Artsen zonder Grenzen (AzG) verleent vanaf donderdag medische en psychologische zorg aan asielzoekers buiten de poort van het aanmeldcentrum in Ter Apel. Het is de eerste keer dat AzG medische hulp biedt in Nederland.
“Ik hoop echt dat we maar zes weken hoeven te blijven,” zegt AzG-directeur Judith Sargentini. Ze zit in een huisje in Drenthe en gaat zo meteen naar Ter Apel, waar haar organisatie een hospitaal op wielen zal opzetten, met een verpleegkundige, een arts, een psychosociaal medewerker en een vertaler. “Ik had nooit verwacht dat we in Nederland hulp zouden moeten leveren.”
Wat gaat Artsen Zonder Grenzen precies doen?
“We zullen vijf dagen per week aanwezig zijn, waaronder één weekenddag, omdat het Coa dan minder medewerkers heeft. De mensen die we ter plekke kunnen helpen, helpen we daar. Maar we kunnen ook mensen die ernstig ziek zijn doorverwijzen naar het ziekenhuis, of minder ernstig zieken naar de gewone gezondheidszorg.
“Iemand die daar staat, op het veld, zonder de taal te spreken, zonder toegang te hebben tot een overheidsmedewerker, heeft vaak geen idee hoe hij of zij naar het ziekenhuis moet komen. Ons werk gaat vaak om het kunnen bereiken van mensen. Daarnaast zullen we ook psychische ondersteuning bieden. Ook werken we samen met plaatselijke gemeenten, het Coa en het Rode Kruis.”
De situatie in Ter Apel is al een tijdje penibel. Waarom kiest Artsen zonder Grenzen dit moment om dokters te sturen? En hoe lang verwacht u te blijven?
“Daar heb ik geen goed antwoord op. Waarom gaan we nu, en niet een paar weken geleden? Het is de laatste tijd echt erger geworden. Maar ik denk dat we lang dachten, en vooral hoopten, dat de Nederlandse overheid eigen medische zorg zou aanbieden in Ter Apel. Maar de overheid heeft het tot nu toe laten afweten. Ik hoop dat de overheid die zorg zo snel mogelijk wél zelf zal aanbieden, zodat wij maar 4 of maximaal 6 weken hoeven te blijven.”
U zegt dat de situatie in Ter Apel te vergelijken is met die van de vluchtelingenopvang op het Griekse eiland Lesbos. Wat zijn de grootste overeenkomsten?
“Mensen die zonder faciliteiten of hulp worden overgelaten aan de elementen. Vannacht hebben er weer honderden in de buitenlucht geslapen. Ook ouders met kinderen. Ook gehandicapten. Daarbij is er niet genoeg te eten en zijn er geen douches. Door het gebrek aan hygiëne hebben sommige mensen huidziekten gekregen.”
“Net als in de overvolle kampen op Lesbos worden hier mensen na een zware vluchtreis aan hun lot overgelaten. Vluchtelingen die gewond en getraumatiseerd zijn geraakt en op zoek zijn naar veiligheid stranden nu voor deze poort. Maar de meest schrijnende overeenkomst met Griekenland is dat ook hier de overheid het laat afweten.”
Bent u daar verbaasd over?
“Dat is een gewetensvraag. Mijn vertrouwen in de Nederlandse overheid is eigenlijk heel groot. Maar iedereen had dit kunnen zien aankomen. Dit is geen vluchtelingencrisis, het is een beleidscrisis. Er is jaren bezuinigd op de opvang van vluchtelingen. In het coalitieakkoord van 2021 staat dat er 200 miljoen euro geïnvesteerd zou worden in het Coa en de IND. Dat geld is er nog niet, terwijl het zo hard nodig is. Laat ik het zo zeggen: ik wil hier verbaasd over zijn.”
Bent u boos?
“Ja ik ben boos. Ik had nooit verwacht zulk groot leed te zien in Nederland. Leed dat zo gemakkelijk te vermijden was. De gemeenten horen opvang te verlenen. En ik heb eigenlijk maar een boodschap: laat onze activiteit tijdelijk zijn.”
Beiden
zijn zeer succesvolle politici in relatief onzichtbare instituties,
beiden zetten zich met hart en ziel in voor een humaner asiel- en
migratiebeleid, en beiden zwaaien de komende maanden af: Judith
Sargentini als Europarlementariër en Tineke Strik als fractievoorzitter
van GroenLinks in de Eerste Kamer. Alleen wacht Strik direct een nieuw
politiek avontuur: ze volgt Sargentini op als nummer twee op de lijst
voor het Europees Parlement. In het Amsterdamse filmtheater EYE blikken
Strik en Sargentini op verzoek van de Helling terug én vooruit.
De
Eerste Kamer lijkt steeds politieker van aard te worden. Jesse Klaver
windt er geen doekjes om: GroenLinks is er straks, als de coalitie geen
meerderheid meer heeft in de Eerste Kamer, niet om de coalitie aan een
meerderheid te helpen; de coalitie is er om óns aan een meerderheid te
helpen. Ook de keuze van de ervaren politicus Paul Rosenmöller als
fractievoorzitter is in dat opzicht veelzeggend. Tineke, herken jij die
verschuiving en hoe kijk je hier tegenaan?
Strik: “Ik heb de Eerste Kamer altijd als politiek ervaren, alleen valt
dit minder op wanneer de coalitie een meerderheid heeft. Tijdens het
kabinet-Balkenende IV, mijn eerste termijn, steunden de coalitiepartijen
de Tweede Kamerbesluiten haast per definitie. Maar toen stapte de PvdA
uit het kabinet en ontstond er ineens een heel andere dynamiek. Er was
veel meer ruimte om op basis van inhoudelijke argumenten te discussiëren
over besluiten en om coalities te vormen. Dat vond ik een stuk
aantrekkelijker. Als de coalitie na de komende verkiezingen geen
meerderheid meer heeft, verwacht ik dat het Eerste Kamerwerk politiek
spannender maar ook inhoudelijk interessanter zal worden. De Tweede
Kamer moet rekening houden met de politici aan de overzijde van het
Binnenhof.”
Sargentini: “Ik hoop dat de Tweede Kamer zelf ook wat scherper gaat zijn
op wetgeving, als het niet meer vanzelfsprekend is dat de coalitie een
wet door de Eerste Kamer krijgt.”
Strik: “De Tweede Kamer zal zich beter realiseren dat ze ons nodig
heeft. De oppositie heeft dan meer ruimte om amendementen in te dienen
die de coalitie zal moeten steunen, wil ze steun van de Eerste Kamer
krijgen.”
Gaat meer politieke spanning in de Eerste Kamer niet ten koste van haar primaire taak – het toetsen van wetten?
Strik: “Binnen de fractie hebben we wel besproken of we de uitspraak van Jesse nu de juiste framing
vonden van het Eerste Kamerwerk. Maar wat hij bedoelt, is: We gaan
natuurlijk niet instemmen met matige of slechte wetten omdat de coalitie
ons in andere voorstellen steunt. We zijn geen gedoogpartij. We zijn er
niet op uit om de coalitie pootje te lichten, maar we steunen alleen
goede voorstellen. En om een constructieve samenwerking mogelijk te
maken, zal het kabinet ook echt steun moeten verlenen aan onze eigen
voorstellen. Een kabinet dat in de minderheid is, zal zich meer
rekenschap moeten geven van wat andere partijen willen.”
Scheidend Kamervoorzitter Ankie Broekers-Knol (VVD) onthulde
onlangs in een interview dat ze wetten heeft laten passeren waar nogal
wat op aan te merken was, uit loyaliteit aan de coalitie. Herken je dit?
Strik: “Dat herken ik heel goed. Ik zag soms ook wel de pijn bij
senatoren van coalitiepartijen. Ik zou het een blamage vinden als ik
zelf in de coalitie zat en we ons daartoe zouden verlagen. Je bent dan
je eigen rol als Eerste Kamerfractie volledig aan het verloochenen. Zelf
hebben we alleen nooit in die positie gezeten, en je kunt er nooit
zeker van zijn of GroenLinks zoiets niet ook kan overkomen.
We hebben overigens wel moeilijke momenten meegemaakt als Eerste
Kamerfractie. In aanloop naar het zogeheten Lenteakkoord van 2012 was te
voortvarend onderhandeld zonder de Eerste Kamer te consulteren.
Daardoor werden wij onder druk gezet om een plotselinge verhoging van de
AOW-leeftijd te steunen, die door gebrek aan een overgangsregeling
grote gevolgen had voor het inkomen van mensen. De Tweede Kamerfractie
was toen te eager om een akkoord te sluiten en heeft ons
onvoldoende geconsulteerd. Dat is een leerpunt geweest. Sindsdien gaat
het veel beter en hebben we altijd prima samengewerkt met de Tweede
Kamerfractie.”
Voor GroenLinks is de Eerste Kamer niet heilig. In het
verkiezingsprogramma staat dat ze afgeschaft kan worden zodra er een
vervangend orgaan is dat een constitutionele toets uitvoert.
Strik: “Een constitutionele toets is een toets achteraf, over de
toepassing van de wet – dus nadat het besluit is genomen. Wat mij
betreft, blijft daarnaast nog steeds de Eerste Kamer bestaan die
wetsvoorstellen vooraf toetst, overigens wel met het politieke primaat
bij de rechtstreeks gekozen Tweede Kamer.
Ik voel wel voor het terugzendrecht zoals de commissie-Remkes onlangs
voorstelde, dus dat de Eerste Kamer tegen de Tweede kan zeggen: wat ons
betreft mankeert het hier en hier aan, pas als dat is aangepast kunnen
we met het voorstel instemmen. In het voorstel van Remkes zou dit
terugzendrecht echter ten koste gaan van het vetorecht. Dat is wel een
risico, maar ik verwacht dat de Eerste Kamer snel ophoudt met
terugzenden – en dus wetsvoorstellen zal afwijzen – als de Tweede Kamer
de aanbevelingen niet opvolgt. Dat lijkt me een effectief drukmiddel.”
Judith, over je aanstaande vertrek zei je in een interview in Trouw: “Ik
heb mooie dingen bereikt, maar vooral op het onderwerp asiel en
migratie is de motivatie aan het verdwijnen. Ik verwacht daar geen
verbeteringen meer. Dus moet iemand anders het maar proberen.” Voor
iemand die zoveel heeft bereikt in het Europees Parlement, vind ik dat
een opmerkelijke uitspraak.
Sargentini: “Op andere onderwerpen heb ik wat bereikt ja, maar op
migratie en asiel ben ik al jaren alleen maar bezig te voorkomen dat het
beleid erger wordt. Want het wórdt erger. Wat ik aan resultaten boek,
is zo marginaal. Toch nog maar nét weten te regelen dat er aparte
aandacht komt voor vluchtelingenkinderen, om maar wat te noemen. Dat is
voor mij niet voldoende, en ik merkte dat ik steeds vaker ging denken:
dit hebben we al geprobeerd, dit werkt toch niet, hier heb ik al tig
schriftelijke vragen over ingediend. En als je dat gaat denken, is het
misschien tijd voor een andere, frissere blik. Ik heb expres mijn
vertrek aangekondigd vóór de stemming over mijn rapport over de
rechtsstaat in Hongarije. Toen ging de kandidaatstelling open, en ik
denk niet dat Tineke zich kandidaat had gesteld als ik door was gegaan.”
Strik: “Dat was inderdaad niet bij me opgekomen.”
Sargentini: “Ik ben overigens ontzettend blij dat ik die
Hongarije-stemming heb gehaald. Het is heel bijzonder om te zien hoe
mensen mij ineens anders gingen bejegenen toen ik het parlement had
overtuigd om de procedure in werking te zetten die kan leiden tot
sancties tegen de regering-Orbán wegens ondermijning van de rechtsstaat.
Ineens word ik gezien als een soort elder statesman, zowel
binnen als buiten het parlement. Dat is natuurlijk erg leuk, en het
motiveert zeker, maar het heeft bij mij niet gezorgd voor nieuwe energie
om me nog eens vijf jaar lang in te zetten voor onderwerpen waarop ik
geen verbetering zie. Bovendien zegt niemand nu tegen me: nou, jij
zwaait geen dag te vroeg af. Een Duitse Europarlementariër van de CDU
zit vanaf 1980 in het Europarlement, en wordt nu waarschijnlijk niet
opnieuw voorgedragen. Hij is daar heel kwaad en verdrietig over. Een
dergelijk lot moet je jezelf besparen.”
Is een doorbraak zoals je met je Hongarije-rapport voor elkaar hebt gekregen, niet denkbaar op migratie?
Sargentini: “Absoluut niet. Grondrechten van Europeanen, waar het
Hongarije-onderzoek over ging, gaan de meeste Europarlementariërs meer
aan het hart dan rechten van vreemdelingen. De verontwaardiging over het
feit dat de mensenrechten in landen als Polen en Hongarije onder druk
staan, is veel groter dan die over het lot van vluchtelingen, ook bij
premiers en ministers van Binnenlandse Zaken. Waarschijnlijk omdat Polen
en Hongaren meer voelen als ‘onze’ mensen, , hoewel dat ook wel eens
vergeten wordt. Soms hoor ik suggesties als: dan stappen Polen en
Hongarije toch uit de EU, en gaan we door met landen die zich wél aan de
Europese waarden willen houden? Dat zou dus betekenen dat je tegen de
Polen en Hongaren zegt: zoek het maar uit met je verschrikkelijke
regering, onze zorg is het niet. Maar in het algemeen voelen ze meer als
‘eigen’ dan vluchtelingen.”
Wanneer begon het sentiment in de EU ten aanzien van vluchtelingen en migranten te verslechteren?
Sargentini: “In 2010 brak de Arabische lente uit en het antwoord van de
Europese Unie op de komst van veel Tunesische jonge mannen naar Italië
was: dichtgooien die grenzen. We zagen mensen die zich bevrijdden van
langdurige dictaturen in Egypte, Tunesië en Libië, en het enige waar wij
nog over konden praten was: hoe houden we die migranten buiten? Ik was
totaal verbijsterd door deze reactie. En nog schokkender vond ik dat
Europa die dictaturen in Noord-Afrika nota bene altijd de hand boven het
hoofd heeft gehouden. Mubarak en Ben Ali konden rekenen op de steun van
Frankrijk, Khadaffi had dealtjes met Italië. Ik was geschokt over de
hypocrisie hiervan. Nadat in Egypte bij de eerste vrije verkiezingen
Morsi werd gekozen – een Moslimbroeder, uiteraard niet mijn vriend –
werd deze al snel door middel van een coup afgezet. En de meeste
Europese regeringsleiders vonden dat prima en hielpen vervolgens
president Sisi in het zadel: een Mubarak 2.0.”
Tineke, wat dacht jij toen je de uitspraak van Judith in Trouw las?
Strik (lacht): “Even dacht ik wel: waarom zou iemand nu nog gaan stemmen
voor het Europees Parlement? Maar ik snap Judith ook hoor. Ik zie ook
dat het met migratie de verkeerde kant op gaat. Eerst was nog het idee
om het migratiebeleid te europeaniseren en daarbij het
VN-vluchtelingenverdrag ruimhartig na te leven. Maar nu is het buiten de
deur houden van mensen de enige prioriteit. En ik snap dat Judith het
zat is om alleen maar bezig te zijn met het beperken van de schade voor
vluchtelingen. Tegelijkertijd moet dat ook gebeuren. Wel ben ik van
plan om net als Judith ook andere onderwerpen op te pakken, niet alléén
asiel en migratie.”
Sargentini: “Dat zou ik je ook zeker aanraden. Twee keer heb ik de wet
witwassen behandeld, twee keer samen met een Letse christendemocraat die
mijn co-rapporteur was. Toen hij in 2013 met mij werd opgezadeld, dacht
hij volgens mij even: o mijn god, wat moet ik met haar? Maar we hebben
elkaar leren kennen en heel goed samengewerkt. Deze week werd hij
benoemd tot premier van Letland, en wat presenteerde hij als zijn eerste
agendapunt: de bestrijding van witwassen!”
Strik: “Geweldig.”
Sargentini: “Dat is ook het ontzettend leuke aan het Europees Parlement:
al die mensen die daar aanspoelen, een tijdje blijven en dan weer
wegdrijven naar een andere interessante plek in Europa. Het is eigenlijk
een soort Erasmus-uitwisselingsprogramma, maar dan voor politici.
Eurosceptici komen binnen en verlaten het parlement een stuk minder
sceptisch. En je leert zoveel mensen kennen die je daarna nog eens kunt
bellen, omdat je ooit met ze hebt samengewerkt.”
Tineke, jij hebt in de Raad van Europa meerderheden achter
rapporten over migratie kunnen krijgen. Waardoor lukte het daar beter om
resultaten te boeken op migratie?
Tineke: “Het is makkelijker om in de Parlementaire Assemblee van de Raad
van Europa voor een rapport te stemmen dan binnen het Europees
Parlement. Omdat er geen wetgeving uit voortvloeit is het
vrijblijvender, het komt er vooral op aan wat landen er vervolgens mee
doen in hun eigen parlement.
Een belangrijk rapport van mijn hand ging over een boot met 73
vluchtelingen uit Libië die twee weken op de Middellandse Zee heeft
rondgedobberd. Schepen van lidstaten kwamen langs maar vertrokken weer.
Van die groep zijn 62 mensen omgekomen van de honger en dorst, de rest
werd totaal uitgeput teruggedreven naar de Libische kust en moest
maandenlang herstellen. Ik heb toen onderzocht hoe het kwam dat geen
enkel land die mensen oppikte. Conclusie was dat daar een groot
eigenbelang bij zat: zodra je mensen redt van zee, ben je ook
verantwoordelijk voor ze. En daar wilden lidstaten zich niet aan
branden. Ik heb toen bij het Europees Parlement gepleit voor een
Europees pact waarin die verantwoordelijkheid voor vluchtelingen op zee
gezamenlijk werd geregeld, maar daar is toen niets mee gedaan. Vijf jaar
en veel verdronken migranten later reageerde de Raad vooral met
Europese maatregelen die erop zijn gericht te voorkomen dat mensen naar
Europa zouden komen. Met nauwelijks aandacht voor de
verantwoordelijkheid die ook de EU zelf moet nemen. Dat was een enorme
gemiste kans voor de EU.”
Sargentini: “Die beslissing was puur politiek, want de Europese
Commissie, die die wetgeving uitvaardigt, bestaat voornamelijk uit
christendemocratische commissarissen die niet de politieke wil hebben
om zich voor een humaner beleid in te zetten en zich daarin ook zeker
niet gesteund voelden door de lidstaten. En laten we ook het Europees
Parlement, dat bij de Commissie kan aandringen op wetgeving, vooral niet
als progressieve kracht zien. De meerderheid is rechts, op dit moment.
Eén van mijn laatste acties, dat niet onder de categorie van ‘erger
voorkomen’ valt, wordt overigens het amenderen van de
Terugkeerrichtlijn voor vluchtelingen, waarover ik rapporteur ben. Daar
maak je geen vrienden mee, maar ik durf het wel aan – beter ik dan dat
een extreemrechtse parlementariër zich dit toe-eigent. De Commissie
heeft een voorstel gedaan dat rammelt aan alle kanten. Vluchtelingen
hebben in dit voorstel nauwelijks nog tijd om in beroep te gaan; ze
hebben hun aanvraag voor een verblijfsvergunning nog niet ingediend of
ze moeten alweer actief meewerken aan hun terugkeer; als een
vluchteling niet zijn best heeft gedaan om een paspoort te krijgen in
het land waaruit hij gevlucht is, mag hij gevangen worden gezet;
enzovoorts. Het is mesjogge.”
Hoe moet die Terugkeerrichtlijn er volgens jou uitzien?
Sargentini: “Ik wil laten zien dat terugkeer bij asiel en migratie
hoort, maar dat dit wel op een menswaardige manier moet gebeuren. Daarom
zet ik in op vrijwillige terugkeer van afgewezen asielzoekers en
vreemdelingen zonder papieren.”
Strik: “Nederland heeft aangedrongen op die terugkeerrichtlijn en wil juist meer gronden voor detentie van vluchtelingen.”
Sargentini: “Die haal ik er allemaal uit.”
Strik: “Heel goed.”
Sargentini: “Er is geen enkel bewijs voor de veronderstelling dat mensen
vanuit detentie makkelijker uit te zetten zijn. Als je mensen na twee
of drie maanden nog steeds niet hebt kunnen uitzetten, kun je vergeten
dat ze ooit nog vanuit gevangenschap weggaan. Vrijwillige terugkeer is
zeker niet vrijblijvend, daarna volgt gedwongen terugkeer. Maar op
vrijwillige terugkeer is veel meer kans als vluchtelingen in hun land
van herkomst een re-integratietraject krijgen aangeboden zodat ze echt
een nieuw leven kunnen opbouwen. Vreemdelingendetentie klinkt heel
logisch: je kunt mensen niet uitzetten als je niet weet waar ze zijn,
dus zet je ze gevangen, dan weet je waar ze zijn. Bovendien schrikt het
vluchtelingen af. Maar terugkeer moet het eindproces zijn van een
evenwichtig asiel- en migratiebeleid, inclusief legale toegang voor
arbeidsmigranten. Van dat evenwichtige beleid is nu geen sprake. En dan
zouden we ineens terugkeer moeten afdwingen? Voorop staat natuurlijk dat
mensen die niets strafbaars hebben gedaan, niet moeten worden
opgesloten. Maar daarnaast is het vrijwel onmogelijk iemand uit te
zetten als hij of zij echt niet meewerkt.”
Strik: “Die focus op het tegenhouden van vluchtelingen leidt er
weliswaar toe dat zij niet in Europa zijn, maar wel ergens anders – in
transitlanden zoals Niger waar migranten in een uitzichtloze situatie
leven. Een van mijn rapporten voor de Raad van Europa ging over
migratiedeals en de gevolgen hiervan. Wat er door toedoen van ons
migratiebeleid met mensen gebeurt, is ook onze verantwoordelijkheid.”
Sargentini: “Voor de korte termijn klinkt het misschien als een mooie
oplossing dat mensen niet naar Europa komen, maar wat zijn de gevolgen
over vijftien jaar als mensen zonder uitzicht op een toekomst in
transitlanden bivakkeren?”
Strik: “Uiteindelijk krijg je de gevolgen weer op je brood. Daarnaast
vraag ik me wat we nou waard zijn als EU als we onze fundamentele
waarden zomaar verpatsen. Hoe kunnen wij Hongarije ervan beschuldigen de
rechtsstatelijke beginselen te schenden als wij dat zelf ook doen?”
Sargentini: “Die analyse deel ik. Maar wil ik meerderheden kunnen
organiseren in het Europees Parlement, dan moet ik vooral laten zien dat
migratiedeals gericht op het tegenhouden van vluchtelingen, averechts
werken. In ruil voor financiële steun houden transitlanden nu
vluchtelingen tegen. Er is niets op tegen om de economie van Niger of
Senegal op te poetsen. Armoedebestrijding is het doel van
ontwikkelingssamenwerking, maar denk niet dat economische groei tot
minder migratie leidt: hoe beter het gaat met een land, hoe méér mensen
kunnen migreren.”
Judith, jij sprak net al over arbeidsmigratie als onderdeel
van het migratiebeleid. GroenLinks wil arbeidsmigratie bevorderen, maar
hoe regelen we dat zodanig dat we aansluiten bij de noden op de Europese
arbeidsmarkt?
Sargentini: “Arbeidsmigratie moet per definitie aansluiten op de noden
op de Europese arbeidsmarkt. Anders is het geen arbeidsmigratie.”
Strik: “De polarisatie in het migratiedebat belemmert de discussie over
het feit dat we nu eenmaal meer mensen nodig hebben op de Europese
arbeidsmarkt. Door het gesprek daarover uit de weg te gaan, stellen we
onze economische toekomst in de waagschaal.”
Sargentini: “Een deel van de huidige vluchtelingenproblematiek wordt
veroorzaakt door het feit dat we geen arbeidsmigratiebeleid hebben. Voor
mensen die graag een kans zouden willen krijgen om in Europa te werken
is er alleen de asielroute. Zolang we dit niet onder ogen willen zien,
blijft het migratiedebat vastlopen op stellingen als ‘de mensen op
vluchtelingenboten zijn gelukszoekers en geen echte vluchtelingen’.
Juist doordat we geen andere toegangscriteria hebben georganiseerd, is
het ondoenlijk om een onderscheid te maken tussen de verschillende
mensen die naar Europa komen.
In Hongarije gingen mensen vorig jaar massaal de straat op uit protest
tegen de ‘slavenwet’. Volgens die wet mogen werkgevers van werknemers
verlangen dat zij 400 uur per jaar overwerken, om daar pas jaren later
voor betaald te krijgen. Die wet is er gekomen omdat er een enorm tekort
is aan arbeidskrachten. Hongaren trekken weg, niemand uit andere
Europese landen wil in Hongarije werken, en Hongarije laat geen
migranten toe.”
Hoeveel mensen moeten we dan toelaten? En hoe bepalen we dat aantal?
Sargentini: “We moeten niet in quota denken, maar in contracten met
werkgevers. Als je een contract hebt bij een werkgever in de EU, mag je
hier komen, of de EU kan mensen helpen een contract te krijgen.”
Strik: “Dat kunnen we allemaal regelen voordat mensen naar de EU komen.
De vraag is of we dit voor de EU als geheel moeten regelen of per land.
Lidstaten vinden het ook prettig om zelf controle te hebben over
migratie.”
Sargentini: “Nu mogen werkgevers in de EU mensen buiten de EU werven als
niemand in de gehele EU de betreffende vacature kan vervullen. Dat is
natuurlijk een onmogelijke eis. Arbeidsmigratie mag nooit een manier
worden om mensen binnen de EU eerder af te schrijven, maar het mag wel
iets makkelijker worden voor een werkgever om te laten zien dat hij echt
geprobeerd heeft EU-werknemers te vinden.”
Wat is er nodig om het huidige sentiment op het gebied van migratie te keren?
Sargentini: “Lef bij de middenpartijen. Radicaal rechts krijgt momenteel
zo veel voor elkaar omdat de centrumdemocraten geen tegengas durven
geven. Als staatssecretaris Harbers, nadat Nederland zes vluchtelingen
van Malta heeft overgenomen, zegt dat bootvluchtelingen in de toekomst
veel langer zullen ronddobberen omdat Nederland niet meer mee gaat
helpen, zijn we een heel eind van huis.”
Strik: “Ik zie toch wel een lichtpuntje, namelijk arbeidsmigratie – hoe
gek het ook klinkt. Door de vergrijzing hebben we nu eenmaal meer mensen
nodig. Door de terughoudendheid van regeringen krijgen bedrijven nu
geen kans om buiten de EU hun vacatures te vervullen. Europa ontkomt er
op een gegeven moment niet aan dit onder ogen te zien. Landen als Zweden
en Duitsland lopen daar nu in voorop.”
Judith, heb je nog een gouden tip voor Tineke wanneer ze straks in het Europees Parlement zit?
Strik: “Ja, kom op Judith!”
Sargentini: “Probeer de coördinator van je fractie te worden binnen een
commissie. Je bent het meest effectief als parlementariër wanneer je
zaken kunt agenderen en namens anderen kunt onderhandelen. En zet vanaf
dag één de telefoonnummers van al je collega-parlementariërs in je
telefoon. Veel zaken kunnen door je medewerkers worden afgehandeld, maar
voor die ene kwestie die nú meteen moet worden opgepakt, moet je andere
parlementariërs even kunnen appen. Ik heb dat pas laat ontdekt, want ik
was niet zo van al dat telefoonverkeer. Maar zonder die contacten had
ik het Hongarije-rapport niet voor elkaar gekregen. Daarvoor heb ik
werkelijk ieder denkbaar contact aangeboord. Dat ging zo van: “Weet je
nog, wij waren destijds samen op reis in Tsjaad… mag ik eens komen
praten over Hongarije?”
CV Judith Sargentini
Geboren
13 maart 1974 in Amsterdam Opleiding
Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam Werk
Diverse functies bij NGO’s, oa , lobbyist bij het Nederlands Instituut
voor Zuidelijk Afrika (NiZA) en Africaconsultant bij de Europese
alliantie van ontwikkelingssamenwerkingsorganisties Eurostep. Van 2002
tot 2009 raadslid en daarna fractievoorzitter voor GroenLinks in
Amsterdam. Sinds 2009 lid van het Europees Parlement.
CV Tineke Strik
Geboren
28 september 1961 in Alphen (Gld) Opleiding
Sociaal-cultureel werk bij de Sociale Academie in Eindhoven en
internationaal publiek recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen
(destijds Katholieke Universiteit Nijmegen). In 2011 promoveerde zij aan
deze zelfde universiteit op een proefschrift over de totstandkoming en
de nationale effecten van Europees asiel- en migratiebeleid. Werk
Oa Tweede Kamerfractie GroenLinks en het Ministerie van Justitie. Van
2002 tot 2006 wethouder in Wageningen. Sinds 2007 lid van Eerste Kamer
voor GroenLinks en woordvoerster Justitie, Asiel en Migratie, Europese
Zaken en Buitenlandse Zaken. Daarnaast universitair hoofddocent
migratierecht aan de Radboud Universiteit. Strik is de nummer 2 op de
kandidatenlijst voor de verkiezingen van het Europees Parlement op 23
mei.
Met haar rapport over de afglijdende rechtsstaat in Hongarije werd Judith Sargentini dit jaar een bekende Europarlementariër, in binnen- en buitenland.
Of
ze in Hongarije nog over straat kan zonder meteen herkend te worden,
vroeg laatst iemand aan Judith Sargentini, op vriendelijk-jolige toon.
“Dat is eigenlijk helemaal niet grappig”, antwoordde ze. Met de
haatcampagne die de Hongaarse regering tegen haar voert, en waarin haar
gezicht met grote regelmaat is te zien, in een soort heksachtige
bewerking bovendien, kijkt ze wel uit om voet op Hongaarse bodem te
zetten. Je weet nooit welke geïndoctrineerde gek je tegenkomt. Op
Twitter krijgt ze seksistische bagger over zich heen en wordt ze zelfs
met de dood bedreigd.
Er
zijn ook leukere kanten aan die ‘roem’, ervoer ze in een Amsterdams
zwembad. “Sta ik daar druppend langs de kant, met mijn badmuts en
zwembrilletje op, komt er een Hongaarse mevrouw naar me toe om te
zeggen: ‘Dankuwel, mevrouw Sargentini’”.
In
september nam het Europees Parlement met een twee derde meerderheid
haar rapport aan over de afglijdende rechtsstaat in een EU-land, een
unicum in de geschiedenis van dat parlement.
Daarmee
werd 2018 het jaar dat de GroenLinkser in binnen- en buitenland een
bekende Europarlementariër werd, maar ook het jaar dat ze haar vertrek
uit dat parlement aankondigde, na de verkiezingen van volgend jaar. “Ik
vind die debatten zonder resultaat niet leuk meer, vooral over asiel en
migratie”, lichtte ze een paar dagen voor die cruciale
Hongarije-stemming in Straatsburg haar besluit toe in deze krant.
We zijn drie maanden verder, wat is er in de tussentijd met dat Hongarije-rapport gebeurd?
“Ik
heb het gepresenteerd tijdens een informele ministersbijeenkomst, op
een maandagochtend om acht uur. Ik zat daar met slechts vijf ministers
in het lulligste zaaltje dat je je kunt voorstellen. Dit is blijkbaar de
manier waarop het parlement wordt bejegend door de lidstaten. De
Europese Centrale Bank en de Europese Commissie worden altijd met alle
egards ontvangen, maar wij mogen niet eens zo’n belangrijk rapport over
artikel 7 uit het EU-verdrag komen voorstellen. “Minister
Stef Blok was er wel, dat was fijn. Nederland neemt het echt serieus,
ze hebben met Eurocommissaris Timmermans (die streng is tegen Polen,
red.) en mij ook een morele verplichting. “Maar
verder wist ik niet eens wie er precies zaten. We kregen geen lijstje
met namen, het moest allemaal zo informeel mogelijk, kennelijk om te
voorkomen dat het parlement hieraan allerlei rechten ging ontlenen. Er
zat ongetwijfeld ook een Hongaarse diplomaat bij, maar die deed zijn
mond niet open. We mochten ook niet met zoveel mensen komen, want dat
paste niet in het zaaltje. Maandagochtend, acht uur ’s ochtends in dat
gigantische raadsgebouw… Dan zijn er zaaltjes zat hè? Zááltjes zat. Het
was een aanfluiting. Intussen verslechtert de situatie in Hongarije
gewoon verder.
“Dit
zou dus overnieuw moeten, maar de vraag is hoe hard onze
parlementsvoorzitter Antonio Tajani gaat duwen. Die heeft mij ook
nauwelijks in bescherming genomen tegen de Hongaarse haatcampagne. Hij
heeft er een keer iets over gezegd, in een adem met een Italiaanse die
door extreem-rechtse demonstranten in Italië is aangevallen. Ik, en met
mij het hele parlement, word aangevallen door een regering van
EU-lidstaat, en word in hetzelfde alineaatje opgesomd als iemand die
door een stelletje neonazi’s is aangevallen. “Tajani
(van Forza Italia, die samen met Orbáns Fidesz-partij in de Europese
Volkspartij zit, red.) heeft voorafgaand aan de stemming over mijn
Hongarije-rapport afgeraden om ervoor te stemmen. Hij zei iets als ‘dit
doen we toch ook niet tegen Roemenië of Slowakije?’ Dat zegt hij omdat
daar sociaal-democraten in de regering zitten. “Dat
kun je als parlementsvoorzitter niet maken. Zoiets zou Martin Schulz
(Tajani’s voorganger, red.) nooit hebben gedaan. Die was met mij
meegegaan naar die ministersbijeenkomst op maandagochtend. Goed, daar
had hij mij waarschijnlijk wegge-elleboogd, maar Schulz zou deze strijd
heel anders gestreden hebben.”
Wordt het niet een heel frustrerend einde zo, met uw rapport?
“Dat
zou kunnen, behalve dat er Europese verkiezingen aankomen. Dit is een
politiek proces dat ook zal meespelen in de campagnes. De
christen-democraten in West-Europa gaan hier last mee krijgen.”
Toen
u uw vertrek aankondigde, zei u dat u zich een tijdje wilde bezinnen op
de toekomst. Nu weet ik niet hoe u in elkaar zit, maar ik kan me zo
voorstellen dat die bezinning al begint op de dag dat je zo’n besluit
neemt, en dat u op uw laatste dag volgend jaar zomer al bent
uitbezonnen.
“En
dat je dan klaar bent? Eerlijk gezegd, ik ben net weer beter van twee
weken ziek zijn, en heb al die tijd min of meer doorgewerkt. Bij die
Hongarije-presentatie voor de ministers op die maandagmorgen was ik
strontziek. Ik zat dik onder de paracetamol en vervolgens heb ik ook nog
een hele Straatsburg-week doorgewerkt. Terwijl zo’n zware verkoudheid
echt niet twee weken hoeft te duren. Dus ik denk dat ik wel even tijd
nodig heb. “Ik snap wat je bedoelt, maar ben echt
van plan om eventjes geen dingen aan te nemen. Lange wandelingen maken,
met mijn moeder op vakantie, dat soort dingen. Ik zie mezelf niet in
september 2019 een nieuwe baan aanvaarden.”
De groene partijen in Europa hebben de wind in de rug…
“Terwijl we twee jaar geleden nog dachten: o mijn God.”
Maar u maakt dat bij de verkiezingen van volgend jaar allemaal niet meer mee.
“Regelmatig
denk ik: o ja, dat ga ik wel missen. Maar niet genoeg om terug te komen
op mijn besluit. Toen ik rondliep op het congres van de Europese
Groenen (eind november in Berlijn, red.) merkte ik dat sommige dingen
gewoon niet meer voldoende enthousiasmeren. Als je dat gaat denken, moet
je echt wat anders gaan doen.”
Als
je kijkt naar de onderwerpen waar u de afgelopen jaren mee bezig bent
geweest – Hongarije, witwasrichtlijn, conflictmineralen – dan lijken dat
geen echte GroenLinks-speerpunten, in de categorie klimaat
bijvoorbeeld.
“Dat
is altijd zo geweest. Ik heb nooit klimaat- of milieudossiers gedaan,
ook niet in de Amsterdamse gemeenteraad. Altijd onderwijs, justitie,
veiligheid, sociale zaken, armoede, diversiteit, dat soort dingen. De
afdeling ‘rood’.”
Nooit de behoefte gehad om iets met klimaat en milieu te doen?
“Wel in mijn privéleven, daar hou ik me er keurig aan.”
Bij ons in de krant stond ooit dat u een emmer in uw douche heeft staan, en dat u daarmee de wc doorspoelt.
“Inderdaad,
ik heb een emmer in de douche staan. Het duurt bij mij heel lang
voordat het water warm wordt. Dan kun je al dat water wel door het putje
dingesen, maar dat vind ik zonde. Dus staat er een emmer in de douche
en daarmee spoel ik de wc door.”
Was er niet een keer iemand die adviseerde om te plassen tijdens het douchen, om water te sparen?
“Dat
was een GroenLinks-wethouder ergens in het noorden. Dat vond niet
iedereen een even fris idee. Ik doe die emmer. Ik zie in de krant vaak
van die lijstjes staan met snelle milieuvriendelijke oplossingen. Alles
wat daarop staat, doe ik al. ‘Doe je wasdroger weg’. Nooit gehad, wij
hebben gewoon een rekje. ‘Doe je auto weg’. Nooit gehad. ‘Isoleer je
huis’. Ons huis is van 2003. ‘Eet geen vlees’. Doe ik al sinds mijn 13de
niet. “Ik reis natuurlijk wel veel. Daar is mijn
voetafdruk stevig, laten we er niet omheen draaien. Ik compenseer dat
wel, maar compenseren is een soort van katholieke aflaat.”
U komt uit een links nest. Nu willen pubers zich nog wel eens afzetten tegen hun ouders. Nooit die behoefte gehad?
“Nee,
nooit. Mijn ouders waren ook niet politiek actief hè, ze waren
maatschappelijk actief. Ik ben warm en maatschappelijk bewust opgevoed
en het is nooit in me opgekomen dat je anders zou moeten leven.”
Hoe vierden jullie vroeger Kerstmis thuis?
“Mijn
ouders zijn katholiek opgevoed en zijn van hun geloof gevallen in de
jaren zeventig. Maar daar bleven natuurlijk culturele dingen van hangen.
Wij vierden het vooral op kerstavond, dat was een soort ceremonie die
voor mijn ouders misschien in de plaats kwam van de verplichte nachtmis.
Mijn moeder bakte een cake of een tulband, en mijn vader pakte zijn
blokfluit uit de kast en daar speelde hij kerstdeuntjes op. En dan
draaiden we zo’n plaat van Herman van Veen met kerstliederen. “We
hadden een boom met gekleurde lichtjes, die hadden we nog van oma
gekregen. Die heb ik nooit gekend want ze overleed vlak voor ik geboren
werd. Gekleurde lichtjes, want dat vonden de kinderen zo leuk. Nou, zo
dus. Er lag wel een pakje onder de boom maar we vierden Sinterklaas, dus
daar lag dan een pak nieuwe viltstiften of zo. “We
hadden een kerststalletje, en daar gooiden we dan Vim overheen bij
wijze van sneeuw (voor de jongere lezertjes: Vim is een oud merk
schuurpoeder, later werd dat Jif, en nog weer later Cif, red.). Wist ik
veel, als kind, dat het in Bethlehem niet sneeuwde. En dan zong mijn
moeder ‘En het sneeuwde, en het vimde, en het was er zo koud’.”
En dit jaar?
“Dit
jaar zijn we voor het eerst weer eens thuis. Mijn vriend en ik gingen
de laatste jaren eigenlijk altijd een week weg, naar de randen van
Europa, naar de zon. Met dit werk is weg zijn eigenlijk de makkelijkste
manier om te ontspannen. Thuis krijg je toch weer verplichtingen. Dus
dan zaten we meestal met z’n tweeën in een huisje en dan kookte ik
spaghetti.”
Wat wordt in het nieuwe jaar uw laatste klus voor het Europees Parlement?
“Ik
heb nog even een nieuw dossier erbij gepakt; ben namelijk rapporteur
over de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers. Die richtlijn moet
worden herzien, tenminste dat willen de lidstaten graag. Vervolgens
heeft de Europese Commissie een labbekakkerig stukje wetgeving
afgeleverd waarvan niemand kan inzien wat de consequenties zijn. “Nu
is het terugsturen van afgewezen asielzoekers niet het meest favoriete
onderwerp bij de Groenen. Genoeg collega’s hebben gezegd: dit is een
lose-lose-situation. Als je goed functionerende wetgeving maakt, worden
er meer mensen uitgezet dan nu. Dat vindt niet iedereen in onze
achterban een goed idee. Maar ik dacht: ik ga toch weg, ik durf dat wel
aan. Ik vind ook dat asielbeleid niet zonder terugkeerbeleid kan. Laat
mij er dan maar eentje schrijven waarvan ik denk dat hij deugt. Ik wil
graag een mooi stuk wetgeving achterlaten waarin je met respect voor
alle internationale regels tot een humaan terugkeerbeleid kunt komen.
Dus dat ga ik nog even doen.”
Judith Sargentini
Judith
Sargentini (Amsterdam, 1974) is een verre nazaat van Giovanni Domenico
Sargentini, een Italiaanse gipsgieter uit Bozzano die zich in de tweede
helft van de negentiende eeuw vestigde in de Jordaan. Ze studeerde
geschiedenis en specialiseerde zich in democratie en totalitaire
regimes. In 1999 werd Sargentini voor GroenLinks duoraadslid in de
Amsterdam, vanaf 2006 was ze fractievoorzitter. In die tijd was ze ook
actief voor het Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika. Vervolgens
werd ze tot twee keer toe gekozen in het Europees Parlement: in 2009 en
2014. Ze speelde een grote rol in de totstandkoming van wetgeving over
onder meer conflictmineralen en het tegengaan van witwaspraktijken.
Grote bekendheid kreeg ze dit jaar met haar rapport over de rechtsstaat
in Hongarije. Sargentini woont in Amsterdam met haar vriend.
De Europese Unie probeert Nigeria te verleiden tot het
terugnemen van Nigeriaanse migranten zonder papieren. Tijdens haar
werkbezoek in Nigeria merkt Sargentini dat hier natuurlijk wel iets
tegenover moet staan.
Wij hebben een probleem en dat moeten we hardop durven zeggen. Onze mensen zullen altijd migreren, maar graag wel via een legale route”,
zei Godwin Obaseki de gouverneur van Edo State tegen ons. Ik luister
naam hem in Benin City, de hoofdstad van Edo State, het centrum van de
Nigeriaanse migratie. De helft van alle migrerende Nigerianen komt
daarvandaan.
Een aantal keer per jaar roostert het Europees Parlement een week in
voor externe parlementaire activiteiten. Er zijn dan geen vergaderingen
in Brussel of Straatsburg, en Europarlementariërs zoals ik kunnen dan
werkbezoeken in eigen land afleggen, of met een officiële delegatie van
het Europees Parlement op werkbezoek naar een ander land. Ik ben met de
commissie Mensenrechten naar Nigeria gegaan, waar van alles aan de hand
is: de terreurorganisatie Boko Haram, het conflict in de Nigerdelta,
geweld tussen nomadische veehoeders en landbouwers. Het is mede daarom
ook een land waar vandaan heel veel mensen naar Europa vertrekken.
De slavenmarkt
In Benin City, Edo State, in het Zuiden van Nigeria, spraken we de
nieuwe gouverneur. Zijn kantoor in Benin City was een baken van rust en
controle vergeleken met dat van de secretaris-generaal van het
ministerie van Binnenlandse Zaken in Abuja, waar de vergadertafel in
elkaar stortte en ik net op tijd een deskjet-printer op kon vangen. Het
kantoor van de gouverneur was alsof Jan des Bouvrie eigenhandig de
inrichting had verzorgd. De airco deed het en de powerpointpresentatie
van de gouverneur was om een puntje aan te zuigen.
Nigeriaanse bestuurders hadden nooit veel oog voor de gevaarlijke
kanten van de migratie, en zagen geen noodzaak om mee te werken aan het
terugnemen van migranten. Zij zagen vooral de winst. Migranten – of ze
nu papieren hebben of niet – sturen geld naar huis. Deze zogeheten
‘remittances’ van de Nigeriaanse diaspora vormen 4.4% van het BNP, en
dat is een niet te verwaarlozen aandeel, zeker omdat de olieprijs de laatste jaren laag stond.
Maar de CNN-beelden van een slavenmarkt in Libië, waar Afrikaanse
vluchtelingen worden verhandeld, waaronder veel Nigerianen, zijn ook in
Nigeria hard aangekomen. Er zijn sinds november 2017 al enige duizenden
migranten, met hulp van IOM, betaald door Europa, uit Libië teruggekeerd
naar Nigeria. In Abuja en Benin City is er nu wel de bereidheid om met
Europese lidstaten te praten over de terugkeer van Nigeriaanse migranten
zonder papieren. Maar daar moet dan wel iets tegenover staan.
Retourvlucht
De Europese Unie investeert al enkele jaren in Nigeria, met het
doel om de grondoorzaken van migratie aan te pakken. Uit het EU
Noodfonds voor Afrika worden talloze projecten gefinancierd: van
voorlichting aan schoolmeisjes over het risico verhandeld te worden voor
de Europese seksindustrie, tot re-integratieprojecten voor migranten
die terugkeren uit Libië. De Europese lidstaten proberen de Nigeriaanse
overheid te verleiden tot een terugnameovereenkomst die het makkelijker
maakt om Nigerianen vanuit Europa op een retourvlucht te zetten.
De gouverneur van Edo State wil de verantwoordelijkheid voor
terugname wel nemen, maar is niet van plan om zijn mensen koste wat het
kost tegen te houden als ze willen vertrekken. Ook de koning en
spiritueel leider van Edo State, de Oba, waar wij op audiëntie mochten,
was daar helder in: mensenhandel is een misdaad maar migratie is een
mensenrecht. Onlangs heeft hij een vloek uitgesproken tegen de
mensenhandelaren en dat lijkt effect te hebben. Die vloek zou zo sterk
zijn dat hij eerder gedane geloften ongedaan kan maken. Ik heb me laten
vertellen dat iedereen dat weet. Er zouden in Europa al vrouwen zijn
weglopen bij hun hoerenmadam. De gouverneur en de koning nemen de
Europese hulp grif aan, maar hun verwachtingen lopen stevig uiteen met
die van Europa. Ze pakken het migreren niet aan en pleiten daarnaast
voor legale mogelijkheden voor Nigerianen om zich in Europa te vestigen.
Mooie woorden
Ook het nieuwe initiatief van de VN om tot wereldwijde normen te
komen over migratie, The Global Compact for Safe, Orderly and Regular
Migration, richt zich op legale toegang. Migratie is een fenomeen van
alle tijden en een manier voor mensen om kansen voor zichzelf te
creëren. Ik ben eigenlijk wel te spreken over de conceptversie van dit
verdrag, die benadrukt dat migranten rechten hebben en dat zij
verblijfspapieren moeten krijgen om die rechten te laten gelden. De
onderhandelingen stemmen mij hoopvol, want een verdrag waarin
wereldwijde principes en normen worden vastgelegd is een goede stok
achter de deur om mobiliteit en migratie in goede banen te leiden.
De Europese Commissie onderhandelt namens de lidstaten in New York over deze verklaring, die in december 2018 door regeringsleiders wereldwijd ondertekend moet worden. In het Europees Parlement namen wij in april een resolutie aan om de inzet van de Commissie en de lidstaten bij te sturen.
Wie de onderhandelingsinzet van de lidstaten en Commissie globaal
scant, ziet dat ze mooie woorden gebruiken en dat mensenrechten voorop
staan, maar als je beter leest zie je dat juist vanuit Europa de nadruk
gelegd wordt op terugkeer van migranten. Terwijl de mogelijkheid van
legale migratie een beetje vaag blijft. Hier zit druk achter van de
Europese lidstaten die – en dit geldt voor alle 28 – in eigen land
vrezen voor een politieke afrekening bij het realiseren van meer legale
routes.
De Europese Commissie heeft het Europees Parlement al jaren geleden
de belofte gedaan dat er nieuwe wetten zouden komen om migranten ook
voor lager betaald en geschoold werk, legale toegang tot de Unie te
geven. Maar die plannen worden telkens op de lange baan geschoven.
Ik ga ervan uit dat er pas zo’n plan of tafel komt na de Europese
verkiezingen van mei 2019 en het aantreden van een nieuwe Europese
Commissie in het daaropvolgende najaar. Maar juist daarom is het zaak
dat het VN-verdrag over migratie zo concreet mogelijk wordt, ook op het
gebied van legale migratie, want de Europese landen zetten hier
uiteindelijk een handtekening onder. Als Afrikaanse burgers eenvoudiger
legaal kunnen migreren naar de Europese Unie, zullen hun regeringen een
stuk eerder bereid zijn over terugkeer te praten. Ik hoop erbij te zijn,
in december in Marokko, wanneer dit verdrag ondertekend wordt. Want
wereldwijde normen over migratie zijn broodnodig.
Kun je mensen redden van de verdrinkingsdood en ze tegelijkertijd tegenhouden, vraagt Sargentini zich af.
“Het is mogelijk om de Middellandse Zee zo goed af te sluiten dat
er niemand meer in verdrinkt. Dit zou de Europese Unie een half miljard
euro per jaar kosten”, vertelt een generaal buitendienst. In
debatcentrum De Balie hield hij een inleiding met veel plaatjes van
landingsvaartuigen, reddingsboten en helikopters. De generaal was
oprecht en de zaal ging in zijn verhaal mee: want het ergste van de
vluchtelingencrisis is dat er mensen in onze buurt verdrinken, toch?
Ook in debatten met collega-Europarlementariërs merk ik vaak dat de
wens mensen te behoeden voor de verdrinkingsdood gepaard gaat met de
wens geen migranten in Europa op te vangen. In die gedachtegang is
mensen tegenhouden hetzelfde als mensen redden. Dat zou een
win-winsituatie zijn. Ik geloof daar geen zier van: zo eenvoudig ligt
het niet.
Als je alle wetten en verdragen buiten beschouwing laat, heeft de
generaal b.d. een punt. Een reddingsschip bij de kust redt zeker levens.
Maar wanneer de loopplank van dat schip daarna uitgelegd wordt op het
strand van Libië en daar alleen een uitzichtloze situatie wacht in een
detentiecentrum, zullen mensen dat schip vermijden en een andere weg
zoeken, met steeds grotere risico’s.
Loopplank
Toen Merkel, Rutte en Samson in maart 2016 de Turkije-deal
uitvonden, was hun argumentatie menselijk: we moeten koste wat kost
verdere verdrinkingen voorkomen en dus is het goed wanneer Erdogan
voortaan Syrische vluchtelingen tegenhoudt.
Heus, ik heb het geprobeerd – maar er viel niet tegenop te redeneren. Wilde ik dan dat mensen zouden verdrinken? Nee, natuurlijk wilde ik dat niet. Ik wilde dat de Syrische vluchtelingen die toen al vier jaar in kampen in Turkije zaten, een leven in veiligheid en met uitzicht konden hebben. Als dat er niet is en de nood om te vertrekken hoog genoeg is, dan kun je een loopplank uitleggen, een hek neerzetten, maar zoeken mensen daar alsnog een weg omheen.
In Gambia vertelde een vrouw me over haar zoon die net via de
woestijn was aangekomen in Libië, op weg naar Europa. Eerder namen
mensen de boot naar de Canarische eilanden, maar die route is nu
afgesloten. Nadat de routes door Niger beter werden gecontroleerd,
ontstonden er gevaarlijke tochten door de woestijn, vaak met fatale
afloop. Er sterven tegenwoordig minder mensen op zee; nu sterven ze
voordat ze überhaupt de kust kunnen bereiken.
Mensen laten zich niet tegenhouden, ze verzeilen alleen in steeds
gevaarlijker situaties. We moeten ons daarom niet blindstaren op het
opwerpen van fysieke obstakels; beter kunnen we migratie in goede banen
leiden en werken aan het wegnemen van de oorzaken ervan.
Beloftes
In het voorjaar van 2017 bezocht ik Chios, een Grieks eilandje
vanwaar je Turkije kunt zien liggen. Turkije-deal of niet: elke nacht
kwamen er nieuwe vluchtelingen aan. Een Griekse partijgenoot van mij,
lid van de gemeenteraad van Chios, leidde ons rond. Ze vertelde dat haar
schoonvader in de Tweede Wereldoorlog het eiland ontvlucht was. Hij
klemde zijn universitaire diploma tussen zijn tanden en zwom naar
Turkije.
Een vriend van me, een Syrische Nederlander, stond een paar jaar
terug in Turkije aan de kust van de Zwarte Zee, met zijn uit Syrië
gevluchte vrouw. Ze wilden zo snel mogelijk naar Nederland. Hij zou met
haar mee gaan op een bootje. Ze deden het uiteindelijk toch maar niet.
Het bootje zonk. Hij heeft haar in Istanbul door haar Nederlandse
inburgeringsexamen geloodst. Hij vond een tijdelijke baan in Nederland
met voldoende inkomen, zodat zij uiteindelijk legaal via
gezinshereniging naar Nederland kon komen.
Zomaar twee verhalen van mensen die zich door zee noch bureaucratie lieten tegenhouden. Het is helemaal niet moeilijk inzicht te krijgen in de beweegredenen die mensen hebben om te migreren, ook niet als Europarlementariër, ze vertellen hun verhaal graag. Ik sprak mensen in Tunesië die de sprong naar Europa wilden wagen, en mensen in Ivoorkust die dat nog maar ternauwernood konden navertellen. Deze week bleek dat er in de tweede helft van vorig jaar meer bootvluchtelingen vanuit Turkije over de Zwarte Zee naar Roemenië zijn gereisd. Er is altijd een langere, moeilijkere route te bedenken voor elke route die wordt afgesloten.
Twee jaar na de Turkije-deal zitten er nog steeds absurd veel
mensen in deplorabele situaties vast op de Griekse eilanden, en is het
aantal Syrische vluchtelingen in Turkije toegenomen tot 3,5 miljoen. In
Libië zoeken 700 duizend migranten, waaronder 47 duizend vluchtelingen,
een veilig heenkomen.
Federica Mogherini,
Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken in de EU, had deze week
een boodschap voor het Europees parlement. Ze stak de loftrompet over de
evacuatie van vluchtelingen en migranten uit de hel van Libië. Sommige
van hen kunnen naar hun land van herkomst. Vele andere die niet naar
huis kunnen worden tijdelijk naar Niger gebracht, waar zij wachten op de
door Europa beloofde hervestiging. Dit Europees initiatief had een
heleboel levens gered, zei ze. Er zijn inderdaad al enige duizenden
migranten, met hulp van IOM en betaald door de EU teruggekeerd naar hun
land van herkomst. UNHCR, die zich ontfermt over vluchtelingen, is
inmiddels gestopt met evacuaties naar Niger. Niger kan de toestroom niet
aan, want Europese lidstaten komen hun toezegging dat zij deze
vluchtelingen snel zouden opnemen niet na. Uiteindelijk blijft een groot
aantal mensen toch steken in Libië. Dus waarom houdt Mogherini, terwijl
ze dat weet, dan toch zo’n jubelverhaal?
Twee jaar na de Turkije-deal, middenin de vluchtelingencrisis in
Libië, is het tijd om de mythe van win-win door te prikken: een
oplossing die mensen tegelijkertijd redt en tegenhoudt bestaat niet.
Pakt de EU met het huidige beleid de grondoorzaken van migratie daadwerkelijk aan? In haar eerste blog voor Movement houdt Europarlementariër Judith Sargentini ons met een kritische blik op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van migratiebeleid.
In november 2017 was ik voor de EU-Afrika top in Abidjan, de
hoofdstad van Ivoorkust. Een top als deze, met regeringsleiders van
beide continenten, herijkt de relatie voor de komende jaren. Afrikaanse
en Europese regeringsleiders bespreken tijdens deze top de samenwerking
tussen de Afrikaanse Unie en de Europese Unie. Officieel was het thema:
investeren in de jeugd en een toekomstperspectief bieden voor jongeren.
Maar waar het echt om draaide was migratie, het onderwerp dat de relatie
tussen de EU en Afrika de laatste jaren beheerst.
Europese regeringsleiders kwamen eigenlijk vooral praten over het
tegenhouden van migranten, de Afrikaanse regeringsleiders over de
ontwikkeling van hun landen. Die twee belangen lijken te botsen, maar
zijn wel met elkaar te verenigen: jonge vrouwen en mannen die erop
vertrouwen dat ze in eigen land een toekomst kunnen opbouwen, zijn
minder geneigd te vertrekken. Maar hoe kun je een leven opbouwen als je
niet naar school kan? Als je nooit weet of je morgen ergens geld kunt
verdienen? Wanneer je geen gezin durft te stichten omdat je het niet
kunt onderhouden? Als je wel een opleiding hebt, maar geen
steekpenningen om aan een baan te komen? Kansenarmoede is een van de
oorzaken van migratie. En root causes of migration is nou net het nieuwe buzzword in
het Europese migratiebeleid. Het aanpakken van de grondoorzaken dus.
Behalve over armoede en ongelijkheid, hebben we het dan over conflicten,
corruptie en falende rechtsstaten die mensen dwingen hun heil elders te
zoeken.
Terwijl de Europese en Afrikaanse leiders op de AU-EU top druk
onderhandelden hoe ze de korte- en langetermijnbelangen met elkaar in
overeenstemming konden brengen, landde een vliegtuig op Abidjan
International. Het was de allereerste chartervlucht van de
Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), vol met Ivorianen die
uit de vreemdelingengevangenissen van Libië kwamen. Op hen wachtten geen
diplomatieke konvooien en prettige hotellobby’s. Vaak wachtte er
helemaal niemand op hen. De eerste week na hun aankomst in Ivoorkust
worden ze opgevangen door de IOM, daarna moeten ze het zelf zien te
rooien. Deze re-integratie van de Ivorianen wordt gefinancierd door het
Noodfonds voor Afrika van de EU.
De berichten over geweld en mishandeling in detentiekampen en mensen die als slaaf worden verhandeld in Libië hebben uitgebreid in de kranten gestaan. Deze mensen hadden dat meegemaakt. Een paar dagen na hun terugkomst sprak ik een aantal van hen. Ze waren er slecht aan toe, opgelucht – natuurlijk – dat ze veilig waren, maar ook verslagen omdat ze terug bij af zijn. Een jonge vrouw vertelt dat ze met haar peutertje een half jaar in detentie heeft gezeten in Libië. Haar man heeft eerder de oversteek naar Italië gemaakt en wacht daar op hen. Ze is uitgeput en weet niet hoe het nu verder moet.
Tussen de terugkeerders zaten ook jonge mensen met een academische
opleiding die een tijd in Tunesië hadden gewerkt. In Europa leeft nog
wel eens het beeld dat elke dag genoeg te eten en een plek om te slapen
voldoende is om migratie te stoppen, maar de stedelijke jeugd in Afrika
volgt het nieuws en weet wat er in de wereld te koop is. Zij hebben
dezelfde toekomstdromen als wij: over persoonlijke ontwikkeling, een
beetje comfort en een perspectief. Om dat te bereiken zijn ze bereid
door de hel te gaan.
Lidstaten en de Europese Unie verscherpen ondertussen de
grensbewaking en noemen een gat in de grens een grondoorzaak van
migratie. En dus trainen we de Libische kustwacht en douaniers in landen
als Tsjaad en Niger om migranten tegen te houden. Alleen: daarmee zorg
je misschien dat mensen niet in Europa aankomen, maar niet dat ze niet
vertrekken.
Het echt aanpakken van de grondoorzaken van migratie vergt naast
ontwikkelingsbeleid ook aanpassingen in ons Europees beleid, en het
levert niet van vandaag op morgen resultaat. Je hebt niet zomaar een
functionerende rechtsstaat opgetuigd en je bevolking zoveel vertrouwen
in de toekomst gegeven, dat ze de vaak ingesleten migratiegewoonten
opgeven.
Afrikaanse en Europese leiders staan voor de taak deze jonge
Afrikanen kansen te bieden. En dat vergt daadwerkelijke duurzame
ontwikkeling. Duurzaam is het volgens mij alleen als een samenleving
eerlijker wordt, minder corrupt en veerkrachtiger. Wanneer die gelijke
rechten voor mannen en vrouwen biedt en gelijke kansen voor burgers, ook
zonder kruiwagen of steekpenning. Duurzame ontwikkeling vereist ook dat
noord en zuid gelijke kansen krijgen: door eerlijkere handels- en
investeringsverdragen, door te stoppen met foute belastingconstructies,
door Europese bedrijven verantwoordelijk te houden voor misstanden in de
productieketen, óók als die buiten de EU plaatsvinden. Op deze gebieden
is nog veel werk te verzetten, maar daarover later meer. Als we dat
allemaal zouden doen, en we houden dictators en corrupte regimes niet de
hand boven het hoofd, nemen de toekomstkansen in Afrikaanse landen echt
toe.
Opinie in Trouw, Judith Sargentini, 29 november 2017. Geld voor ontwikkeling lijkt vooral te gaan naar grensbewaking in plaats van armoedebestrijding. Laten we het anders doen, zegt Judith Sargentini, Europarlementariër voor GroenLinks.
Deze
week komen Europese en Afrikaanse regeringsleiders bijeen in Abidjan,
Ivoorkust, om te praten over de relatie tussen beide continenten. Afrika
hoopt op echte hulp om de eigen economie in de vaart der volkeren mee
te krijgen, Europa hoopt migratie tegen te kunnen gaan. Het toverwoord:
de aanpak van ‘root causes of migration’, de redenen waarom mensen
vluchten. Een nobel streven, maar het lijkt erop dat we geld voor
ontwikkeling vooral steken in grensbewaking in plaats van
armoedebestrijding.
De
cijfers over 2016 laten zien dat er minder ontwikkelingsbudget gaat
naar landen in Afrika bezuiden de Sahara en de minst ontwikkelde landen.
Zo heeft ook Nederland in het nieuwe regeerakkoord ‘Vertrouwen in de
toekomst’ de verhoging van het ontwikkelingsbudget ingezet voor meer
opvang van vluchtelingen ‘in de regio’ en aanvullende projecten in
Libanon, Jordanië en Irak.
Op
bezoek in Dankuku, Gambia, viel het me op dat er nauwelijks jongens en
mannen waren. Ik vroeg aan de wel aanwezige vrouwen wie er familie in
Europa had. Zeven van de acht vrouwen staken haar hand op. Een van hen
vertelde dat haar oudste zoon zojuist in Libië was aangekomen. Taking
the back way, de achterdeur nemen, noemen ze dat. Omdat werk ontbreekt
voor jongens en mannen is migreren een middel om aan een uitzichtloze
situatie te ontsnappen. Blijven is voor losers. Om die mentaliteit te
veranderen heeft Gambia banen nodig.
Grensbewaking
Het
Afrika-noodfonds kan daarbij helpen. Het werd eind 2015 opgezet om
grondoorzaken van migratie aan te pakken en bijna volledig gefinancierd
uit de begroting ontwikkelingssamenwerking: geld bedoeld voor
armoedebestrijding. Een deel van de projecten is gericht op
migratiemanagement, lees: grensbewaking.
Je
kunt je afvragen of het trainen en uitrusten van grenswachten de
redenen dat mensen huis en haard verlaten wegneemt. Een hek houdt
migranten en vluchtelingen niet tegen, maar is een reden voor
mensensmokkelaars om meer geld te vragen voor andere, vaak gevaarlijkere
routes. We horen steeds meer berichten over groepjes mannen en vrouwen,
die in de woestijn van Niger worden achtergelaten omdat de smokkelaar
onraad ruikt.
In
Libië traint de EU, met geld uit het Afrika-noodfonds, de kustwacht. Ik
was onlangs in die regio op bezoek. De Libische kustwacht haalt mensen
van boten en uit zee. Dat gaat niet zachtzinnig, zo vertelde een kolonel
van die kustwacht, die bij hoge uitzondering bereid was ons te woord te
staan. Schieten in de lucht en slaan met tuinslangen zijn methodes die
gebruikt worden om mensen ‘rustig’ te houden. Kapiteins die zich daar
schuldig aan maken worden gestraft, maar het toont aan van hoe ver de
kustwacht komt. Ze hebben, diplomatiek gezegd, een ander idee van crowd
control dan wij.
Natuurlijk
moet Libië de mensen redden in zijn eigen wateren, maar Europa heeft
een ander belang. Een drenkeling die gered wordt door een schip dat
vaart onder Europese vlag mag niet teruggebracht worden naar de Libische
kust, onze wetten verbieden het hem terug te sturen naar een onveilige
plek. Schepen onder Libische vlag vallen onder de Libische wet en dan
mag het wel. Het gevolg? Op de kade in Tripoli staat de Department for
Combating Illegal Migration, de Libische IND, COA en
vreemdelingenpolitie ineen. Die brengt je naar een
vreemdelingengevangenis. Het is er onbeschrijflijk smerig, vrouwen
worden verkracht, mensen sterven zelfs van de honger, maar in Europa
neemt volgens de statistieken de migratie af.
Hebben
we daarmee werkelijk wat gedaan aan de grondoorzaken van migratie? Nee,
natuurlijk niet. Met projecten zoals het versterken van de Libische
kustwacht of het aanleggen van biometrische systemen voor een
bevolkingsregister en grensbewaking in de Sahel , maak je migratie
moeilijker, maar doe je niets aan het bestrijden van jeugdwerkloosheid.
Anderhalf
jaar na de oprichting van het noodfonds is het zaak dat de balans niet
doorslaat naar het inzetten van ontwikkelingsgeld voor de eenzijdige
migratie-prioriteiten van de EU. We dreigen anders steeds verder af te
dwalen van het aanpakken van de oorzaken van migratie: armoede,
ongelijkheid, jeugdwerkloosheid, slecht bestuur, droogte enzovoort.
Migratie
is van alle tijden. Ontwikkelingsprojecten die zich richten op het
aanpakken van de oorzaken van migratie kunnen nooit het enige middel
zijn om migratie te reguleren. Als we mensensmokkel en irreguliere
migratie willen tegengaan, dan zullen we ook moeten inzetten op legale
alternatieven voor de gevaarlijke reis naar Europa. Een ruimhartig
hervestigingsbeleid voor vluchtelingen is hier een onderdeel van. Maar
ook studentenvisa en het opvangen van tekorten op de Europese
arbeidsmarkt.
De
EU erkent dit ook. Plannen voor legale migratie en mobiliteit zijn
genoemd als een van de prioriteiten van het Afrika-noodfonds, maar
vooralsnog niet uitgewerkt. De politieke wil voor legale migratie lijkt
te ontbreken.
Gelijkwaardig
Het
kan anders. Laat migratie en ontwikkeling hand in hand gaan door van je
partnerlanden een gelijkwaardige partner te maken: we helpen met het
opbouwen van echte democratieën, eerlijke handel wordt de norm, we
investeren grootschalig in Afrikaanse bedrijven die hun jongeren werk
geven, we zijn scheutiger met legale toegang tot onze arbeidsmarkt,
studenten en ondernemers krijgen visa voor Europa als ze die nodig
hebben, en wij besteden onze ontwikkelingsfondsen aan die mensen die het
het hardst nodig hebben. Uiteraard zijn deals met dictators uit den
boze.
Als
we in Abidjan laten zien dat we niet uit zijn op snel en eenzijdig
gewin, wordt het terugsturen van die mensen die niet in Europa mogen
blijven, ook haalbaar, maar verwacht geen wonderen op de korte termijn.
Zo krijgen we echt grip op de ‘root causes of migration’ en kan een
volgende vluchtelingencrisis worden voorkomen.
Stellen Sie sich einmal vor, Sie sind ein Kind in Niger, Afrika. Ihre Eltern können jeden Tag nur einen Euro für Ihre Bedürfnisse aufwenden. Vielleicht sind sie nicht in der Lage, für die Schule zu bezahlen. Wahrscheinlich können sie selbst weder lesen noch schreiben. Sie haben eine Lebenserwartung von 50 Jahren.
Und jetzt stellen Sie sich vor, Sie sind ein Kind inden Niederlanden. Für Sie steht 60 Mal mehr Geld zur Verfügung als für ein Kind in Niger. Sie werden ganz bestimmt für mindestens12 Jahre in die Schule gehen und Sie haben eine Lebenserwartung von 80 Jahren. Die Möglichkeiten, die den Menschen in ihrem Leben geboten werden, sind von Land zu Land extrem unterschiedlich. Diese „Geburtslotterie“ ist grundsätzlich ungerecht, doch kann eine gerechtere Form der Chancenverteilung leider nicht von heute auf morgen organisiert werden. Aber sollte das Kind in Niger, sobald es frei entscheiden kann, nicht wenigstens die Wahl haben, in die Niederlande zu gehen, um seine Möglichkeiten zu verbessern?