Europarlementariër Sargentini: ‘Europese middenpartijen hebben extreem-rechts salonfähig gemaakt’

Volkskrant interview door Wim Bossema. 20 mei 2019

Ze werd in het najaar een van de bekendste gezichten van het Europees Parlement: Judith Sargentini van GroenLinks. Haar portret prijkte op reclameborden en in tv-spotjes van de Hongaarse regering als toonbeeld van de vijandige Europese Unie.

Judith Sargentini, Europarlementarier voor GroenLinks, in 2018. Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Ze had zich de toorn van de Hongaarse premier Viktor Orbán op de hals gehaald met een zeer kritisch rapport over de ondermijning van de rechtsstaat in zijn land, aangenomen door het Europarlement. Sargentini ­besloot te stoppen op het hoogtepunt en staat niet op een verkiesbare plaats bij de verkiezingen van donderdag.

Hoe staat het Europees Parlement ervoor bij uw vertrek?

‘Best in goede staat, vind ik. Dat hang ik op aan de stemming over ons onderzoeksrapport over Hongarije in september, dat de instemming kreeg van tweederde van de parlementsleden, ook van rechtse. Dat betekent toch dat zij de democratie hoog in het vaandel houden, dat zij over politieke spelletjes heen kunnen springen. In het zittende parlement zijn de meeste leden pro-Europees, dat zal na de verkiezingen anders zijn.’

Inderdaad, ondanks uw succes staan rechts-nationalistische partijen als de Fidesz van Orbán, Salvini’s Lega in Italië en zelfs de nieuwe Brexit Party van Nigel Farage in de peilingen op winst. Wat betekent dat voor het parlement?

‘Ik vind dat heel zorgelijk. Extreem-rechtse regeringsleiders als Salvini en Orbán hebben de Europese Raad al min of meer stilgelegd, omdat die niet meer tot conclusies of oplossingen kan komen, bijvoorbeeld over migratie en de rechtsstatelijkheid. Ze zullen blij zijn als het Europees Parlement in net zo’n impasse geraakt. Er zijn meer landen, zoals Roemenië, Polen en Oostenrijk, die ­debat daarover niet meer zo nodig vinden. Ik ben nu in Riga op bezoek bij de Groene Partij van Letland; er gaat hier veel goed, maar ook dit land blokkeerde een serieus debat over de rechtsstaat.’

Hoe verklaart u de populariteit van nationalistisch rechts?

‘Ik wil een appèl doen op de centrumpartijen om duidelijker stelling te nemen. Die hebben de taal van nationalistisch rechts, zoals jij dat noemt, salonfähig gemaakt door die deels over te nemen. De christendemocratische fractie, de EVP, heeft lang gedacht dat de nationalisten met pappen en nathouden wel rustig konden worden gehouden, dat het zo’n vaart niet zou lopen. Daar hebben we allemaal in ­Europa de prijs voor moeten betalen.

Het heeft wel acht jaar geduurd voor Manfred Weber, de CSU-voorzitter van de EVP, zich wilde uitspreken over onze bevindingen van de situatie in Hongarije. Dat ze nu te elfder ure Fidesz als EVP-lid hebben geschorst, wist niet uit het geheugen dat ze tot voor kort volhielden dat het allemaal niet zo erg was. Anderhalve maand voor de verkiezingen nogal halfslachtig helderheid scheppen, neemt niet weg dat ze die partij de afgelopen jaren acceptabel vonden.’

De centrumpartijen lijken nu toch meer stelling te nemen? Premier Rutte viel vorige week opeens hard de anti-Europese houding van FvD-leider Thierry Baudet aan.

‘Oké, maar daarmee maakt hij niet ongedaan wat hij eerder zei, in de sfeer van ‘als het je hier niet bevalt, dan ga je maar weg’. Op die manier heeft hij toch het taalgebruik naar de extremen laten opschuiven. Hij had het ook kunnen hebben over hoe goed de Marokkaanse Nederlanders het doen vijftig jaar na het eerste gastarbeiderscontract. Een dag of tien voor de verkiezingen kun je niet ongedaan maken dat je eerder heel onvriendelijk over nieuwkomers hebt gesproken. Dat zet geen zoden aan de dijk.’

Waar komen de kiezers van die partijen vandaan, denkt u?

‘Niet van mijn electoraat in ieder geval. Ik denk van de middenpartijen, de christendemocraten, liberalen, sociaaldemocraten. Die hebben zich niet genoeg rekenschap gegeven van de economische moeilijkheden van veel burgers. En ze hebben het gemakkelijker gemaakt voor kiezers om op extreem-rechtse partijen te stemmen door hun taalgebruik over te nemen. In Beieren dacht de oppermachtige CSU de kiezers bij de AfD weg te kunnen houden door dezelfde taal te bezigen. Een grote vergissing, bleek bij de verkiezingen van oktober: kiezers gaan dan liever voor het echte werk. Ondertussen is het taalgebruik genormaliseerd; dat draai je niet zomaar terug.’

U bent er niet bij in het nieuwe Europarlement, maar hoe moet dat met een veel grotere anti-Europese sectie?

‘Ik hoop dat de collegae die blijven of erbij komen zich realiseren dat er een tandje bij moet worden gezet. Ik begrijp dat de EVP heeft gezegd geen deals te zullen sluiten met extreem-rechtse partijen. Ik zou zeggen: houd ze eraan.’

En wat gaat u doen?

‘Ik weet het nog niet. Na twintig jaar als volksvertegenwoordiger van de gemeenteraad tot het Europarlement is het mooi geweest. Ik ben nu nog druk in de campagne voor de Europese verkiezingen. Maar ik ben niet zo’n spreker voor bijeenkomsten en debatten, niet zo van de ­beste stuurlui staan aan wal. Ik wil iets praktisch doen.’

Verdedig de rechtsstaat in heel Europa

opinieartikel, NRC 13 mei 2019

Partijpolitiek is lang boven loyaliteit aan Europese waarden gegaan, schrijft Judith Sargentini. Kies voor Europarlementariërs die in actie komen voor fundamentele beginselen van rechtsstaat en democratie.

De Hongaarse premier Viktor Orbán (rechts) heeft vice-premier Matteo Salvini van Italië (met verrekijker) op bezoek bij een hek op de grens met Servië.
De Hongaarse premier Viktor Orbán (rechts) heeft vice-premier Matteo Salvini van Italië (met verrekijker) op bezoek bij een hek op de grens met Servië. Foto Balazs Szecsodi/AFP

Nadat het Europees Parlement mijn rapport over de systematische bedreiging van de rechtsstaat in Hongarije had aangenomen, is actie om Hongarije weer op het juiste pad te krijgen uitgebleven. Zowel bij de Europese Commissie als bij de ministers van de EU-landen. Dat maakt het belangrijker dan ooit om te gaan stemmen op 23 mei. Het is cruciaal dat het nieuwe Europees Parlement bestaat uit volksvertegenwoordigers die de rechtsstaat respecteren en verdedigen daar waar die onder druk staat in onze Unie. De tijd dringt: regeringen die de rechtsstaat schenden zitten nu al aan tafel bij Europese besluiten die ook ons raken.

Strafprocedure

Een recent voorbeeld: vorige week vierde premier Orbán vijftien jaar EU-lidmaatschap door de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken, Salvini, uit te nodigen samen het hek aan de Servische grens te inspecteren. Aan die grens zijn twee detentiecentra voor asielzoekers: iedere vluchteling die asiel aanvraagt, wordt daar zonder pardon opgesloten. Sinds de zomer droeg het Europees Mensenrechtenhof Hongarije al dertien keer op om het uithongeren van asielzoekers in deze centra te stoppen.

Er is niet genoeg gedaan om de ontwikkelingen in Hongarije te keren. Na de oproep van het Parlement pakte de Europese Commissie niet door. Zij startte weliswaar inbreukprocedures bij specifieke juridische problemen, maar een Artikel 7-procedure, het krachtigste instrument om het stelselmatig ondermijnen van de EU-waarden een halt toe te roepen, kwam er niet. Ook de overige 27 lidstaten zijn lange tijd stil gebleven. Het resultaat is dat Orbán vrij spel kreeg om zijn ‘illiberale democratie’ uit te rollen. Dit heeft niet alleen ernstige gevolgen voor Hongaarse burgers, maar ook voor de inwoners van andere landen die het voorbeeld van Hongarije lijken te volgen, zoals Polen en Roemenië.

Partijpolitiek boven democratische waarden

Vanwaar het gebrek aan daadkracht? Het onderliggende probleem is dat politici liever wegkijken dan hun collega’s confronteren, wanneer de rechtsstaat met voeten wordt getreden. De rechtsstaat heeft het te lang afgelegd tegen partijpolitiek. Dat wordt zichtbaar in het feit dat de Commissie wél tot actie overging toen de situatie in Polen verslechterde. De 28 Eurocommissarissen zijn in grote meerderheid lid van de twee grootste Europese politieke families: de Europese christendemocratie waartoe het CDA, en nog steeds de partij van Orbán, Fidesz, behoort (EVP), en de sociaal-democraten waartoe de PvdA, en de Roemeense regeringspartij PSD, behoort (PES). De Poolse regeringspartij zit in een andere politieke familie.

De tweederde meerderheid voor mijn rapport was dan ook alleen mogelijk dankzij een doorbraak. Een deel van de christendemocratische parlementsleden doorbrak eindelijk het taboe om een eigen ‘familielid’ terecht te wijzen. Gedwongen tussen een keuze voor loyaliteit aan Orbán of aan de fundamenten van de Unie, kozen zij in meerderheid voor het laatste.

Het is nog steeds wachten op eenzelfde doorbraak in de Raad van Ministers waar de 28 lidstaten zich verenigen. Zij zijn aan zet om Hongarije te helpen terug te keren naar een gezonde democratische rechtsstaat. De opeenvolgende roulerende voorzitters van de EU, Oostenrijk in de laatste helft van 2018 en Roemenië tot aan de zomer, hebben bijgedragen aan de lakse houding van de Raad. De Oostenrijkse regering, een coalitie van christendemocraten en de extreem-rechtse FPÖ, en de sociaal-democratisch-liberale Roemeense regering hebben sympathie voor Orbán. De hoop is nu gevestigd op het Finse voorzitterschap in de tweede helft van dit jaar.

Het probleem is dat EU-landen toevlucht zoeken in een procedurele en detaillistische aanpak van overtredingen van EU-recht, om zo geen oordeel te hoeven vellen over het totaalbeeld van afglijdende rechtsstaten. Op voorstel van België wordt er gewerkt aan een jaarlijkse rechtsstaat-check, dat moeten onderlinge controles worden door EU-lidstaten. Maar die vinden achter gesloten deuren plaats en de resultaten worden niet openbaar gemaakt. Ik acht het onwaarschijnlijk dat Orbán zich van zo’n geheime visitatie iets aantrekt.

Druk uitoefenen

Uiteindelijk is er politieke moed nodig om lidstaten voor het blok te zetten en positie te kiezen. Dat betekent dat het Finse voorzitterschap of andere voortrekkers het initiatief moeten nemen om verder te gaan dan procedurele en juridische oefeningen die lidstaten van een excuus voorzien om om de hete brij heen te draaien. Zoals een stemming in het Europees Parlement de christendemocratische familie dwong om positie in te nemen, is het ook in de Raad tijd om rode lijnen te trekken.

De politieke druk om deze moeilijke stap te zetten moet zo hoog mogelijk worden. Daarom is ook de samenstelling van het nieuwe Europese Parlement cruciaal. Een parlement gevuld met meelopers van Orbán en Salvini is het ultieme cadeau voor regeringsleiders die lastige besluiten willen vermijden. Een Parlement dat via haar begrotingsrecht en wetgevingsmacht zo veel mogelijk druk blijft zetten op respect voor de uitgangspunten van het EU-verdrag, kan wellicht een doorbraak forceren. Ook voor de toekomst van de rechtsstaat doet uw stem er dus toe op 23 mei.

In september vorig jaar haalde GroenLinks-Europarlementariër Judith Sargentini de voorpagina’s, toen een tweederde meerderheid van het Europees Parlement instemde met haar rapport over de „systematische bedreiging” van de rechtsstaat in Hongarije. Het Parlement riep de Europese Raad op een strafprocedure (‘Artikel 7’) tegen Hongarije te starten.

Judith Sargentini is Europarlementariër (GroenLinks) en niet herkiesbaar. Dit is een ingekorte versie van de Europalezing die ze 9 mei aan de Universiteit Leiden hield.

Jinek: Europarlementariërs Judith Sargentini en Kati Piri over hun werk voor de Unie

late night talkshow Jinek, 28 februari 2019

Kati Piri en Judith Sargentini

Judith Sargentini en Kati Piri zijn beiden lid van het Europees Parlement. Piri is al jaren een kritische volger van Turkije. Als rapporteur bezoekt ze regelmatig, onder goede beveiliging, het land. Sargentini rapporteerde over de ontluisterende staat van de democratie in Hongarije en wordt sindsdien door het Oost-Europese land gezien als een ‘staatsvijand’. De twee Europarlementariërs vertellen over hun werk en wat ze in Europa hebben bereikt.

“Ik ga niet naar Hongarije, want ik voel me niet veilig”, vertelt Judith Sargentini

Judith Sargentini en Kati Piri zijn beiden lid van het Europees Parlement. Piri is al jaren een kritische volger van Turkije. De twee Europarlementariërs vertellen over hun werk en wat ze in Europa hebben bereikt.

EU leaders must do more to save rule of law in Hungary, says MEP

The Guardian, 30 January 2019, Jennifer Rankin in Brussels

Judith Sargentini of Dutch Greens says situation has got worse since her report last year

The Hungarian prime minister, Viktor Orbán

The Hungarian prime minister, Viktor Orbán, has dismissed criticism by EU leaders. Photograph: Bernadett Szabó/Reuters

European Union leaders are failing to act despite the “worsening” outlook for the rule of law in Hungary, according to a leading MEP.

Judith Sargentini, a Dutch MEP whose report triggered the EU’s most serious disciplinary procedure against Hungary last September, called on the Council of EU member states to start “a real process” that would examine the rule of law in that country.

“Since the vote on my report in September things in Hungary actually only got worse,” said the Green MEP.

Since MEPs voted to trigger action from EU member states, she said the Central European University had moved to Vienna and the government had created a new court that will be subject to ministerial control.

She also listed the decision to award refugee status to a former Macedonian prime minister convicted of corruption, the “slave law” on overtime, which has brought Hungarians on to the streets, as well as the merger of 450 media outlets without authorities being able to make usual checks.

The MEP called on Romania, which is chairing the EU rotating presidency, to produce a timetable for examining the rule of law in Hungary, as she accused Budapest of stalling the process. “Hungarian citizens have the right for protection and have the right to know what you are planning to do.”

Frans Timmermans, the vice-president of the European commission, said he regretted that Sargentini had not been given a chance to present her analysis of threats to the rule of law in Hungary to EU ministers.

The European parliament voted to trigger the EU’s most serious disciplinary procedure against Hungary last September, a move that was supported by some MEPs in the centre-right European People’s party, the group that houses the ruling Fidesz party.

Although EU law requires member states to act, the procedure has languished and little progress is expected before European elections in May.

Hungary’s government refused to take part in the latest debate in Brussels, saying that the European institutions had been hijacked by “the political left and political liberals” for a political rally. Viktor Orbán’s spokesman, Zoltán Kovács, claimed that the rule of law procedure was a “political plot” linked to the philanthropist George Soros, the Hungarian-born billionaire philanthropist who is subject to relentless attack by the Hungarian government.

The government also singled out Timmermans, describing the Dutch EU commissioner as “an arm of these leftist liberal Soros-related organisations”.

Timmermans, who is seeking to become the next commission president, rejected attempts to portray him as pursuing his own agenda. “In my work on the rule of law I have the full support of the president of the commission and all of the other members,” he told journalists. “I would be more worried if Viktor Orbán started praising me frankly,” in remarks that highlight the depth of tensions between Brussels and Budapest.

During the debate on Wednesday evening Hungary’s government received support from conservative MPs, including members of the group created by David Cameron, once he took the Tories out of the moderate centre-right European People’s party. One Polish MEP, who sits with the British Conservatives, said the “European establishment” had been attacking “people you want to get rid of” ever since the moves to isolate the far-right Austrian leader Jörg Haider.

Responding to such points, Timmermans said democracy was always invoked as justification for not complying with EU legislation. Hungary had made the “wonderful” and “sovereign choice” to become a member of the EU. “If you choose to become member of a treaty-based organisation, like the European Union, you by that choice say you will follow the rules of that treaty.”

The debate came one day after new research from Transparency International showed that Hungary was deemed to have become more corrupt since Orbán returned to office in 2010. According to Transparency international’s latest corruption perceptions index, Hungary has fallen nine points in the rankings since 2012 to a level that suggests “serious problems with corruption”.

Kovács dismissed suggestions that Hungary had questions to answer about alleged misuse of EU funds by Orbán’s friends and families. Kovács said it was “a very nice political agenda” for critics, but insisted Hungary obeyed all EU rules.

Judith Sargentini is het onderwerp van een Hongaarse haatcampagne

Trouw Kerstspecial, interview door Christoph Schmidt, 23 december 2018

Judith Sargentini Beeld Martijn Gijsbertsen

Met haar rapport over de afglijdende rechtsstaat in Hongarije werd Judith Sargentini dit jaar een bekende Europarlementariër, in binnen- en buitenland.

Of ze in Hongarije nog over straat kan zonder meteen herkend te worden, vroeg laatst iemand aan Judith Sargentini, op vriendelijk-jolige toon. “Dat is eigenlijk helemaal niet grappig”, antwoordde ze. Met de haatcampagne die de Hongaarse regering tegen haar voert, en waarin haar gezicht met grote regelmaat is te zien, in een soort heksachtige bewerking bovendien, kijkt ze wel uit om voet op Hongaarse bodem te zetten. Je weet nooit welke geïndoctrineerde gek je tegenkomt. Op Twitter krijgt ze seksistische bagger over zich heen en wordt ze zelfs met de dood bedreigd.

Er zijn ook leukere kanten aan die ‘roem’, ervoer ze in een Amsterdams zwembad. “Sta ik daar druppend langs de kant, met mijn badmuts en zwembrilletje op, komt er een Hongaarse mevrouw naar me toe om te zeggen: ‘Dankuwel, mevrouw Sargentini’”.

In september nam het Europees Parlement met een twee derde meerderheid haar rapport aan over de afglijdende rechtsstaat in een EU-land, een unicum in de geschiedenis van dat parlement.

Daarmee werd 2018 het jaar dat de GroenLinkser in binnen- en buitenland een bekende Europarlementariër werd, maar ook het jaar dat ze haar vertrek uit dat parlement aankondigde, na de verkiezingen van volgend jaar. “Ik vind die debatten zonder resultaat niet leuk meer, vooral over asiel en migratie”, lichtte ze een paar dagen voor die cruciale Hongarije-stemming in Straatsburg haar besluit toe in deze krant.

We zijn drie maanden verder, wat is er in de tussentijd met dat Hongarije-rapport gebeurd?

“Ik heb het gepresenteerd tijdens een informele ministersbijeenkomst, op een maandagochtend om acht uur. Ik zat daar met slechts vijf ministers in het lulligste zaaltje dat je je kunt voorstellen. Dit is blijkbaar de manier waarop het parlement wordt bejegend door de lidstaten. De Europese Centrale Bank en de Europese Commissie worden altijd met alle egards ontvangen, maar wij mogen niet eens zo’n belangrijk rapport over artikel 7 uit het EU-verdrag komen voorstellen.
“Minister Stef Blok was er wel, dat was fijn. Nederland neemt het echt serieus, ze hebben met Eurocommissaris Timmermans (die streng is tegen Polen, red.) en mij ook een morele verplichting.
“Maar verder wist ik niet eens wie er precies zaten. We kregen geen lijstje met namen, het moest allemaal zo informeel mogelijk, kennelijk om te voorkomen dat het parlement hieraan allerlei rechten ging ontlenen. Er zat ongetwijfeld ook een Hongaarse diplomaat bij, maar die deed zijn mond niet open. We mochten ook niet met zoveel mensen komen, want dat paste niet in het zaaltje. Maandagochtend, acht uur ’s ochtends in dat gigantische raadsgebouw… Dan zijn er zaaltjes zat hè? Zááltjes zat. Het was een aanfluiting. Intussen verslechtert de situatie in Hongarije gewoon verder.

“Dit zou dus overnieuw moeten, maar de vraag is hoe hard onze parlementsvoorzitter Antonio Tajani gaat duwen. Die heeft mij ook nauwelijks in bescherming genomen tegen de Hongaarse haatcampagne. Hij heeft er een keer iets over gezegd, in een adem met een Italiaanse die door extreem-rechtse demonstranten in Italië is aangevallen. Ik, en met mij het hele parlement, word aangevallen door een regering van EU-lidstaat, en word in hetzelfde alineaatje opgesomd als iemand die door een stelletje neonazi’s is aangevallen.
“Tajani (van Forza Italia, die samen met Orbáns Fidesz-partij in de Europese Volkspartij zit, red.) heeft voorafgaand aan de stemming over mijn Hongarije-rapport afgeraden om ervoor te stemmen. Hij zei iets als ‘dit doen we toch ook niet tegen Roemenië of Slowakije?’ Dat zegt hij omdat daar sociaal-democraten in de regering zitten.
“Dat kun je als parlementsvoorzitter niet maken. Zoiets zou Martin Schulz (Tajani’s voorganger, red.) nooit hebben gedaan. Die was met mij meegegaan naar die ministersbijeenkomst op maandagochtend. Goed, daar had hij mij waarschijnlijk wegge-elleboogd, maar Schulz zou deze strijd heel anders gestreden hebben.”

Wordt het niet een heel frustrerend einde zo, met uw rapport?

“Dat zou kunnen, behalve dat er Europese verkiezingen aankomen. Dit is een politiek proces dat ook zal meespelen in de campagnes. De christen-democraten in West-Europa gaan hier last mee krijgen.”

Toen u uw vertrek aankondigde, zei u dat u zich een tijdje wilde bezinnen op de toekomst. Nu weet ik niet hoe u in elkaar zit, maar ik kan me zo voorstellen dat die bezinning al begint op de dag dat je zo’n besluit neemt, en dat u op uw laatste dag volgend jaar zomer al bent uitbezonnen.

“En dat je dan klaar bent? Eerlijk gezegd, ik ben net weer beter van twee weken ziek zijn, en heb al die tijd min of meer doorgewerkt. Bij die Hongarije-presentatie voor de ministers op die maandagmorgen was ik strontziek. Ik zat dik onder de paracetamol en vervolgens heb ik ook nog een hele Straatsburg-week doorgewerkt. Terwijl zo’n zware verkoudheid echt niet twee weken hoeft te duren. Dus ik denk dat ik wel even tijd nodig heb.
“Ik snap wat je bedoelt, maar ben echt van plan om eventjes geen dingen aan te nemen. Lange wandelingen maken, met mijn moeder op vakantie, dat soort dingen. Ik zie mezelf niet in september 2019 een nieuwe baan aanvaarden.”

De groene partijen in Europa hebben de wind in de rug…

“Terwijl we twee jaar geleden nog dachten: o mijn God.”

Maar u maakt dat bij de verkiezingen van volgend jaar allemaal niet meer mee.

“Regelmatig denk ik: o ja, dat ga ik wel missen. Maar niet genoeg om terug te komen op mijn besluit. Toen ik rondliep op het congres van de Europese Groenen (eind november in Berlijn, red.) merkte ik dat sommige dingen gewoon niet meer voldoende enthousiasmeren. Als je dat gaat denken, moet je echt wat anders gaan doen.”

Als je kijkt naar de onderwerpen waar u de afgelopen jaren mee bezig bent geweest – Hongarije, witwasrichtlijn, conflictmineralen – dan lijken dat geen echte GroenLinks-speerpunten, in de categorie klimaat bijvoorbeeld.

“Dat is altijd zo geweest. Ik heb nooit klimaat- of milieudossiers gedaan, ook niet in de Amsterdamse gemeenteraad. Altijd onderwijs, justitie, veiligheid, sociale zaken, armoede, diversiteit, dat soort dingen. De afdeling ‘rood’.”

Nooit de behoefte gehad om iets met klimaat en milieu te doen?

“Wel in mijn privéleven, daar hou ik me er keurig aan.”

Bij ons in de krant stond ooit dat u een emmer in uw douche heeft staan, en dat u daarmee de wc doorspoelt.

“Inderdaad, ik heb een emmer in de douche staan. Het duurt bij mij heel lang voordat het water warm wordt. Dan kun je al dat water wel door het putje dingesen, maar dat vind ik zonde. Dus staat er een emmer in de douche en daarmee spoel ik de wc door.”

Was er niet een keer iemand die adviseerde om te plassen tijdens het douchen, om water te sparen?

“Dat was een GroenLinks-wethouder ergens in het noorden. Dat vond niet iedereen een even fris idee. Ik doe die emmer. Ik zie in de krant vaak van die lijstjes staan met snelle milieuvriendelijke oplossingen. Alles wat daarop staat, doe ik al. ‘Doe je wasdroger weg’. Nooit gehad, wij hebben gewoon een rekje. ‘Doe je auto weg’. Nooit gehad. ‘Isoleer je huis’. Ons huis is van 2003. ‘Eet geen vlees’. Doe ik al sinds mijn 13de niet.
“Ik reis natuurlijk wel veel. Daar is mijn voetafdruk stevig, laten we er niet omheen draaien. Ik compenseer dat wel, maar compenseren is een soort van katholieke aflaat.”

U komt uit een links nest. Nu willen pubers zich nog wel eens afzetten tegen hun ouders. Nooit die behoefte gehad?

“Nee, nooit. Mijn ouders waren ook niet politiek actief hè, ze waren maatschappelijk actief. Ik ben warm en maatschappelijk bewust opgevoed en het is nooit in me opgekomen dat je anders zou moeten leven.”

Hoe vierden jullie vroeger Kerstmis thuis?

“Mijn ouders zijn katholiek opgevoed en zijn van hun geloof gevallen in de jaren zeventig. Maar daar bleven natuurlijk culturele dingen van hangen. Wij vierden het vooral op kerstavond, dat was een soort ceremonie die voor mijn ouders misschien in de plaats kwam van de verplichte nachtmis. Mijn moeder bakte een cake of een tulband, en mijn vader pakte zijn blokfluit uit de kast en daar speelde hij kerstdeuntjes op. En dan draaiden we zo’n plaat van Herman van Veen met kerstliederen.
“We hadden een boom met gekleurde lichtjes, die hadden we nog van oma gekregen. Die heb ik nooit gekend want ze overleed vlak voor ik geboren werd. Gekleurde lichtjes, want dat vonden de kinderen zo leuk. Nou, zo dus. Er lag wel een pakje onder de boom maar we vierden Sinterklaas, dus daar lag dan een pak nieuwe viltstiften of zo.
“We hadden een kerststalletje, en daar gooiden we dan Vim overheen bij wijze van sneeuw (voor de jongere lezertjes: Vim is een oud merk schuurpoeder, later werd dat Jif, en nog weer later Cif, red.). Wist ik veel, als kind, dat het in Bethlehem niet sneeuwde. En dan zong mijn moeder ‘En het sneeuwde, en het vimde, en het was er zo koud’.”

En dit jaar?

“Dit jaar zijn we voor het eerst weer eens thuis. Mijn vriend en ik gingen de laatste jaren eigenlijk altijd een week weg, naar de randen van Europa, naar de zon. Met dit werk is weg zijn eigenlijk de makkelijkste manier om te ontspannen. Thuis krijg je toch weer verplichtingen. Dus dan zaten we meestal met z’n tweeën in een huisje en dan kookte ik spaghetti.”

Wat wordt in het nieuwe jaar uw laatste klus voor het Europees Parlement?

“Ik heb nog even een nieuw dossier erbij gepakt; ben namelijk rapporteur over de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers. Die richtlijn moet worden herzien, tenminste dat willen de lidstaten graag. Vervolgens heeft de Europese Commissie een labbekakkerig stukje wetgeving afgeleverd waarvan niemand kan inzien wat de consequenties zijn.
“Nu is het terugsturen van afgewezen asielzoekers niet het meest favoriete onderwerp bij de Groenen. Genoeg collega’s hebben gezegd: dit is een lose-lose-situation. Als je goed functionerende wetgeving maakt, worden er meer mensen uitgezet dan nu. Dat vindt niet iedereen in onze achterban een goed idee. Maar ik dacht: ik ga toch weg, ik durf dat wel aan. Ik vind ook dat asielbeleid niet zonder terugkeerbeleid kan. Laat mij er dan maar eentje schrijven waarvan ik denk dat hij deugt. Ik wil graag een mooi stuk wetgeving achterlaten waarin je met respect voor alle internationale regels tot een humaan terugkeerbeleid kunt komen. Dus dat ga ik nog even doen.”

Judith Sargentini

Judith Sargentini (Amsterdam, 1974) is een verre nazaat van Giovanni Domenico Sargentini, een Italiaanse gipsgieter uit Bozzano die zich in de tweede helft van de negentiende eeuw vestigde in de Jordaan. Ze studeerde geschiedenis en specialiseerde zich in democratie en totalitaire regimes. In 1999 werd Sargentini voor GroenLinks duoraadslid in de Amsterdam, vanaf 2006 was ze fractievoorzitter. In die tijd was ze ook actief voor het Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika. Vervolgens werd ze tot twee keer toe gekozen in het Europees Parlement: in 2009 en 2014. Ze speelde een grote rol in de totstandkoming van wetgeving over onder meer conflictmineralen en het tegengaan van witwaspraktijken. Grote bekendheid kreeg ze dit jaar met haar rapport over de rechtsstaat in Hongarije. Sargentini woont in Amsterdam met haar vriend.