenico
had twee zonen,” zegt ze. “Petrus en Johannes. Toen zijn vrouw
overleed, nam Petrus de benen naar Leeuwarden en gingen zijn kinderen
naar het weeshuis. Dat is mijn kant van de familie: de zwarte schapen.”
“Eén
van de kinderen van Petrus is Dirk, de vader van mijn opa. Aan de
andere kant, de kant van Johannes, zit het succes. Dat zijn die
loodgieters die je door de stad ziet rijden. Daar zit bijvoorbeeld ook
de stadsbouwmeester tussen die de Sandbergvleugel van het Stedelijk
Museum heeft ontworpen.”
Giovanni Domenico integreerde zo goed, schreef Schaap, dat bij zijn naasten het vermoeden rees dat hij iets te verbergen had. “Dat
boek was een eyeopener. Ik had me mijn afkomst nooit zo gerealiseerd,
ook al omdat ik eruitzie zoals ik eruitzie. Mijn opa, die brouwmeester
was bij de Amstel Brouwerij, kon je nog wel voor Italiaan verslijten,
maar mijn vader had dezelfde blonde krullen als ik.”
“Mijn moeder
vertelde wel dat ze in de jaren zeventig briefjes schreef om aan een
woning te komen en zich in allerlei bochten wrong om de huisbaas te
overtuigen dat hij echt te maken had met een familie van gezonde witte
Nederlanders. Haar ouders hadden een kruidenierswinkel in de
Surinamepleinbuurt.”
Hadden Italianen zo’n slechte naam? “Blijkbaar.
Toen ik nog in de Amsterdamse gemeenteraad zat, werd ik aangesproken
door Gonny van Oudenallen van Mokum Mobiel, die het had over
messentrekkende Italianen.”
“Ik snapte helemaal niet dat dat
over mij ging, maar Thijs Reuten van de PvdA, wiens vader Italiaans is
en die er nog heel dicht op zijn afkomst staat, ontplofte bijkans.
Hahaha.”
“Nou ja, zo nu en dan is het best handig. Als je voor
het eerst met mij afspreekt mis je me omdat je naar een ander type
zoekt, maar als je het eenmaal doorhebt, vergeet je dat meisje met die
niet-sporende achternaam niet meer.”
Voelt u uw lange Amsterdamse familiegeschiedenis? “Je
kunt aan me horen dat ik Amsterdams ben. Buiten de stad vinden de
mensen dat geen beschaafd accent. Die vinden mij een viswijf. Ik heb een
stevig geluid. Laten we wel wezen: ik ben een kleine vrouw met een
schelle stem.”
In het debat sta je dan bij voorbaat met 0-1 achter. “Zeker als ik me kwaad maak.”
Heeft u daar weleens wat aan proberen te doen? “Qua
stemtraining? Ik heb allerlei trainingen gedaan, maar die niet. Er zijn
grenzen. Mensen moeten er maar aan wennen dat vrouwen gewoon een hoger
stemgeluid hebben en dat emotie op een andere manier doorkomt dan bij
mannen.”
U stond in de Amsterdamse Stopera niet bepaald bekend om uw subtiliteit. “Ja
zeg, ik was 25 toen ik daar begon. Ik ben nu 44, ik heb in de
tussentijd echt wel geleerd dat je niet overal meteen bovenop moet
springen. Achter de schermen ben ik altijd enorm effectief geweest.”
U bent van de school: ik zal het u nog één keer uitleggen, ook als iemand het gewoon oneens is met u. “En?”
Heeft u dat van uw vader, onderwijzer en oud-directeur van de Theo Thijssenschool? “Eerder van mijn moeder. Die heeft het hart op de tong.”
In
2015 kreeg u het nogal voor de kiezen vanwege een tweet waarin u stelde
dat het hysterisch was om te veronderstellen dat IS-strijders op
vluchtelingenbootjes naar Europa komen. “Ik had het woord hysterisch niet moeten gebruiken.”
Maar verder staat u er nog wel achter? “De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding zei zelf: jongens het is niet zo.”
Later bleek het wel zo te zijn. “Maar
toen niet. Waar het mij om ging, was dat werd gesuggereerd dat die
boten vol zaten met terroristen. De manier waarop ik het opschreef, was
alleen niet handig.”
“Blijkbaar had ik mezelf niet scherp genoeg
in de hand en wilde ik een keer iemand lik op stuk geven: hou eens op
met je vreemdelingenhaat.”
U bent in Europa vicevoorzitter van de commissie voor terrorismebestrijding. “Dat
ben ik pas sinds vorig jaar. Maar kijk: van Mohammed Bouyeri, die Theo
van Gogh vermoordde, tot aan de aanslagplegers op het Joods Historisch
Museum in Brussel en die op de boulevard van Nice, het waren allemaal
daders met een Europees paspoort of een langdurige verblijfsvergunning.”
“Je kunt
schijnveiligheid organiseren door al je tijd en geld te besteden aan het
plaatsen van hekken langs de grens, maar beter is het om ons de vraag
te stellen: hoe komt het dat mensen die hier zijn geboren of al heel
lang wonen tot zulke actie overgaan?”
“Als het gaat om asiel en
migratie moeten we ook eens ophouden het probleem te versimpelen tot een
gat in de grens. Daar gaat het helemaal niet om. Die mensen komen om
een reden.”
“Verschrikkelijk frustrerend, maar als
Europarlementariër kan ik alleen nog proberen de pijnlijkste stukjes van
het vluchtelingenbeleid een heel klein beetje te verzachten.”
Op televisie was te zien hoe u na het Hongarijedebat wat ongemakkelijk een staande ovatie van het parlement in ontvangst nam. “Je kunt toch moeilijk je armen in de lucht steken.”
Vond u het moeilijk uzelf in de plooi te houden? “Veel
mensen vonden dat ik mezelf niet in de plooi heb gehouden. Ik heb
alleen even mijn hoofd in mijn handen gelegd, maar ik heb me onvoldoende
gerealiseerd dat die camera voortdurend op mijn smoel stond.”
“Sommigen
vonden het niet netjes dat het parlement zich zo liet gaan. Ik vond het
juist goed voor al die Hongaren die blij zijn met wat is gebeurd.”
Hongarije
en Polen, waartegen ook een procedure loopt, hebben aangekondigd dat ze
elkaar straks in de Europese Raad met een veto steunen om
strafmaatregelen tegen te houden. “Dat weten we al heel lang.”
Maakt u dat niet cynisch? “Moet ik nu zeggen: het heeft toch geen zin?”
U heeft aangekondigd na deze periode te vertrekken. “Maar
dat is niet omdat ik niets zou hebben bereikt, want ik weet namelijk
heel goed wat ik wél heb bereikt. Ik heb heel aardige wetgeving over
conflictmineralen voor elkaar gekregen, mineralen die worden gebruikt om
oorlogen mee te financieren. En daarna heel mooie wetgeving tegen
witwassen.”
“Mijn punt is: ik heb straks tien jaar in het
Europarlement gezeten en daarvoor tien jaar in de gemeenteraad. Je moet
wel een beetje fris blijven. Het gebeurt me iets te vaak dat ik denk:
hebben we al geprobeerd, werkt niet. Ik kan het op routine nog heel lang
volhouden, maar verzin ik dan nog iets nieuws? Neem ik nog een
initiatief?”
Ziet u het vaak: politici die te lang blijven? “Er
zijn er veel die zich het schompes werken, maar ik denk in Brussel ook
wel bij sommige politici: het is maar goed dat je ver van huis bent,
want dan hoeft niet iedereen te zien hoe je de kantjes ervanaf loopt.”
“Ik zag het mezelf gewoon niet nog eens vijf jaar doen. Het is nogal een ritme. Ik ben al negen jaar door de week van huis weg en vaak ook in het weekend.”
“In Brussel leid ik een erg simpel bestaan: ik werk tot laat door, dan haal ik wat Tupperware uit de vriezer en ga ik op tijd naar bed.”
Dat klinkt wel heel treurig. “Nee hoor, zo hou ik mezelf gezond. Het is heel aantrekkelijk om elke avond met anderen in een restaurant te zitten met een wijntje en een trijntje, maar als ik dat doe, kom ik op donderdagavond thuis bij mijn vriend en zeg ik het hele weekend geen boe of bah meer. Dat is niet leuk.”
Werkt u niet gewoon te hard? “Het is nog maar tot juli.”
Heeft u er veel voor moeten laten? “Ik zie mensen te weinig, maar ze pikken veel van me. Dat is fijn.”
U heeft geen kinderen. “Daar heb ik nooit zo’n behoefte aan gehad. Maar dat het hard werken is, dat klopt wel. Misschien is dat ook wel een reden om te denken: nu even wat anders, nu iets meer voor mezelf gaan leven.”
Verlangt u weleens terug naar de Amsterdamse gemeenteraad? “Ik denk er altijd aan als ik door de stad fiets. Dan zie ik die lelijke bult op de opera en denk: trekkenwand! De decorwanden hangen daarin. Dat moest moderner. We hebben daar als gemeente allejezus veel geld in gestopt.”
“Wist je dat er in Amsterdam nog steeds Sargentinibanen zijn? Ja, man. Toen in Den Haag de gesubsidieerde Melkertbanen werden opgeheven, hebben wij er hier tachtig gered in de culturele en welzijnssector.”
“Pas toen ik weg was, kwam ik erachter dat de sociale dienst die tot Sargentinibanen heeft gedoopt. Ik kom soms nog mensen tegen die zeggen: mevrouw Sargentini, ik heb uw baan.”
Uw broer vertelde dat uw ouders u al naar demonstraties meenamen toen hij vijf was en u zeven. “Vredesdemonstraties op Woensdrecht, de grote antikernwapendemonstratie van 1981 op het Museumplein in Amsterdam. We zijn er maar even geweest, want mijn moeder was een weekendje weg met vriendinnen en mijn vader wilde nog naar het natuurvriendenhuis in Wijk aan Zee. Die ging niet het hele weekend thuis zitten met ons als mijn moeder op stap was.”
Nee, hij sleepte u mee naar linkse demonstraties. “Nou en? Een kind gaat toch gewoon mee naar waar hij mee naartoe wordt genomen? Wat is daar mis mee? Ik had hele leuke ouders die overal een avontuur van maakten.”
“In de jaren tachtig demonstreerden we voor beter onderwijs. Als andere kinderen een dagje vrij hadden omdat er werd gestaakt, stond ik op het Malieveld voor een demonstratie van de onderwijsbond.”
Boos? “Helemaal niet. Ik moest op zondag ook mee met mijn moeder naar de handbalclub. Dat vond ik een stuk vervelender. Het had niet zo’n ideologische lading. Zij gingen erheen en wat doe je dan met de kinderen? Die neem je mee. Zo werkte dat.”
“Wij waren ook niet hardcore. Wij gingen naar demonstraties waar zo’n beetje heel Nederland heen ging als je een warm kloppend links hart had. Heel gezellig. Ik zat zelf bij de Nivon. Leuk: weekendjes weg, kampvuurtjes stoken en debatteren. Zo rolde ik in de politiek.”
Hoe kwam uw vader zo links? “Geen idee, ik kan het hem niet meer vragen, want hij is twee jaar geleden overleden. Van zijn vader had hij het niet. Hij was bewust, lid van Natuurmonumenten, Greenpeace, Wees Wijs met de Waddenzee. Wij hadden thuis geen auto. Wij gingen met rugzakjes op in het openbaar vervoer.”
“Als we naar familie gingen op Ooltgensplaat op Goeree-Overflakkee, gingen we vanuit Buitenveldert, waar wij woonden, eerst naar CS, dan namen we de trein naar Rotterdam en daar de metro naar Zuidplein om vervolgens een bus te pakken naar de plaats van bestemming.”
“Is dat zielig? Bij andere mensen kregen de kinderen ook vaker priklimonade. Daar kom je als kind best overheen, hahaha. Andere kinderen gingen op vakantie met de klapcaravan, wij vlogen naar Noorwegen.”
“Wij deden spannende dingen, zaten in het buitenland in de trein of strandden ergens in the middle of nowhere en moesten dan met het hele gezin liften omdat de bus toch niet kwam.”
Wat gaat de toekomst brengen als u straks het parlement verlaat? “Dat weet ik niet. Eerst maar eens een stuk wandelen.”
Alleen niet in Hongarije. “Nee, dat nog even niet.”
Beeld Hanna Snijder
Judith Sargentini 13 maart 1974, Amsterdam
1978-1986 Twaalfde Montessorischool, Amsterdam 1986-1992 Spinozalyceum (gymnasium), Amsterdam 1992-1999 Studie geschiedenis Universiteit van Amsterdam 1991-1992 Bestuurslid Dwars (jongerenorganisatie GroenLinks) en daarvoor actief bij de PSJG (jongerenorganisatie PSP) 1995-1996 Secretaris van de Landelijke Studenten Vakbond 1999-2009 (Duo-)gemeenteraadslid Amsterdam (vanaf 2006 fractievoorzitter) voor GroenLinks 2000-2007 Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika 2007-2009 Consultant voor Eurostep 2009-heden Lid van het Europees Parlement (2009-2013 voorzitter GroenLinksfractie) 2018 Rapporteur over Hongarije voor het Europees Parlement
Judith Sargentini woont samen in Amsterdam-Centrum
Deel deze video met al je Hongaarse vrienden en vijanden: https://youtu.be/dlEQDvGMuEU Judith Sargentini is in Hongarije een van de bekendste Nederlanders. Ze is daar vooral bekend als staatsvijand omdat ze een kritisch rapport heeft geschreven over Hongarije. Zo beweert ze dat de Hongaarse regering de rechtsstaat afbreekt. De Hongaarse premier, Viktor Orbán, is woedend over haar onderzoek. Arjen Lubach remixt de actuele week in dertig minuten, laat ondergesneeuwde verhalen smelten en maakt brekend nieuws weer heel. Vanuit theater Bellevue in Amsterdam: Zondag met Lubach, zo goed als nieuws. #ZML Deze video komt uit uitzending 5 van seizoen 9 van Zondag met Lubach. #ZondagMetLubach is wekelijks te zien om 22.10 uur op #NPO3. https://www.vpro.nl/zondag-met-lubach…http://www.vpro.nl/zmlhttp://www.npo3.nl/zondagmetlubach
Europarlementariër
Judith Sargentini en de Hongaarse premier Orbán ontmoetten elkaar
vorige week tijdens het debat over Hongarije. Beeld European Union 2018
Een van de grote twistpunten tussen Hongarije en Brussel is de persvrijheid in het land van premier Orbán. De berichtgeving over die twist geeft een indicatie hoe die ervoor staat.
De
Hongaarse regeringsgezinde media laten dezer dagen weinig heel van
Europarlementariër Judith Sargentini. Ze wordt geportretteerd als een
kinderlijk schoolmeisje dat ‘wow’ gebruikt op Facebook, en als een
agente van de Amerikaanse ‘immigratiepartij’ van George Soros. Ook zou
ze lid zijn van een partij die is opgericht door de communistische CPN.
Op tv, in de krant, op de radio, het internet en sinds deze week ook via
door de regering gefinancierde reclameposters worden Hongaren bestookt
met het kwaad dat Sargentini heet.
Aanleiding
is haar rapport, dat het Europese parlement op 12 september aannam en
dat uiteindelijk kan leiden tot de artikel-7-procedure die in het
uiterste geval Hongarije stemrecht binnen de EU ontneemt. Een van de
kritiekpunten daarin: de moeilijke positie van Hongaarse onafhankelijke
media.
Verdwenen of opgekocht
Volgens
premier Viktor Orbán is die kritiek volkomen onterecht. Media kunnen
volgens hem berichten wat ze willen. Gelijktijdig zegt hij openlijk dat
het aantal onafhankelijke media omlaag moet om een einde te maken aan
wat hij noemt het overwicht aan liberale journalistiek.
Dat
onafhankelijke media nog steeds min of meer kunnen schrijven wat ze
willen klopt, al wordt het wel moeilijker. Sommige werd de afgelopen
jaren bijvoorbeeld de toegang tot het parlement ontzegd en sinds deze
zomer zijn er restricties op berichtgeving over het privéleven van
politici en hun familie. Dat maakt het lastiger om over bijvoorbeeld
corruptie te berichten.
Sinds
Orbán en regeringspartij Fidesz in 2010 aan de macht kwamen, zijn veel
onafhankelijke media verdwenen of opgekocht door Fidesz-getrouwe
oligarchen. Dat proces is na de verkiezingen in april in een
stroomversnelling geraakt. In luttele maanden sneuvelden een
onafhankelijk dagblad, een weekblad en een radiostation en kreeg het
onafhankelijke tv-station Hír-tv een nieuwe eigenaar die de redactie
vulde met regeringsgetrouwe journalisten.
Afgelopen
week werd de grootste onafhankelijke nieuwssite, Index, gekocht door
een huisvriend van Orbán. De journalisten hopen hun onafhankelijkheid te
behouden en plaatsten een ‘onafhankelijkheidsmeter’ op de website zodat
lezers de ontwikkelingen kunnen volgen. Maar jaren geleden overkwam hun
collega’s bij nieuwssite Origo hetzelfde. Binnen luttele weken was de
oude redactie verdwenen en deed inhoudelijk niets meer aan de
oorspronkelijke website denken.
‘Niet eens een diploma’
Russische
media als Sputnik en Russia Today en Breitbart-achtige websites zijn
voor Origo tegenwoordig vaste bronnen. Brussel en de activiteiten van de
filantroop George Soros die volgens Orbán de migratie naar Europa
aanwakkert zijn vaste thema’s. Er gaat geen dag voorbij zonder dat de
site schrikbarend nieuws over ‘migranten’ brengt. Nieuws waar de rest
van de wereld soms nooit over gehoord heeft.
Zo
berichtte Origo deze zomer over ‘Noord-Afrikaanse migranten’ die een
ober in Praag mishandelden. De bijbehorende video haalde ook het
Nederlandse nieuws, omdat het een uit de hand gelopen Nederlands
vrijgezellenfeestje betrof. Een van de feestgangers, een politieagent
van Marokkaanse afkomst, was juist degene die zijn vrienden probeerde in
te tomen.
‘Soros-agente’
Sargentini is het nieuwste thema. Hoewel de website van het Europese
parlement meldt dat de GroenLinks-politica is afgestudeerd op moderne
geschiedenis met totalitaire regimes en democratisering als
specialisatie, heeft ze volgens Origo ‘niet eens een diploma’. Haar
belofte om samen met Transparency International te strijden tegen
corruptie en te werken aan de bescherming van klokkenluiders, betekent
voor de Hongaarse media een ‘schriftelijke eed van trouw’ aan Soros.
GroenLinks, melden diezelfde media, is een partij die als CPN onder een
andere vlag doorstartte toen het communisme eind jaren tachtig uit de
gratie raakte. Dat het een samenwerkingsverband betreft met drie andere
partijen, wordt niet vermeld.
En de waarheid?
Origo
is bepaald niet het enige Fidesz-gezinde medium met dit soort al dan
niet bewuste fouten. Afgelopen week meldde website Hírmagazin dat
moslims in Amsterdam een iconische kerk in brand hadden gestoken. De
site had er zelfs een video bij. Vanwege de koeieletters ‘Amstelveen’
onder in beeld was die stad gemakshalve tot Amsterdamse deelgemeente
gebombardeerd. Hírmagazin wist verder te melden dat moslims eerder
hadden geëist dat de kerk afgebroken moest worden ten bate van een
moskee. Dat moslims niets met de brand te maken hadden, de brandweer aan
kortsluiting denkt en de kerk weliswaar een monument, maar niet echt
iconisch is, mocht allemaal niet hinderen.
Ook
de staatstelevisie, door veel kijkers volkomen vertrouwd als
nieuwsbron, doet mee aan dit soort berichtgeving. Als illustratie van de
voortschrijdende islamisering van West-Europa meldde het M1-journaal
tijdens de ramadan dat de Duitse plaats Essen voor die gelegenheid door
de gemeenteraad was omgedoopt in Fasten. Bron: de Duitse tegenhanger van
De Speld.
Voor
veel Hongaren is het enige andere nieuws dat ze zien de commerciële
zender RTL, die zich sinds enkele jaren toelegt op serieuze
verslaggeving over zaken als corruptie en de problemen in de
gezondheidszorg. RTL is ook op het platteland zeer populair en staat dan
ook hoog op het lijstje van media die Fidesz wil overnemen.
Judith Sargentini (midden) stemt over Hongarije in het Europees Parlement.) Beeld AFP
Wat voor Europarlementariër Sargentini begon als onmogelijke opdracht eindigde in een triomf. Het Europees Parlement stemde voor een strafprocedure stemde tegen de regering van de Hongaarse premier Orbán. Veel Europarlementariërs ‘gingen overstag omdat het niet langer kon.’
Viktor
Orbán, het zwarte schaap van Europa, is opgestaan. Het Europees
parlement is klaar met het debat over Hongarije. Geen millimeter heeft
hij toegegeven. Hij wordt omringd door extreemrechtse parlementariërs,
die hem hebben toegejuicht. Tussen al die mannen dringt zich een vrouw
naar voren. Het is Judith Sargentini. Zij schudt de Hongaarse premier de
hand. Welkom in dit democratische huis, zegt ze, en wat leuk dat je de
kleur van je das hebt aangepast aan mijn kleding. Eén in kleur. Orbán
zegt niks.
De
verhouding tussen de twee is ijzig. Sargentini is zijn Nemesis, godin
der wraak en der gerechtigheid. Al bij het begin van het debat gaat het
mis. Orbán is er nog niet, maar de Nederlandse moet beginnen van de
parlementsvoorzitter. Vreemd, maar misschien heeft de Hongaar op het
laatst afgezegd, schiet het door haar hoofd. Ze is drie zinnen in haar
verhaal of daar komt Orbán met zijn gevolg alsnog. Ze besluit maar
opnieuw te beginnen. Hij was expres te laat om haar van haar stuk te
brengen, veronderstelt ze. Ze laat het niet over haar kant gaan. Wat
normaal bij het begin had moeten gebeuren, doet ze nu aan het eind van
het debat. Ze stapt op Orbán af en drukt hem de hand.
‘Dat
heb ik maar even afgedwongen. Leek mij wel soeverein’, zegt ze
terugkijkend op de ‘week van Sargentini’. Ja, en als de Hongaar had
gedacht met zijn vertraagde entree een slimme truc te hebben uitgehaald,
heeft hij zich misrekend. ‘Het parlement voelde zich voor gek gezet.’
Een
dag later krijgt hij de rekening gepresenteerd. Voor het spelen van
deze spelletjes en voor zijn volharden in een politiek die volgens zijn
critici de Europese democratische waarden schendt. Met
tweederdemeerderheid stemt het parlement in Straatsburg voor het
beginnen van een strafprocedure tegen de rechts-nationalistische
regering van Orbáns Fidesz-partij.
Het
voorstel daartoe was van Sargentini, Europarlementariër voor
GroenLinks. Als rapporteur van het parlement stelde zij na onderzoek
vast dat de democratie en rechtsstaat in Hongarije structureel worden
bedreigd. Orbán beknot de persvrijheid, morrelt aan de onafhankelijkheid
van de rechterlijke macht, bezondigt zich aan campagnes die rieken naar
xenofobie en antisemitisme, en wijzigde de kieswet zodat hij in 2014
een tweederdemeerderheid won met verhoudingsgewijs een gering aantal
stemmen: 2,3 miljoen stemmen op een totaal van 8 miljoen.
Het
is voor het eerst dat het Europees parlement besluit Artikel 7 van het
Europees verdrag, dat voorziet in een strafprocedure, te activeren.
Alles hing af van de christendemocratische Europese Volkspartij (EVP)
waarvan ook Fidesz deel uitmaakt. Bij de stemming trekt een meerderheid
van de EVP’ers de handen af van ‘familielid’ Orbán. Wat voor Sargentini
begon als een onmogelijke opdracht eindigde in een enorme triomf.
Je toonde veel emotie bij de uitslag.
‘Het
was heel spannend. Ik kreeg de opdracht in juli 2017 in de schoot
geworpen. Iedereen zei: jij liever dan ik, Judith. Het was eigenlijk
onmogelijk om die tweederdemeerderheid te halen. Dus heb ik altijd
gedacht: een strak verhaal neerzetten. Als je verliest moet je kunnen
laten zien dat het niet halen van de meerderheid niets met de inhoud
heeft te maken maar alles met het politieke spel. En als het dan wel
lukt…’
Wat betekent het voor je persoonlijk?
‘Tweederde
van de collega-parlementsleden heeft ingezien dat als je dit laat
lopen, je zelf ook geen solidariteit kunt verwachten als dat nodig is.
De Polen in de EVP kregen dat een half jaar geleden ineens door. Die
dachten ja, verdikkie als wij Fidesz de hand boven het hoofd blijven
houden, wie komt ons dan nog redden (van de rechts-nationalistische
PiS-regering, een Orbán-bondgenoot, red.)? Dat gevoel. Ik kom uit de
ontwikkelingssamenwerking, heb altijd veel gedaan rond democratie en
mensenrechten, ben bestuurslid van het Verzetsmuseum. Ik vind dat ik dit
moet doen.’
Wat is de politieke betekenis van je succes?
‘Hopelijk
komt nu een eind aan het verhaal dat we soevereine staten zijn en dat
inmenging in wat mensen binnenlandse aangelegenheden noemen, niet mag.
Een boodschap ook voor de Europese verkiezingen: dat Europa erodeert als
we dat blijven denken. In 2010 was Orbán nauwelijks begonnen als
premier, of een Fidesz-parlementariër hier pochte dat hij met zijn
iPadje op de vlucht Brussel-Boedapest de Hongaarse grondwet aan het
herschrijven was. De politieke wil om het aan te pakken, was er lang
niet, het was allemaal een soort wegkijken.’
Hoe heb je kunnen inbreken in de EVP?
‘Ik
heb al die maanden die EVP-parlementariërs aangesproken. Bijna allemaal
vertellen ze je: je hebt gelijkt, maar we kunnen het niet maken Orbán
te laten vallen want bloed is dikker dan water.’
Bloed is dikker dan water?
‘Is
dat niet een Nederlandse gezegde? Familie is belangrijk. Maar als een
familielid zo’n misbruik van je blijft maken, geen berouw toont, je en
plein public te kakken zet en wordt toegejuicht door extreem-rechts, dan
lukt het niet meer. Veel EVP’ers gingen overstag omdat het niet langer
kon.’
Frans
Timmermans heeft namens de Europese Commissie een Artikel 7-procedure
aangespannen tegen Polen, ook voor overtreding van de democratische
waarden. Is het typisch Nederlands dat wij voorop lopen in deze
kwesties?
‘Nederlandse
diplomaten zijn zeer actief op het gebied van de mensenrechten. Dat
wordt absoluut niet uitgestraald, men probeert vooral heel veel
euroscepsis uit te stralen, maar onze ambtenarij zit op dit gebied best
wel heel goed. Toen Orbán wetten uitvaardigde tegen buitenlandse ngo’s
heeft de ambassadeur in Boedapest een soirée gegeven voor ngo’s. Foto’s
uit de achtertuin werden rondgetwitterd. Timmermans is de man achter het
mechanisme om schendingen van de rechtsstaat aan te pakken. Maar dat ik
Hongarije-rapporteur werd, was niet omdat ik Nederlands ben, maar omdat
volgens het puntenstelsel de Groenen aan de beurt waren. Anderen waren
allang blij.’
Is toch niet een beetje calvinisme?
‘Mijn familie was katholiek. Maar het Nederlandse katholicisme is natuurlijk zo calvinistisch.’
Orbán heeft wel veel Hongaren achter zich.
‘Grote
groepen steunen hem. Je moet je wel afvragen op basis van wat. Mensen
krijgen geen normaal nieuws meer. Ze denken oprecht dat George Soros (de
financier van Joods-Hongaarse komaf en tegenstander van Orbán, red.)
maandelijks een stukje van mijn salaris betaalt. Overigens denken
sommigen in Nederland dat ook.’
Krijg je bedreigingen?
‘Als
mensen op Twitter zeggen: die kut moet eens stevig genomen worden door
jihadi’s, of ze zouden haar beide knieën moeten afschieten, is dat dan
een bedreiging? Het gebeurt wekelijks. In Nederland, bij mij.’
Heb je geprobeerd in Orbáns hoofd te kruipen?
‘Ik
probeer dat altijd. Bij Orbán draait uiteindelijk alles om de centen.
Hij, zijn familie, zijn vrienden. Ongelooflijk hoe die zich hebben
verrijkt. Dat is niet mooi meer.’
Zijn ‘niet-liberale ideologie’ is slechts een middel om zich te verrijken?
‘Geld is zijn belangrijkste drijfveer. En dan komt de vraag of hij niet in zijn eigen fabels is gaan geloven.
Sargentini
is een bijzonder effectief Europarlementariër. Ze ondernam actie tegen
witwassen, gaf de stoot tot een verbod op handel in zogeheten
conflictenmineralen, en nu dan Hongarije. Jean-Claude Juncker,
voorzitter van de Europese Commissie, is blij met haar actie tegen wat
hij noemt ‘de enorme opmars van het populisme’.
Mag
ik daar wat op zeggen, zegt ze. ‘Maar jij, Juncker, hebt niet de
verantwoordelijkheid genomen om dit tegen te gaan. Ook jouw EVP heeft
woordgebruik overgenomen die het rechts-extremisme stimuleerde.’
Misschien is de Hongarije-stemming het begin van de ommekeer?
Judith Sargentini stopt als Europarlementariër. Ze heeft genoeg van de debatten zonder resultaat. Interview in Trouw,Christoph Schmidt, 10 september 2018.
Judith Sargentini (GroenLinks) stopt volgend jaar als Europarlementariër. Beeld ANP
Judith
Sargentini (GroenLinks) stopt volgend jaar als Europarlementariër. Na
twee termijnen van vijf jaar is ze niet meer verkiesbaar, zo maakt ze
bekend in een vraaggesprek met Trouw. “Ik heb een jaar getwijfeld maar
deze zomer de knoop doorgehakt. Ik heb mooie dingen bereikt, maar vooral
op het onderwerp asiel en migratie is de motivatie aan het verdwijnen.
Ik verwacht daar geen verbeteringen meer. Dus moet iemand anders het
maar proberen.”
Sargentini
(1974) heeft zich in het Europees Parlement, naast asiel en migratie,
onder meer ingezet voor ontwikkelingssamenwerking en de aanpak van
witwaspraktijken. Daarnaast is ze vicevoorzitter van een commissie over
terrorisme.
GroenLinks
heeft twee zetels in het huidige parlement. Bas Eickhout bezet de
andere; hij voert in mei opnieuw de lijst van de partij aan. Naar
verwachting boekt GroenLinks flinke winst. “Het zijn natuurlijk goede
tijden voor mijn partij, dus daar wil je bij zijn, maar dat alleen − de
angst om iets moois te missen − is niet de juiste motivatie.
Effectief
“Ik
vind die debatten zonder resultaat niet leuk meer, vooral over asiel en
migratie. Daarbij gaat het al een paar jaar alleen maar over ‘erger
voorkomen’. Het komt neer op: ‘als ik hier nou nog een komma verplaats,
of als ik dit punt maak over kinderrechten, dan weet ik iets ergs te
voorkomen’. Ik heb nog steeds veel meningen over mensenrechten, maar
denk niet dat ik daarmee nog effectief zal zijn.
“Toen
ik gemeenteraadslid was in Amsterdam, moest ik op zeker moment afscheid
nemen van het dossier onderwijs. Daarin had ik vaak conclusies
getrokken als ‘hebben we al geprobeerd’ of ‘lukt toch niet’. Degene die
het van mij overnam, ging het gewoon allemaal weer proberen en dan lukt
het soms wel. Hopelijk gebeurt hetzelfde met asiel en migratie in
Europa.”
Overmorgen
hoopt Sargentini haar politieke hoogtepunt te beleven. Dan stemt het
parlement in Straatsburg over haar rapport over de afglijdende
rechtsstaat in Hongarije. Als een tweederde meerderheid instemt met dat
rapport, moeten de EU-lidstaten overwegen een zogeheten artikel
7-procedure in gang te zetten tegen Boedapest. Zo’n proces, dat kan
leiden tot tijdelijke schorsing van een lidstaat, loopt al een tijdje
tegen Polen, vanuit de Europese Commissie. Als in de kwestie-Hongarije
de eerste stap in zo’n procedure door het Europees Parlement wordt
gezet, zou dat een primeur zijn.
Lef
“Het
wordt heel spannend. Het is sowieso een morele overwinning want we zijn
verzekerd van een ‘gewone’ meerderheid, maar of we tot twee derde
komen? Dat kunnen we net halen, maar ook net niet, als een paar
parlementariërs uiteindelijk niet het lef hebben om tegen partijlijnen
in te stemmen.”
De
parlementariërs van de christen-democratische EVP zullen de doorslag
geven. De Fidesz-partij van de Hongaarse premier Orbán behoort tot die
EVP, maar intern is de verdeeldheid over Orbáns antimigratie- en
anti-EU-beleid groot.
Wat Sargentini na haar vertrek (volgend jaar zomer) gaat doen, weet ze nog niet. “Ik heb me laten vertellen dat er mensen zijn die doordeweeks naar de film gaan, ’s avonds, als ze klaar zijn met werken. Ik weet van niks. Dat zou ik best ook een keer willen. Maar daarna hoop ik gewoon weer een fijne baan te vinden in iets maatschappelijks. Want het moet wel nut hebben.”
Geld voor ontwikkeling lijkt vooral te gaan naar grensbewaking in plaats van armoedebestrijding. Laten we het anders doen, betoogde Judith Sargentini vorig jaar.
De Europese Unie probeert Nigeria te verleiden tot het
terugnemen van Nigeriaanse migranten zonder papieren. Tijdens haar
werkbezoek in Nigeria merkt Sargentini dat hier natuurlijk wel iets
tegenover moet staan.
Wij hebben een probleem en dat moeten we hardop durven zeggen. Onze mensen zullen altijd migreren, maar graag wel via een legale route”,
zei Godwin Obaseki de gouverneur van Edo State tegen ons. Ik luister
naam hem in Benin City, de hoofdstad van Edo State, het centrum van de
Nigeriaanse migratie. De helft van alle migrerende Nigerianen komt
daarvandaan.
Een aantal keer per jaar roostert het Europees Parlement een week in
voor externe parlementaire activiteiten. Er zijn dan geen vergaderingen
in Brussel of Straatsburg, en Europarlementariërs zoals ik kunnen dan
werkbezoeken in eigen land afleggen, of met een officiële delegatie van
het Europees Parlement op werkbezoek naar een ander land. Ik ben met de
commissie Mensenrechten naar Nigeria gegaan, waar van alles aan de hand
is: de terreurorganisatie Boko Haram, het conflict in de Nigerdelta,
geweld tussen nomadische veehoeders en landbouwers. Het is mede daarom
ook een land waar vandaan heel veel mensen naar Europa vertrekken.
De slavenmarkt
In Benin City, Edo State, in het Zuiden van Nigeria, spraken we de
nieuwe gouverneur. Zijn kantoor in Benin City was een baken van rust en
controle vergeleken met dat van de secretaris-generaal van het
ministerie van Binnenlandse Zaken in Abuja, waar de vergadertafel in
elkaar stortte en ik net op tijd een deskjet-printer op kon vangen. Het
kantoor van de gouverneur was alsof Jan des Bouvrie eigenhandig de
inrichting had verzorgd. De airco deed het en de powerpointpresentatie
van de gouverneur was om een puntje aan te zuigen.
Nigeriaanse bestuurders hadden nooit veel oog voor de gevaarlijke
kanten van de migratie, en zagen geen noodzaak om mee te werken aan het
terugnemen van migranten. Zij zagen vooral de winst. Migranten – of ze
nu papieren hebben of niet – sturen geld naar huis. Deze zogeheten
‘remittances’ van de Nigeriaanse diaspora vormen 4.4% van het BNP, en
dat is een niet te verwaarlozen aandeel, zeker omdat de olieprijs de laatste jaren laag stond.
Maar de CNN-beelden van een slavenmarkt in Libië, waar Afrikaanse
vluchtelingen worden verhandeld, waaronder veel Nigerianen, zijn ook in
Nigeria hard aangekomen. Er zijn sinds november 2017 al enige duizenden
migranten, met hulp van IOM, betaald door Europa, uit Libië teruggekeerd
naar Nigeria. In Abuja en Benin City is er nu wel de bereidheid om met
Europese lidstaten te praten over de terugkeer van Nigeriaanse migranten
zonder papieren. Maar daar moet dan wel iets tegenover staan.
Retourvlucht
De Europese Unie investeert al enkele jaren in Nigeria, met het
doel om de grondoorzaken van migratie aan te pakken. Uit het EU
Noodfonds voor Afrika worden talloze projecten gefinancierd: van
voorlichting aan schoolmeisjes over het risico verhandeld te worden voor
de Europese seksindustrie, tot re-integratieprojecten voor migranten
die terugkeren uit Libië. De Europese lidstaten proberen de Nigeriaanse
overheid te verleiden tot een terugnameovereenkomst die het makkelijker
maakt om Nigerianen vanuit Europa op een retourvlucht te zetten.
De gouverneur van Edo State wil de verantwoordelijkheid voor
terugname wel nemen, maar is niet van plan om zijn mensen koste wat het
kost tegen te houden als ze willen vertrekken. Ook de koning en
spiritueel leider van Edo State, de Oba, waar wij op audiëntie mochten,
was daar helder in: mensenhandel is een misdaad maar migratie is een
mensenrecht. Onlangs heeft hij een vloek uitgesproken tegen de
mensenhandelaren en dat lijkt effect te hebben. Die vloek zou zo sterk
zijn dat hij eerder gedane geloften ongedaan kan maken. Ik heb me laten
vertellen dat iedereen dat weet. Er zouden in Europa al vrouwen zijn
weglopen bij hun hoerenmadam. De gouverneur en de koning nemen de
Europese hulp grif aan, maar hun verwachtingen lopen stevig uiteen met
die van Europa. Ze pakken het migreren niet aan en pleiten daarnaast
voor legale mogelijkheden voor Nigerianen om zich in Europa te vestigen.
Mooie woorden
Ook het nieuwe initiatief van de VN om tot wereldwijde normen te
komen over migratie, The Global Compact for Safe, Orderly and Regular
Migration, richt zich op legale toegang. Migratie is een fenomeen van
alle tijden en een manier voor mensen om kansen voor zichzelf te
creëren. Ik ben eigenlijk wel te spreken over de conceptversie van dit
verdrag, die benadrukt dat migranten rechten hebben en dat zij
verblijfspapieren moeten krijgen om die rechten te laten gelden. De
onderhandelingen stemmen mij hoopvol, want een verdrag waarin
wereldwijde principes en normen worden vastgelegd is een goede stok
achter de deur om mobiliteit en migratie in goede banen te leiden.
De Europese Commissie onderhandelt namens de lidstaten in New York over deze verklaring, die in december 2018 door regeringsleiders wereldwijd ondertekend moet worden. In het Europees Parlement namen wij in april een resolutie aan om de inzet van de Commissie en de lidstaten bij te sturen.
Wie de onderhandelingsinzet van de lidstaten en Commissie globaal
scant, ziet dat ze mooie woorden gebruiken en dat mensenrechten voorop
staan, maar als je beter leest zie je dat juist vanuit Europa de nadruk
gelegd wordt op terugkeer van migranten. Terwijl de mogelijkheid van
legale migratie een beetje vaag blijft. Hier zit druk achter van de
Europese lidstaten die – en dit geldt voor alle 28 – in eigen land
vrezen voor een politieke afrekening bij het realiseren van meer legale
routes.
De Europese Commissie heeft het Europees Parlement al jaren geleden
de belofte gedaan dat er nieuwe wetten zouden komen om migranten ook
voor lager betaald en geschoold werk, legale toegang tot de Unie te
geven. Maar die plannen worden telkens op de lange baan geschoven.
Ik ga ervan uit dat er pas zo’n plan of tafel komt na de Europese
verkiezingen van mei 2019 en het aantreden van een nieuwe Europese
Commissie in het daaropvolgende najaar. Maar juist daarom is het zaak
dat het VN-verdrag over migratie zo concreet mogelijk wordt, ook op het
gebied van legale migratie, want de Europese landen zetten hier
uiteindelijk een handtekening onder. Als Afrikaanse burgers eenvoudiger
legaal kunnen migreren naar de Europese Unie, zullen hun regeringen een
stuk eerder bereid zijn over terugkeer te praten. Ik hoop erbij te zijn,
in december in Marokko, wanneer dit verdrag ondertekend wordt. Want
wereldwijde normen over migratie zijn broodnodig.
Kun je mensen redden van de verdrinkingsdood en ze tegelijkertijd tegenhouden, vraagt Sargentini zich af.
“Het is mogelijk om de Middellandse Zee zo goed af te sluiten dat
er niemand meer in verdrinkt. Dit zou de Europese Unie een half miljard
euro per jaar kosten”, vertelt een generaal buitendienst. In
debatcentrum De Balie hield hij een inleiding met veel plaatjes van
landingsvaartuigen, reddingsboten en helikopters. De generaal was
oprecht en de zaal ging in zijn verhaal mee: want het ergste van de
vluchtelingencrisis is dat er mensen in onze buurt verdrinken, toch?
Ook in debatten met collega-Europarlementariërs merk ik vaak dat de
wens mensen te behoeden voor de verdrinkingsdood gepaard gaat met de
wens geen migranten in Europa op te vangen. In die gedachtegang is
mensen tegenhouden hetzelfde als mensen redden. Dat zou een
win-winsituatie zijn. Ik geloof daar geen zier van: zo eenvoudig ligt
het niet.
Als je alle wetten en verdragen buiten beschouwing laat, heeft de
generaal b.d. een punt. Een reddingsschip bij de kust redt zeker levens.
Maar wanneer de loopplank van dat schip daarna uitgelegd wordt op het
strand van Libië en daar alleen een uitzichtloze situatie wacht in een
detentiecentrum, zullen mensen dat schip vermijden en een andere weg
zoeken, met steeds grotere risico’s.
Loopplank
Toen Merkel, Rutte en Samson in maart 2016 de Turkije-deal
uitvonden, was hun argumentatie menselijk: we moeten koste wat kost
verdere verdrinkingen voorkomen en dus is het goed wanneer Erdogan
voortaan Syrische vluchtelingen tegenhoudt.
Heus, ik heb het geprobeerd – maar er viel niet tegenop te redeneren. Wilde ik dan dat mensen zouden verdrinken? Nee, natuurlijk wilde ik dat niet. Ik wilde dat de Syrische vluchtelingen die toen al vier jaar in kampen in Turkije zaten, een leven in veiligheid en met uitzicht konden hebben. Als dat er niet is en de nood om te vertrekken hoog genoeg is, dan kun je een loopplank uitleggen, een hek neerzetten, maar zoeken mensen daar alsnog een weg omheen.
In Gambia vertelde een vrouw me over haar zoon die net via de
woestijn was aangekomen in Libië, op weg naar Europa. Eerder namen
mensen de boot naar de Canarische eilanden, maar die route is nu
afgesloten. Nadat de routes door Niger beter werden gecontroleerd,
ontstonden er gevaarlijke tochten door de woestijn, vaak met fatale
afloop. Er sterven tegenwoordig minder mensen op zee; nu sterven ze
voordat ze überhaupt de kust kunnen bereiken.
Mensen laten zich niet tegenhouden, ze verzeilen alleen in steeds
gevaarlijker situaties. We moeten ons daarom niet blindstaren op het
opwerpen van fysieke obstakels; beter kunnen we migratie in goede banen
leiden en werken aan het wegnemen van de oorzaken ervan.
Beloftes
In het voorjaar van 2017 bezocht ik Chios, een Grieks eilandje
vanwaar je Turkije kunt zien liggen. Turkije-deal of niet: elke nacht
kwamen er nieuwe vluchtelingen aan. Een Griekse partijgenoot van mij,
lid van de gemeenteraad van Chios, leidde ons rond. Ze vertelde dat haar
schoonvader in de Tweede Wereldoorlog het eiland ontvlucht was. Hij
klemde zijn universitaire diploma tussen zijn tanden en zwom naar
Turkije.
Een vriend van me, een Syrische Nederlander, stond een paar jaar
terug in Turkije aan de kust van de Zwarte Zee, met zijn uit Syrië
gevluchte vrouw. Ze wilden zo snel mogelijk naar Nederland. Hij zou met
haar mee gaan op een bootje. Ze deden het uiteindelijk toch maar niet.
Het bootje zonk. Hij heeft haar in Istanbul door haar Nederlandse
inburgeringsexamen geloodst. Hij vond een tijdelijke baan in Nederland
met voldoende inkomen, zodat zij uiteindelijk legaal via
gezinshereniging naar Nederland kon komen.
Zomaar twee verhalen van mensen die zich door zee noch bureaucratie lieten tegenhouden. Het is helemaal niet moeilijk inzicht te krijgen in de beweegredenen die mensen hebben om te migreren, ook niet als Europarlementariër, ze vertellen hun verhaal graag. Ik sprak mensen in Tunesië die de sprong naar Europa wilden wagen, en mensen in Ivoorkust die dat nog maar ternauwernood konden navertellen. Deze week bleek dat er in de tweede helft van vorig jaar meer bootvluchtelingen vanuit Turkije over de Zwarte Zee naar Roemenië zijn gereisd. Er is altijd een langere, moeilijkere route te bedenken voor elke route die wordt afgesloten.
Twee jaar na de Turkije-deal zitten er nog steeds absurd veel
mensen in deplorabele situaties vast op de Griekse eilanden, en is het
aantal Syrische vluchtelingen in Turkije toegenomen tot 3,5 miljoen. In
Libië zoeken 700 duizend migranten, waaronder 47 duizend vluchtelingen,
een veilig heenkomen.
Federica Mogherini,
Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken in de EU, had deze week
een boodschap voor het Europees parlement. Ze stak de loftrompet over de
evacuatie van vluchtelingen en migranten uit de hel van Libië. Sommige
van hen kunnen naar hun land van herkomst. Vele andere die niet naar
huis kunnen worden tijdelijk naar Niger gebracht, waar zij wachten op de
door Europa beloofde hervestiging. Dit Europees initiatief had een
heleboel levens gered, zei ze. Er zijn inderdaad al enige duizenden
migranten, met hulp van IOM en betaald door de EU teruggekeerd naar hun
land van herkomst. UNHCR, die zich ontfermt over vluchtelingen, is
inmiddels gestopt met evacuaties naar Niger. Niger kan de toestroom niet
aan, want Europese lidstaten komen hun toezegging dat zij deze
vluchtelingen snel zouden opnemen niet na. Uiteindelijk blijft een groot
aantal mensen toch steken in Libië. Dus waarom houdt Mogherini, terwijl
ze dat weet, dan toch zo’n jubelverhaal?
Twee jaar na de Turkije-deal, middenin de vluchtelingencrisis in
Libië, is het tijd om de mythe van win-win door te prikken: een
oplossing die mensen tegelijkertijd redt en tegenhoudt bestaat niet.