Judith Sargentini is het onderwerp van een Hongaarse haatcampagne

Trouw Kerstspecial, interview door Christoph Schmidt, 23 december 2018

Judith Sargentini Beeld Martijn Gijsbertsen

Met haar rapport over de afglijdende rechtsstaat in Hongarije werd Judith Sargentini dit jaar een bekende Europarlementariër, in binnen- en buitenland.

Of ze in Hongarije nog over straat kan zonder meteen herkend te worden, vroeg laatst iemand aan Judith Sargentini, op vriendelijk-jolige toon. “Dat is eigenlijk helemaal niet grappig”, antwoordde ze. Met de haatcampagne die de Hongaarse regering tegen haar voert, en waarin haar gezicht met grote regelmaat is te zien, in een soort heksachtige bewerking bovendien, kijkt ze wel uit om voet op Hongaarse bodem te zetten. Je weet nooit welke geïndoctrineerde gek je tegenkomt. Op Twitter krijgt ze seksistische bagger over zich heen en wordt ze zelfs met de dood bedreigd.

Er zijn ook leukere kanten aan die ‘roem’, ervoer ze in een Amsterdams zwembad. “Sta ik daar druppend langs de kant, met mijn badmuts en zwembrilletje op, komt er een Hongaarse mevrouw naar me toe om te zeggen: ‘Dankuwel, mevrouw Sargentini’”.

In september nam het Europees Parlement met een twee derde meerderheid haar rapport aan over de afglijdende rechtsstaat in een EU-land, een unicum in de geschiedenis van dat parlement.

Daarmee werd 2018 het jaar dat de GroenLinkser in binnen- en buitenland een bekende Europarlementariër werd, maar ook het jaar dat ze haar vertrek uit dat parlement aankondigde, na de verkiezingen van volgend jaar. “Ik vind die debatten zonder resultaat niet leuk meer, vooral over asiel en migratie”, lichtte ze een paar dagen voor die cruciale Hongarije-stemming in Straatsburg haar besluit toe in deze krant.

We zijn drie maanden verder, wat is er in de tussentijd met dat Hongarije-rapport gebeurd?

“Ik heb het gepresenteerd tijdens een informele ministersbijeenkomst, op een maandagochtend om acht uur. Ik zat daar met slechts vijf ministers in het lulligste zaaltje dat je je kunt voorstellen. Dit is blijkbaar de manier waarop het parlement wordt bejegend door de lidstaten. De Europese Centrale Bank en de Europese Commissie worden altijd met alle egards ontvangen, maar wij mogen niet eens zo’n belangrijk rapport over artikel 7 uit het EU-verdrag komen voorstellen.
“Minister Stef Blok was er wel, dat was fijn. Nederland neemt het echt serieus, ze hebben met Eurocommissaris Timmermans (die streng is tegen Polen, red.) en mij ook een morele verplichting.
“Maar verder wist ik niet eens wie er precies zaten. We kregen geen lijstje met namen, het moest allemaal zo informeel mogelijk, kennelijk om te voorkomen dat het parlement hieraan allerlei rechten ging ontlenen. Er zat ongetwijfeld ook een Hongaarse diplomaat bij, maar die deed zijn mond niet open. We mochten ook niet met zoveel mensen komen, want dat paste niet in het zaaltje. Maandagochtend, acht uur ’s ochtends in dat gigantische raadsgebouw… Dan zijn er zaaltjes zat hè? Zááltjes zat. Het was een aanfluiting. Intussen verslechtert de situatie in Hongarije gewoon verder.

“Dit zou dus overnieuw moeten, maar de vraag is hoe hard onze parlementsvoorzitter Antonio Tajani gaat duwen. Die heeft mij ook nauwelijks in bescherming genomen tegen de Hongaarse haatcampagne. Hij heeft er een keer iets over gezegd, in een adem met een Italiaanse die door extreem-rechtse demonstranten in Italië is aangevallen. Ik, en met mij het hele parlement, word aangevallen door een regering van EU-lidstaat, en word in hetzelfde alineaatje opgesomd als iemand die door een stelletje neonazi’s is aangevallen.
“Tajani (van Forza Italia, die samen met Orbáns Fidesz-partij in de Europese Volkspartij zit, red.) heeft voorafgaand aan de stemming over mijn Hongarije-rapport afgeraden om ervoor te stemmen. Hij zei iets als ‘dit doen we toch ook niet tegen Roemenië of Slowakije?’ Dat zegt hij omdat daar sociaal-democraten in de regering zitten.
“Dat kun je als parlementsvoorzitter niet maken. Zoiets zou Martin Schulz (Tajani’s voorganger, red.) nooit hebben gedaan. Die was met mij meegegaan naar die ministersbijeenkomst op maandagochtend. Goed, daar had hij mij waarschijnlijk wegge-elleboogd, maar Schulz zou deze strijd heel anders gestreden hebben.”

Wordt het niet een heel frustrerend einde zo, met uw rapport?

“Dat zou kunnen, behalve dat er Europese verkiezingen aankomen. Dit is een politiek proces dat ook zal meespelen in de campagnes. De christen-democraten in West-Europa gaan hier last mee krijgen.”

Toen u uw vertrek aankondigde, zei u dat u zich een tijdje wilde bezinnen op de toekomst. Nu weet ik niet hoe u in elkaar zit, maar ik kan me zo voorstellen dat die bezinning al begint op de dag dat je zo’n besluit neemt, en dat u op uw laatste dag volgend jaar zomer al bent uitbezonnen.

“En dat je dan klaar bent? Eerlijk gezegd, ik ben net weer beter van twee weken ziek zijn, en heb al die tijd min of meer doorgewerkt. Bij die Hongarije-presentatie voor de ministers op die maandagmorgen was ik strontziek. Ik zat dik onder de paracetamol en vervolgens heb ik ook nog een hele Straatsburg-week doorgewerkt. Terwijl zo’n zware verkoudheid echt niet twee weken hoeft te duren. Dus ik denk dat ik wel even tijd nodig heb.
“Ik snap wat je bedoelt, maar ben echt van plan om eventjes geen dingen aan te nemen. Lange wandelingen maken, met mijn moeder op vakantie, dat soort dingen. Ik zie mezelf niet in september 2019 een nieuwe baan aanvaarden.”

De groene partijen in Europa hebben de wind in de rug…

“Terwijl we twee jaar geleden nog dachten: o mijn God.”

Maar u maakt dat bij de verkiezingen van volgend jaar allemaal niet meer mee.

“Regelmatig denk ik: o ja, dat ga ik wel missen. Maar niet genoeg om terug te komen op mijn besluit. Toen ik rondliep op het congres van de Europese Groenen (eind november in Berlijn, red.) merkte ik dat sommige dingen gewoon niet meer voldoende enthousiasmeren. Als je dat gaat denken, moet je echt wat anders gaan doen.”

Als je kijkt naar de onderwerpen waar u de afgelopen jaren mee bezig bent geweest – Hongarije, witwasrichtlijn, conflictmineralen – dan lijken dat geen echte GroenLinks-speerpunten, in de categorie klimaat bijvoorbeeld.

“Dat is altijd zo geweest. Ik heb nooit klimaat- of milieudossiers gedaan, ook niet in de Amsterdamse gemeenteraad. Altijd onderwijs, justitie, veiligheid, sociale zaken, armoede, diversiteit, dat soort dingen. De afdeling ‘rood’.”

Nooit de behoefte gehad om iets met klimaat en milieu te doen?

“Wel in mijn privéleven, daar hou ik me er keurig aan.”

Bij ons in de krant stond ooit dat u een emmer in uw douche heeft staan, en dat u daarmee de wc doorspoelt.

“Inderdaad, ik heb een emmer in de douche staan. Het duurt bij mij heel lang voordat het water warm wordt. Dan kun je al dat water wel door het putje dingesen, maar dat vind ik zonde. Dus staat er een emmer in de douche en daarmee spoel ik de wc door.”

Was er niet een keer iemand die adviseerde om te plassen tijdens het douchen, om water te sparen?

“Dat was een GroenLinks-wethouder ergens in het noorden. Dat vond niet iedereen een even fris idee. Ik doe die emmer. Ik zie in de krant vaak van die lijstjes staan met snelle milieuvriendelijke oplossingen. Alles wat daarop staat, doe ik al. ‘Doe je wasdroger weg’. Nooit gehad, wij hebben gewoon een rekje. ‘Doe je auto weg’. Nooit gehad. ‘Isoleer je huis’. Ons huis is van 2003. ‘Eet geen vlees’. Doe ik al sinds mijn 13de niet.
“Ik reis natuurlijk wel veel. Daar is mijn voetafdruk stevig, laten we er niet omheen draaien. Ik compenseer dat wel, maar compenseren is een soort van katholieke aflaat.”

U komt uit een links nest. Nu willen pubers zich nog wel eens afzetten tegen hun ouders. Nooit die behoefte gehad?

“Nee, nooit. Mijn ouders waren ook niet politiek actief hè, ze waren maatschappelijk actief. Ik ben warm en maatschappelijk bewust opgevoed en het is nooit in me opgekomen dat je anders zou moeten leven.”

Hoe vierden jullie vroeger Kerstmis thuis?

“Mijn ouders zijn katholiek opgevoed en zijn van hun geloof gevallen in de jaren zeventig. Maar daar bleven natuurlijk culturele dingen van hangen. Wij vierden het vooral op kerstavond, dat was een soort ceremonie die voor mijn ouders misschien in de plaats kwam van de verplichte nachtmis. Mijn moeder bakte een cake of een tulband, en mijn vader pakte zijn blokfluit uit de kast en daar speelde hij kerstdeuntjes op. En dan draaiden we zo’n plaat van Herman van Veen met kerstliederen.
“We hadden een boom met gekleurde lichtjes, die hadden we nog van oma gekregen. Die heb ik nooit gekend want ze overleed vlak voor ik geboren werd. Gekleurde lichtjes, want dat vonden de kinderen zo leuk. Nou, zo dus. Er lag wel een pakje onder de boom maar we vierden Sinterklaas, dus daar lag dan een pak nieuwe viltstiften of zo.
“We hadden een kerststalletje, en daar gooiden we dan Vim overheen bij wijze van sneeuw (voor de jongere lezertjes: Vim is een oud merk schuurpoeder, later werd dat Jif, en nog weer later Cif, red.). Wist ik veel, als kind, dat het in Bethlehem niet sneeuwde. En dan zong mijn moeder ‘En het sneeuwde, en het vimde, en het was er zo koud’.”

En dit jaar?

“Dit jaar zijn we voor het eerst weer eens thuis. Mijn vriend en ik gingen de laatste jaren eigenlijk altijd een week weg, naar de randen van Europa, naar de zon. Met dit werk is weg zijn eigenlijk de makkelijkste manier om te ontspannen. Thuis krijg je toch weer verplichtingen. Dus dan zaten we meestal met z’n tweeën in een huisje en dan kookte ik spaghetti.”

Wat wordt in het nieuwe jaar uw laatste klus voor het Europees Parlement?

“Ik heb nog even een nieuw dossier erbij gepakt; ben namelijk rapporteur over de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers. Die richtlijn moet worden herzien, tenminste dat willen de lidstaten graag. Vervolgens heeft de Europese Commissie een labbekakkerig stukje wetgeving afgeleverd waarvan niemand kan inzien wat de consequenties zijn.
“Nu is het terugsturen van afgewezen asielzoekers niet het meest favoriete onderwerp bij de Groenen. Genoeg collega’s hebben gezegd: dit is een lose-lose-situation. Als je goed functionerende wetgeving maakt, worden er meer mensen uitgezet dan nu. Dat vindt niet iedereen in onze achterban een goed idee. Maar ik dacht: ik ga toch weg, ik durf dat wel aan. Ik vind ook dat asielbeleid niet zonder terugkeerbeleid kan. Laat mij er dan maar eentje schrijven waarvan ik denk dat hij deugt. Ik wil graag een mooi stuk wetgeving achterlaten waarin je met respect voor alle internationale regels tot een humaan terugkeerbeleid kunt komen. Dus dat ga ik nog even doen.”

Judith Sargentini

Judith Sargentini (Amsterdam, 1974) is een verre nazaat van Giovanni Domenico Sargentini, een Italiaanse gipsgieter uit Bozzano die zich in de tweede helft van de negentiende eeuw vestigde in de Jordaan. Ze studeerde geschiedenis en specialiseerde zich in democratie en totalitaire regimes. In 1999 werd Sargentini voor GroenLinks duoraadslid in de Amsterdam, vanaf 2006 was ze fractievoorzitter. In die tijd was ze ook actief voor het Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika. Vervolgens werd ze tot twee keer toe gekozen in het Europees Parlement: in 2009 en 2014. Ze speelde een grote rol in de totstandkoming van wetgeving over onder meer conflictmineralen en het tegengaan van witwaspraktijken. Grote bekendheid kreeg ze dit jaar met haar rapport over de rechtsstaat in Hongarije. Sargentini woont in Amsterdam met haar vriend.

Portret Judith Sargentini: Het spoor van haar ouders

Nederlands Dagblad, 24 november 2018, Ruurd Ubels

beeld Guus Dubbelman

Judith Sargentini hoopt dat de regeringsleiders van de EU doorbijten als ze de Hongaarse regering aanpakken. Ze vermaakte zich als kind prima bij demonstraties tegen kerncentrales en kruisraketten. Ze gaat zich bezinnen op haar toekomst en gaat daarom ook maar eens met haar moeder op vakantie.

In de bar van het ledenrestaurant in het Europees Parlement in Straatsburg komt de stem van Judith Sargentini slechts moeizaam op gang. Ze hoest, klinkt wat schor. ‘Ik ben te ver gegaan’, antwoordt ze op de vraag hoe dat kan.

Een dag voor het interview was ze al om acht uur ’s morgens in Brussel bij de Raad van de Europese Unie, waarin ministers van de 28 EU-lidstaten zitting hebben. Sargentini gaf er een toelichting op haar Hongarije-rapport. In september nam het Europees Parlement het rapport met tweederdemeerderheid aan. Er staat in dat de Hongaarse regering van premier Viktor Orbán de democratie en de rechtsstaat ernstig aantast. Nu moeten de 28 EU-lidstaten besluiten over een zogenoemde artikel 7-procedure, die ertoe kan leiden dat Hongarije zijn stemrecht in de Europese Unie verliest.

Sargentini merkt dat haar rapport de EU-regeringsleiders hoofdpijn bezorgt. ‘Als de politieke wil er niet is om door te pakken, gaan ze zich achter procedures verschuilen – dat zie je nu gebeuren. Maar ze hebben de problemen zelf in de hand gewerkt, want al sinds het aantreden van premier Orbán, in 2010, kijken ze weg. Dan gaat het vanzelf van kwaad tot erger.’

schrik

De brede steun voor Sargentini in het Europarlement leverde haar een bijnaam op: de schrik van Orbán. De wraak van de premier is bitter: in krantenadvertenties en regeringsvideo’s wordt Sargentini consequent afgeschilderd als die communistische vrouw die niets anders wil dan de Hongaren hun soevereiniteit afpakken.

Bepaald niet afgeremd door deze campagne gaan sommige journalisten en types op sociale media nog verder: geregeld klinkt de aansporing om Sargentini fysiek aan te vallen. Daarom werd ze al eens beveiligd in het Europarlement. Vanwege haar voornaam, Judith, weet ze ook wat het is door antisemieten te worden uitgescholden.

‘Dit heb ik niet gezocht’, zegt de GroenLinksparlementariër met gevoel voor understatement. Ja, het is eervol dat Nederlandse media veel aandacht aan haar rapport besteden. En ja, de brede steun in het Europarlement is een ‘enorme opsteker’ voor Hongaren die bezorgd zijn over hun land. ‘Maar de Hongaarse regering doet alsof er sprake is van één vrouw, terwijl ik toch echt twee derde van het parlement vertegenwoordig. De regering-Orbán speelt op de vrouw en probeert de uitspraak van het parlement heel klein te maken. Onzin natuurlijk.’

Hoe zwaar is het om zo persoonlijk te worden aangevallen? ‘Het is heel vervelend.’ Dan met Amsterdamse tongval: ‘Ik ga dus effe niet naar Hongarije.’

Nou ja, misschien nog wel een keer als parlementariër, omdat ze dan beveiligd kan worden. ‘Maar een weekje zwemmen in het Balatonmeer zit er nu niet in. Jammer, want Hongarije is een mooi land en ook als historicus kom ik er graag. Mijn gezicht is inmiddels zo bekend, dat ik zelfs in Brusselse supermarkten door Hongaren wordt herkend.’

Dat is meer dan vervelend.

‘Ja. Feitelijk word ik door de regering van een EU-lidstaat beperkt in mijn bewegingsvrijheid. Bovendien wordt op deze manier het Europarlement als instituut geïntimideerd. Stel dat er nog eens tegen een lidstaat opgetreden moet worden, dan zullen sommige parlementariërs wel twee keer nadenken voordat ze in actie komen.’

Ligt u wakker van de persoonlijke aanvallen?

‘Nee, ik slaap best goed. Oproepen op sociale media om mij wat aan te doen, zie ik niet meer, want veel van die internetgekkies negeer ik. De Nederlandse regering weet van mijn veiligheidssituatie. Na de Europese verkiezingen, in mei, ben ik echter weer ambteloos burger, want ik stel me niet herkiesbaar. Hoe gaat het dan met mijn veiligheid?’

Is dit het waard?

‘Ja. En ik krijg ook veel steun, hoor. Onlangs werd ik in Brussel aangesproken door een opgetogen Hongaar die een selfie met mij wilde maken. Kort daarop zei een Hongaarse vrouw in het Amsterdamse Sportfondsenbad tegen mij: ‘‘Mijn vriend heeft twee dagen geleden in Brussel een selfie met u gemaakt. Mag ik u ook hartelijk bedanken?’’ Een Hongaarse caissière bij een Hema in Utrecht deed onlangs hetzelfde.’

Italië

De Nederlandse Europarlementariër met de Italiaanse achternaam (gipsgieter Giovanni Demenico Sargentini vestigde zich in de tweede helft van de negentiende eeuw vanuit Italië in de Amsterdamse Jordaan) is van huis uit historicus. Ze studeerde in de jaren negentig, toen in Europa (Joegoslavië) een verschrikkelijke oorlog woedde. Dat maakte die studie extra actueel.

Geschiedenis vond Sargentini het leukste vak op school. Antropologie, sociologie en politicologie overwoog ze ook, maar omdat de Universiteit van Amsterdam hiervoor wiskunde in het vakkenpakket vroeg, vielen deze af. Aan het einde van haar studie specialiseerde Sargentini zich in democratie en totalitaire regimes – Viktor Orbán had dus kunnen weten wie tegenover hem stond.

‘Ik schreef een kleine scriptie over het tot stand komen van democratieën in Europa tussen de beide wereldoorlogen’, vertelt Sargentini, terwijl ze een tabletje slikt tegen de keelpijn. Voor een uitgebreidere scriptie dook ze in de opmerkelijke politieke levensloop van Gerrit van Burink, een journalist en onderwijzer die honderd jaar geleden actief was in de communistische partij van Nederlands-Indië, raadslid werd in Rotterdam en uiteindelijk in oktober 1940 lid werd van de NSB.

Na haar studie werd Sargentini duoraadslid voor Groenlinks in Amsterdam en ging ze werken voor het Nederlands instituut voor Zuidelijk Afrika, een linkse ontwikkelingsorganisatie die nu als ActionAid door het leven gaat.

De conclusie dringt zich op dat linkse betrokkenheid u met de paplepel is ingegoten. Waren studie en beroepskeuze vruchten van uw opvoeding?

‘Ja, dat denk ik wel. Hoewel mijn ouders nooit lid zijn geweest van een politieke partij, leefde mijn vader wel heel bewust. Zijn vader was in Amsterdam brouwer bij Amstel Bier en zijn moeder was al heel vroeg erg ziek, zodat mijn vader enig kind bleef. Hij schoolde zichzelf, werd onderwijzer aan een lagere school in Amsterdam en uiteindelijk directeur. Hij was een principiële man; wij hadden geen auto en deden alles met het openbaar vervoer. Mijn vader kende de boekjes met de bustijden en de treinenloop zo’n beetje uit zijn hoofd. Al die boekjes stonden ook bij ons thuis op een plank. Hij wist soms precies hoe we moesten reizen, zonder in de trein of bus te hoeven staan.’

Geen auto. Was dat vanwege zorg voor de schepping?

‘Nou, schepping … Dat was geen woord dat bij ons thuis in Buitenveldert veel werd gebruikt. Wij waren wel actief bij het Nivon, een natuurbeweging met socialistische wortels. In die linkse traditie waren mijn ouders helemaal niet opgegroeid, maar daar vonden ze in de jaren zeventig – toen de bewustwording over natuur en milieu groeide – wel hun thuis.’

demonstraties

Bij deze maatschappelijke betrokkenheid hoorde dat de Sargentini’s – Judith heeft nog een broer – in de jaren tachtig meeliepen met demonstraties. Tegen kernenergie, tegen kruisraketten, tegen bezuinigingen op het onderwijs – de appel is niet ver van de boom gevallen.

De kleine Judith vond die demonstraties ‘hartstikke leuk’. En als Sargentini er nu aan terugdenkt, vindt ze het ook niet meer dan normaal dat haar ouders hun kinderen meenamen. ‘Wanneer je een overtuiging hebt, dan voed je je kinderen daarin toch op? Ouders die echt staan voor iets, willen hun waarden doorgeven.’

Bovendien is het niet gek om je kinderen mee te nemen, wanneer je iets gaat ondernemen. ‘Ik herinner mij die demonstraties als gezellige wandelingen met heel enthousiaste mensen. Een festiviteit! Mijn ouders wisten trouwens ook álles leuk te maken; mijn vader was niet voor niets onderwijzer. Zo heb ik elk bosmuseum in Nederland wel een keer gezien en dat vond ik helemaal niet erg.’

Zoals kinderen van kerkelijke ouders op vakantie alle kathedralen moeten bekijken …

‘O, maar dat deden wij ook. Kerken bezochten we ook rond Kerstmis; dan gingen we kijken naar kerststallen. Die hadden wij thuis ook. Zo had mijn vader een kerststal van Dick Bruna gefiguurzaagd en maakten mijn broertje en ik van Playmobil onze eigen stalletjes. Vim (een schoonmaakpoeder, red.) werd onze sneeuw, want uiteraard had het in Bethlehem gesneeuwd. We hadden ook figuren van de drie koningen en die werden elke dag een stukje dichter bij de stal gezet. Op 6 januari waren ze dan binnen.’

Hoorde bij die aandacht voor kerststallen ook kerkbezoek?

‘Nee, mijn ouders zijn gaandeweg van hun geloof gevallen. Toen mijn vader mij na mijn geboorte ging inschrijven bij de gemeente Amsterdam, zei de gemeenteambtenaar: ‘‘Ik zie dat u en uw vrouw als rooms-katholiek zijn ingeschreven. Wilt u dat voor uw dochter ook?’’ Toen zei mijn vader: ‘‘Nee, dank u wel.’’ Waarop de ambtenaar zei: “We kunnen u uitschrijven, hoor.’’ Dat werd meteen geregeld. Mijn moeder heeft dat later ook gedaan.’

katholieke enclave

In huize-Sargentini werd de Volkskrant gelezen, een van oudsher roomse krant, die – zoals Sargentini het noemt – ‘met mijn ouders is meegeëmancipeerd’. De Sargentini’s waren ‘katholiek in Amsterdam’. Wat dat betekende? ‘Wij waren katholiek vanwege het Italiaanse bloed in de familie en daarmee voegden we ons in de oude katholieke enclave van Amsterdam. De oma van mijn moeders kant kwam uit Beverwijk, dat ook zo’n enclave kende. Ik ben dus opgevoed door Amsterdamse katholieken. Die weten heel slecht wat er in de Bijbel staat, maar ze zijn wel van: kom binnen, schuif maar aan tafel; er zit geen deksel op de koektrommel.’

Sargentini snapt dat sommige politici lid zijn van een christelijke partij, maar ze gelooft niet ‘dat het veel uitmaakt’ door welk religieus boek iemand zich laat inspireren. ‘In Amsterdam heb ik als gemeenteraadslid prima samengewerkt met de protestantse diaconie, die vanuit een christelijke grondslag veel deed voor de opvang van ongedocumenteerden. Dat is een progressieve vorm van christendom die heel dicht bij mijn humanisme ligt. Als het streng in de leer wordt, haak ik af.’

Wat is dat, streng in de leer?

‘Laat ik even teruggaan naar Viktor Orbán: als christelijke politicus perkt hij het individu en individuele vrijheden te veel in. Daar kan ik niets mee. Nee, hij is geen positieve reclamezuil voor het christendom, maar er zijn veel mensen die geen reclame zijn voor hun religie of overtuiging. Neem van mij aan: er zijn ook een heleboel vervelende atheïsten.’

’s avonds doorwerken

‘Ik heb me over de kop gewerkt.’

Sargentini zegt het als ze uitlegt waarom ze slecht bij stem is. In een recent interview zei ze zich niet goed te kunnen voorstellen dat sommige mensen ’s avonds naar de film gaan. Zelf werkt ze ’s avond door, zeker als ze in Brussel of Straatsburg is. Eten kan ook heel goed uit de koelkast.

Waarom zij zo hard werkt? Zonder veel nadenken volgt het antwoord meteen: ‘Omdat er nog zo veel te doen is.’

En dan is er nog die andere valkuil: ‘Ik ben nu negen jaar Europarlementariër. Ik beheers het vak en hoe beter dat gaat, des te meer je in een uur kunt en des te meer anderen van je vragen. Dan groeit het werk. En omdat ik door ervaring steeds efficiënter word, neem ik nog wat werk aan. Totdat er opeens niks meer bij kan.’

Is dit een reden dat u zich niet beschikbaar stelt voor nog eens vijf jaar Europarlement?

‘Als Europarlementariër heb je elke vijf jaar automatisch een herijkingspunt en ik zie mezelf dit niet nog eens vijf jaar doen. Ik merk ook dat het moeilijker wordt mijzelf te motiveren. Als ik in dit vak een sabbatical van een jaar had kunnen nemen, had ik dat gedaan. Wat ik doe, vind ik namelijk erg leuk en ik kan het ook goed. Rationeel ben ik er al een tijdje dat ik stop, emotioneel heeft het wat langer geduurd. Ik heb een jaar gedubd, want het is heel tof werk, waarin je bovendien invloedrijk bent. ’

Wat nu?

‘Ik ga doen waarvoor ik in alle drukte geen tijd heb: bezinnen. Daar hoort bij dat ik met mijn moeder op vakantie ga en een lange wandeling maak. En misschien ergens stage lopen. Ik zou best bij een niet-gouvernementele organisatie aan de gang willen gaan, want maatschappelijke betrokkenheid is een rode draad in mijn leven. Ik ben opgevoed met het idee dat je wel nuttig moet zijn. Dat zit er diep in. Als kind van een onderwijzer heb ik ook meegekregen dat je altijd moet kijken hoe het met de groep gaat. En ik wil weer eens een tijdje op de fiets naar mijn werk kunnen gaan. Ja, daar zie ik naar uit.’

Waar bent u trots op? Is de steun voor uw Hongarije-rapport de kers op de taart?

‘Natuurlijk ben ik blij dat het Europees Parlement dat rapport heeft aangenomen, maar ik ben er ook trots op dat door mijn inspanningen een Europese richtlijn tegen het witwassen van crimineel geld is aangenomen. Er was veel tegenwerking – ook van regeringen in EU-lidstaten – en het is me tóch gelukt. Heel tevreden kijk ik eveneens terug op wetgeving tegen handel in conflictmineralen; de grondstoffen waarmee oorlogen worden gefinancierd. Ik heb deze drie successen stuk voor stuk voor de poorten van de hel weggesleept en elke keer zeiden mensen: ‘‘Dat gaat die Sargentini nóóit lukken.’’ Maar ik redde het wél.’

Politiek inzicht, dat hielp. Maar er was meer. Sargentini zegt het nog één keer: ‘Gewoon hard werken.’ ◆ einde aan politieke loopbaan

Judith Sargentini werd op 13 maart 1974 geboren in Amsterdam. Ze groeide op in de wijk Buitenveldert.

Na de Montessorischool studeerde Sargentini geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.

Na haar afstuderen in 1999 werd Sargentini duoraadslid voor GroenLinks in Amsterdam. In 2006 werd ze fractievoorzitter.

In 2009 werd Sargentini voor GroenLinks gekozen in het Europees Parlement en in 2014 volgde een herverkiezing. Afgelopen najaar maakte Sargentini bekend zich bij de verkiezingen van komend voorjaar niet herkiesbaar te stellen.

Sargentini woont samen met haar vriend in Amsterdam. Ze hebben geen kinderen.

Judith Sargentini en Hongarije – Zondag met Lubach (S09)

vpro zondag met lubach Gepubliceerd op 14 okt. 2018

Deel deze video met al je Hongaarse vrienden en vijanden: https://youtu.be/dlEQDvGMuEU Judith Sargentini is in Hongarije een van de bekendste Nederlanders. Ze is daar vooral bekend als staatsvijand omdat ze een kritisch rapport heeft geschreven over Hongarije. Zo beweert ze dat de Hongaarse regering de rechtsstaat afbreekt. De Hongaarse premier, Viktor Orbán, is woedend over haar onderzoek. Arjen Lubach remixt de actuele week in dertig minuten, laat ondergesneeuwde verhalen smelten en maakt brekend nieuws weer heel. Vanuit theater Bellevue in Amsterdam: Zondag met Lubach, zo goed als nieuws. #ZML Deze video komt uit uitzending 5 van seizoen 9 van Zondag met Lubach. #ZondagMetLubach is wekelijks te zien om 22.10 uur op #NPO3. https://www.vpro.nl/zondag-met-lubach…http://www.vpro.nl/zmlhttp://www.npo3.nl/zondagmetlubach

Hoe Sargentini de slag won van Orbán: ‘Bij Orbán draait uiteindelijk alles om de centen’

Volkskrant interview door Arie Elshout, 14 september 2018.

Judith Sargentini (midden) stemt over Hongarije in het Europees Parlement.) Beeld AFP

Wat voor Europarlementariër Sargentini begon als onmogelijke opdracht eindigde in een triomf. Het Europees Parlement stemde voor een strafprocedure stemde tegen de  regering van de Hongaarse premier Orbán. Veel Europarlementariërs ‘gingen overstag omdat het niet langer kon.’

Viktor Orbán, het zwarte schaap van Europa, is opgestaan. Het Europees parlement is klaar met het debat over Hongarije. Geen millimeter heeft hij toegegeven. Hij wordt omringd door extreemrechtse parlementariërs, die hem hebben toegejuicht. Tussen al die mannen dringt zich een vrouw naar voren. Het is Judith Sargentini. Zij schudt de Hongaarse premier de hand. Welkom in dit democratische huis, zegt ze, en wat leuk dat je de kleur van je das hebt aangepast aan mijn kleding. Eén in kleur. Orbán zegt niks.

De verhouding tussen de twee is ijzig. Sargentini is zijn Nemesis, godin der wraak en der gerechtigheid. Al bij het begin van het debat gaat het mis. Orbán is er nog niet, maar de Nederlandse moet beginnen van de parlementsvoorzitter. Vreemd, maar misschien heeft de Hongaar op het laatst afgezegd, schiet het door haar hoofd. Ze is drie zinnen in haar verhaal of daar komt Orbán met zijn gevolg alsnog. Ze besluit maar opnieuw te beginnen. Hij was expres te laat om haar van haar stuk te brengen, veronderstelt ze. Ze laat het niet over haar kant gaan. Wat normaal bij het begin had moeten gebeuren, doet ze nu aan het eind van het debat. Ze stapt op Orbán af en drukt hem de hand.

‘Dat heb ik maar even afgedwongen. Leek mij wel soeverein’, zegt ze terugkijkend op de ‘week van Sargentini’. Ja, en als de Hongaar had gedacht met zijn vertraagde entree een slimme truc te hebben uitgehaald, heeft hij zich misrekend. ‘Het parlement voelde zich voor gek gezet.’

Een dag later krijgt hij de rekening gepresenteerd. Voor het spelen van deze spelletjes en voor zijn volharden in een politiek die volgens zijn critici de Europese democratische waarden schendt. Met tweederdemeerderheid stemt het parlement in Straatsburg voor het beginnen van een strafprocedure tegen de rechts-nationalistische regering van Orbáns Fidesz-partij.

Het voorstel daartoe was van Sargentini, Europarlementariër voor GroenLinks. Als rapporteur van het parlement stelde zij na onderzoek vast dat de democratie en rechtsstaat in Hongarije structureel worden bedreigd. Orbán beknot de persvrijheid, morrelt aan de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, bezondigt zich aan campagnes die rieken naar xenofobie en antisemitisme, en wijzigde de kieswet zodat hij in 2014 een tweederdemeerderheid won met verhoudingsgewijs een gering aantal stemmen: 2,3 miljoen stemmen op een totaal van 8 miljoen.

Het is voor het eerst dat het Europees parlement besluit Artikel 7 van het Europees verdrag, dat voorziet in een strafprocedure, te activeren. Alles hing af van de christendemocratische Europese Volkspartij (EVP) waarvan ook Fidesz deel uitmaakt. Bij de stemming trekt een meerderheid van de EVP’ers de handen af van ‘familielid’ Orbán. Wat voor Sargentini begon als een onmogelijke opdracht eindigde in een enorme triomf.

Je toonde veel emotie bij de uitslag.

‘Het was heel spannend. Ik kreeg de opdracht in juli 2017 in de schoot geworpen. Iedereen zei: jij liever dan ik, Judith. Het was eigenlijk onmogelijk om die tweederdemeerderheid te halen. Dus heb ik altijd gedacht: een strak verhaal neerzetten. Als je verliest moet je kunnen laten zien dat het niet halen van de meerderheid niets met de inhoud heeft te maken maar alles met het politieke spel. En als het dan wel lukt…’

Wat betekent het voor je persoonlijk?

‘Tweederde van de collega-parlementsleden heeft ingezien dat als je dit laat lopen, je zelf ook geen solidariteit kunt verwachten als dat nodig is. De Polen in de EVP kregen dat een half jaar geleden ineens door. Die dachten ja, verdikkie als wij Fidesz de hand boven het hoofd blijven houden, wie komt ons dan nog redden (van de rechts-nationalistische PiS-regering, een Orbán-bondgenoot, red.)? Dat gevoel. Ik kom uit de ontwikkelingssamenwerking, heb altijd veel gedaan rond democratie en mensenrechten, ben bestuurslid van het Verzetsmuseum. Ik vind dat ik dit moet doen.’

Wat is de politieke betekenis van je succes?

‘Hopelijk komt nu een eind aan het verhaal dat we soevereine staten zijn en dat inmenging in wat mensen binnenlandse aangelegenheden noemen, niet mag. Een boodschap ook voor de Europese verkiezingen: dat Europa erodeert als we dat blijven denken. In 2010 was Orbán nauwelijks begonnen als premier, of een Fidesz-parlementariër hier pochte dat hij met zijn iPadje op de vlucht Brussel-Boedapest de Hongaarse grondwet aan het herschrijven was. De politieke wil om het aan te pakken, was er lang niet, het was allemaal een soort wegkijken.’

Hoe heb je kunnen inbreken in de EVP?

‘Ik heb al die maanden die EVP-parlementariërs aangesproken. Bijna allemaal vertellen ze je: je hebt gelijkt, maar we kunnen het niet maken Orbán te laten vallen want bloed is dikker dan water.’

Bloed is dikker dan water?

‘Is dat niet een Nederlandse gezegde? Familie is belangrijk. Maar als een familielid zo’n misbruik van je blijft maken, geen berouw toont, je en plein public te kakken zet en wordt toegejuicht door extreem-rechts, dan lukt het niet meer. Veel EVP’ers gingen overstag omdat het niet langer kon.’

Frans Timmermans heeft namens de Europese Commissie een Artikel 7-procedure aangespannen tegen Polen, ook voor overtreding van de democratische waarden. Is het typisch Nederlands dat wij voorop lopen in deze kwesties?

‘Nederlandse diplomaten zijn zeer actief op het gebied van de mensenrechten. Dat wordt absoluut niet uitgestraald, men probeert vooral heel veel euroscepsis uit te stralen, maar onze ambtenarij zit op dit gebied best wel heel goed. Toen Orbán wetten uitvaardigde tegen buitenlandse ngo’s heeft de ambassadeur in Boedapest een soirée gegeven voor ngo’s. Foto’s uit de achtertuin werden rondgetwitterd. Timmermans is de man achter het mechanisme om schendingen van de rechtsstaat aan te pakken. Maar dat ik Hongarije-rapporteur werd, was niet omdat ik Nederlands ben, maar omdat volgens het puntenstelsel de Groenen aan de beurt waren. Anderen waren allang blij.’

Is toch niet een beetje calvinisme?

‘Mijn familie was katholiek. Maar het Nederlandse katholicisme is natuurlijk zo calvinistisch.’

Orbán heeft wel veel Hongaren achter zich.

‘Grote groepen steunen hem. Je moet je wel afvragen op basis van wat. Mensen krijgen geen normaal nieuws meer. Ze denken oprecht dat George Soros (de financier van Joods-Hongaarse komaf en tegenstander van Orbán, red.) maandelijks een stukje van mijn salaris betaalt. Overigens denken sommigen in Nederland dat ook.’

Krijg je bedreigingen?

‘Als mensen op Twitter zeggen: die kut moet eens stevig genomen worden door jihadi’s, of ze zouden haar beide knieën moeten afschieten, is dat dan een bedreiging? Het gebeurt wekelijks. In Nederland, bij mij.’

Heb je geprobeerd in Orbáns hoofd te kruipen?

‘Ik probeer dat altijd. Bij Orbán draait uiteindelijk alles om de centen. Hij, zijn familie, zijn vrienden. Ongelooflijk hoe die zich hebben verrijkt. Dat is niet mooi meer.’

Zijn ‘niet-liberale ideologie’ is slechts een middel om zich te verrijken?

‘Geld is zijn belangrijkste drijfveer. En dan komt de vraag of hij niet in zijn eigen fabels is gaan geloven.

Sargentini is een bijzonder effectief Europarlementariër. Ze ondernam actie tegen witwassen, gaf de stoot tot een verbod op handel in zogeheten conflictenmineralen, en nu dan Hongarije. Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, is blij met haar actie tegen wat hij noemt ‘de enorme opmars van het populisme’.

Mag ik daar wat op zeggen, zegt ze. ‘Maar jij, Juncker, hebt niet de verantwoordelijkheid genomen om dit tegen te gaan. Ook jouw EVP heeft woordgebruik overgenomen die het rechts-extremisme stimuleerde.’

Misschien is de Hongarije-stemming het begin van de ommekeer?

‘Ja, de ommekeer!